Omgaan met rouw en verlies

HAN-SWOA Broedplaats workshop

“ […] ‘Je bent natuurlijk boos dat ik gisteren niet ben gekomen, terwijl ik dat wel had beloofd,’ mompelt hij. Ze zegt niets. ‘Het loopt allemaal spaak nu jij niet thuis bent.’ Ze antwoordt niet. Ove frummelt aan de planten. […] ‘Ik mis je,’ fluistert hij. Ove loopt nog steeds twee keer per dag langs alle radiatoren te voelen of ze de verwarming niet stiekem hoger heeft gezet.”

Met een paar bladzijden uit dit prachtige boek getiteld: Een man die Ove heet van de Zweedse schrijver Fredrik Backman (2013) begonnen we in de Opstandingskerk, tevens ontmoetingslocatie voor SWOA onze workshop ‘omgaan met rouw en verlies’. Want deze prachtig geschreven tragikomedie beschrijft op heel menselijke wijze de impact van een groot verlies op ons leven. Ik beweerde zelfs ten overstaan van de aanwezige studenten, vrijwilligers en professionals van de HAN en SWOA dat deze roman alle theorie bevat die je nodig hebt als je iets wilt leren over rouw. Laat het in ieder geval inspiratie zijn! Want natuurlijk zijn er voor iedereen betrokken bij zorg en welzijn vanuit de psychologie en sociologie theorieën over verlies en rouw die nuttig zijn om te reflecteren op onze omgang met iemand die in een rouwproces verwikkeld is.  Zonder de gehele inleiding te halen zal ik hier de belangrijkste kernpunten van de inleiding weergeven:

  • Het lineaire van vijf fasen model uit de jaren 1970 van Kübler-Ross is inmiddels ingehaald door de constatering dat een rouwproces zeker niet bij iedereen hetzelfde verloopt maar juist enorm persoonlijk is. Eén van de dialooggroepen deed zelfs een mooie suggestie om het model aan te vullen (mocht je het toch willen gebruiken, ondanks nieuwe inzichten), en wel met een echte eerste fase: omgang met de overledene voordat er afscheid van het lichaam genomen wordt.
  • Actuelere visies beschrijven ‘rouwtaken’ (gericht op verlies en herstel), waarvan de volgorde niet vaststaat, en dat integratie van het verlies met onze identiteit van belang is (Maes, 2014): een grote verlieservaring wordt onderdeel van wie wij zijn – dit laatste is bijzonder belangrijk als uitgangspunt voor het bieden van ondersteuning, omdat dit betekent dat de intentie niet is om iemand weer terug te willen brengen ‘in de oude staat’ van voor het verlies – gevalletje ‘reparatiereflex’.

Er hebben vervolgens mooie uitwisselingen plaatsgevonden met persoonlijke verhalen, als vertrekpunt voor reflectie op de praktijk van het begeleiden of bijstaan van anderen. Ook (her)ontdekten we dat de vier aspecten van zingevingsgerichte gespreksvoering: ambivalentie, raadselachtigheid, traagheid en waarden, behulpzaam kunnen zijn in het contact met de rouwende ander.

Tot de volgende HAN-SWOA broedplaatsbijeenkomst!

Bronnen en tevens leestips:

  • www.rouw.nl
  • Moors, M. (2015) Rouw mag er zijn, Journal of Social Intervention: Theory and Practice, Volume 24, Issue 4, pp. 45–57 http://doi.org/10.18352/jsi.465
  • Backman, F. (2013) Over een man die Ove heet. Amsterdam: Uitgeverij Q.

 

Deel je hieronder je ervaring, suggesties, leestips of vragen door het plaatsen van een reactie. Graag!