Versnellen of vertragen? Vinken of vonken?
Versnellingsplan of vertragingsplan? Een bespiegeling op een C-jaar digitaal afstandsonderwijs, oproep tot bezinning en creatieve actie door een docent ethiek.
Eind mei kreeg ik een e-mail over de ‘Week van het versnellingsplan’. Een week lang kon je je lunchtijd opofferen voor digitale bijeenkomsten over ICT in het onderwijs. Ik dacht, ik offer mijn lunch al zo vaak op voor het bijwerken van mijn mail- en app-berichten, dus nee, bedankt. Toch weerstond ik de verleiding niet om even door te klikken. Op de landelijke site versnellingsplan.nl vond ik dit:
“Informatietechnologie dringt steeds sneller en dieper door”, mijn hap brood schoot door mijn keel. Het plaatje was een spiegel: mensen die al lunchend digitaal doorwerken (of andersom). Ik reflecteerde op afgelopen coronajaar, dat ik soms ‘mijn jaar zonder onderwijs’ noem, of ‘C-jaar’. Ik ben eerlijk, ook tegen mijn baas: ik heb niet het gevoel dat ik mijn vak heb kunnen uitoefenen met afstandsonderwijs. Ik heb precies dát ervaren: afstand. Ik heb voor mijn gevoel studenten niet de kwaliteit en aandacht kunnen bieden die ik ‘normaal’ geef. Ligt dat dan aan mij?
Bouwer of poppetje?
Door corona zijn veel ICT-vernieuwingen al versneld ingevoerd, erkent het ‘Bouwstenenrapport voor effectieve docentprofessionalisering in het hoger onderwijs, versie 2.0.’ Nu wil men doorpakken, op alle bouwstenen. Ik voelde me ineens een LEGO-poppetje.
Mijn oog viel als eerst op de bouwsteen ‘Teacher beliefs’: “De professionalisering moet zodanig worden ingericht dat docenten bewust raken van hun eigen teacher beliefs, daar kritisch op reflecteren en deze waar nodig aanscherpen.” Ik ben altijd bereid mijn vooronderstellingen kritisch te onderzoeken, dat onderwijs ik mijn studenten ook. Maar niemand gaat mij in een richting sturen hóe ik die moet aanscherpen, toch?
Gelukkig stond meteen daaronder de bouwsteen ‘Ervaren autonomie’: “Het is belangrijk dat docenten het gevoel hebben dat zij beslissingen mogen maken ten aanzien van onderwijsinnovatie met ICT in hun eigen praktijk. Het gaat hier om het bewust zijn van je plek in de organisatie (het systeem), het weten waar je wel en geen invloed op hebt en hoe je kunt beïnvloeden.” Oei, dacht ik. Gaat het nu écht over mijn autonomie, of word ik ‘op mijn plek gezet’ in ‘het (LEGO) systeem’? Gaat het er alleen over dat ik autonomie ‘ervaar’, terwijl ik die dus eigenlijk maar beperkt ‘heb’: alleen op het formuleren van leerdoelen en lesinhouden. Waar mag je als docent en student wel en niet aan meebouwen?
Als docent ethiek checkte ik natuurlijk ook het bouwsteentje over ‘ethiek’: “Het is van belang dat docenten weten welke ethische vragen technologie in het onderwijs kan oproepen. Denk aan de invloed van technologie op onder andere vrijheid, privacy, rechtvaardigheid, kansengelijkheid en autonomie.” Mooi, dacht ik, een vrijbrief om een artikeltje in de Rosa hieraan te wijden.
Top-down of bottom-up?
Het voelt inderdaad goed om aan de basis te staan van je eigen onderwijs, dat je wordt erkend in je ‘professionals gouvernance’ (HAN IP 2016-2022). Maar dan sla je de pagina om scroll je verder en zie je dat er op die basis een piramide van beleid is gebouwd. Blijkbaar is er ‘top-down’ vanuit de sector al een integrale aanpak bepaald, waar alle onderwijsinstellingen aan meedoen en aan doelen moeten voldoen. Is de plek van de docent in de onderste marge? En waar staat de student? Gelukkig zitten de LSVb en het ISO in de stuurgroep. Ik ga ze eens bellen.
Investeren in…
Tegelijk met deze investering in digitaal onderwijs investeren we ook in meer verbinden en vertragen. Bijvoorbeeld: wijkdocenten, onderwijs op locatie en meer praktijkgasten en ervaringsdeskundigen in de lessen. Op het HAN toekomstfestival hoorden we dat docenten meer hybride mogen worden, een voet in de praktijk hebben en zo de praktijk een voet bij ons. In de minor Zingevingsgericht werken, waar ik ook doceer, beginnen we ons programma met een ‘Vertraag2daagse’. Ja echt, we gaan met studenten op kamp! (Mooie woord = retraite) Bij de check-in nodigen we iedereen uit om hun smartphone 2 dagen uit te laten en in het moment en de ervaring te stappen. Doel is om écht verbinding met elkaar en met de leerstof te maken. En dat werkt! Op welke plekken is er nog meer ‘vertraging’ in te brengen in ons onderwijs? Wat mij betreft mogen die twee miljoen die de HAN jaarlijks uitgeeft* aan ICT-onderwijsvernieuwing naar retraitekampen en hybride onderwijs. Nou ok, de helft dan 😉.
Vinken of Vonken?
Vijf jaar geleden hadden we met docenten, studenten, partners uit praktijk en onderzoek een miniconferentie getiteld ‘Vinken of vonken’. Daar ontmoette ik Bram Wicherink die er sprak over verbindend werken, Elisabeth Hense over spiritualiteit in maatschappelijke vernieuwing en Ria Brands over minder formele en meer informele zorg. Zelf sprak ik vol vuur over een Nijmeegse jongereninterventie waar onze studenten ‘de pedagogiek van de straat’ kunnen ervaren. De conferentie had als doel een tegenstem te bieden in het dilemma tussen ‘meetbaar en protocollair werken’ (vinken) of ‘verbindend en creatief werken?’ (vonken). We moeten bezien of verregaande digitalisering van ons onderwijs meer bijdraagt aan vinken of aan vonken. Tot die bezinning roep ik jullie allemaal, studenten – docenten – medewerkers – beleidsmakers, bij deze op!
Vertragingsplan
Ik stel me nu wel (overdreven) kritisch op, omdat ik denk dat dat nodig is. Toch ben ik niet eenzijdig in mijn ‘geloof’: “Onderzoek alles en bewaar het beste.” Ik zie ‘ICT’ precies voor wat het is: ‘informatie- en communicatietechnologie’. Ik vind Teams een geweldige tool om snel informatie uit te wisselen en te communiceren over afspraken, lestijden en allerlei praktische vragen. Studenten ook. Maar onder-wijzen, de kern van mijn vak, is meer dan informatieoverdracht, leerde ik van ‘onze Kees’ in zijn boek ‘Onderwijsheid’. “Onder-wijzen is niet het vullen van een emmer, maar het ontsteken van een vuur,” luidt mijn appstatus. Maar via een UTP-kabel kan ik geen vuurtje maken, écht, ik heb het een jaar lang geprobeerd.
Onderwijs ontstaat in de flow van het moment en in échte verbinding. Bewust vertragen in het onderwijs zorgt voor zowel flow als verbinding. En met vertragen bedoel ik dan niet alles langzamer doen, maar ‘ruimte maken voor bezinning’. Vertragen is ook verstillen: even stil staan bij de bedoeling van wat we doen, jouw plek daarin, jouw missie. Sharpen the saw, zegt Steven Covey. Als filosoof zeg ik dan: we moeten meer in dialoog! In de lessen maar ook erbuiten. Laten we interessante gasten uitnodigen, debatten en discussies voeren, (praktijk)plekken bezoeken… eropuit! Dus opleidingen, OC’s en studentenverenigingen, kom met jullie ideeën. Alleen samen kunnen we het onderwijs beter maken, zowel digitaal als ‘live’. Dat is de kans die ik zie. Jij ook?
* “Elke instelling die deelneemt aan het Versnellingsplan, investeert jaarlijks een substantieel bedrag op het thema van de zone waar de instelling aan meedoet. Voor een grote instelling is dit minimaal € 250.000 per jaar per zone.” Er zijn 8 zones.
De screenshots komen van de website versnellingsplan.nl
Mee eens, laat dit gezegd zijn: onderwijs is geen digitale instructie, onderwijs eist nabijheid en contact.