Own your frame

“Framing gaat over ‘gehoord worden’: aansluiten bij de belevingswereld van de ontvanger met een boodschap die blijft plakken én op de juiste manier blijft plakken”, begint Sarah Gagestein, framingspecialist en bekend van het boek ‘Denk niet aan een roze olifant’. Ook hulpverleners en docenten zouden zich bewust moeten zijn van het gebruik van juiste framing. Own your frame! 

Sarah Gagestein geeft advies over taal en framing aan bedrijven, politieke partijen, maar bijvoorbeeld ook aan de Dierenbescherming. Ze studeerde cum laude af op Retorica en Argumentatie en heeft haar eigen adviesbureau Taalstrategie.

Rosa kwam Sarah op het spoor door onderstaande uitspraak op haar website waarbij meteen lampjes gingen branden: dit geldt ook voor hulpverleners!

Sarah: “Alle vormen van communicatie waar waarden, gevoelens of ideologie bij komen kijken, moeten doorspekt zijn met krachtige frames. Want framing is in de eerste plaats simpelweg zeggen wat je bedoelt. Het betekent dat tussen de zinnen door – onbewust – dezelfde boodschap wordt uitgezonden als de zender in gedachten had. Het betekent dat je de juiste associaties en emoties aanspreekt, zodat de boodschap in het goede ‘vakje’ wordt geïnterpreteerd. Duidelijk spreken helpt ruis voorkomen, duidelijk framen doet dat ook. Want ruis is verlies aan overtuigingskracht.”

Ruis voorkomen en cliënten overtuigen om goede keuzes te maken is zeker iets waar hulpverleners naar streven. Maar hoe dan? En welke rol speelt framing daarbij?

Sarah: “Het eerste dat in me opkomt is de rolinvulling, namelijk die van adviseur met autoriteit. De cliënt leunt zwaar op het advies van de hulpverlener. Dat betekent dat je best een grote verantwoordelijkheid hebt tot je cliënt. Dat vraagt wat van je boodschappen, niet alleen qua inhoud (die moet kloppen), maar ook qua vorm. Horen cliënten wel wat je zegt? Of maken ze er wat anders van? Oftewel: hoe komt je advies over?”

Veel functies hebben een beroepscode. Hierin staat beschreven wat onder heldere communicatie en verantwoordelijkheid valt. Bijvoorbeeld in de Beroepscode voor de Jeugd- en Gezinsprofessional staat geschreven: ‘De jeugd- en gezinsprofessional verschaft de jeugdige cliënt en diens wettelijke vertegenwoordigers de voor een goede professionele relatie relevante informatie, zoveel mogelijk in een voor de cliënt(en) begrijpelijke taal.’

Begrijpelijke taal vraagt dus ook om een helder frame. Elk woord dat je kiest roept een beeld op en is dat het beeld dat je wilt?

Sarah: “Uit een onderzoek naar framing in de zorg, blijkt bijvoorbeeld dat als artsen de patiënten wijzen op het risico van complicaties (je hebt 10% kans dat het misgaat), patiënten eerder geneigd zijn de boot af te houden. Terwijl je ze er ook op kunt wijzen dat er 90% kans is dat het goedkomt. In beide gevallen zijn de kansen gelijk, maar zorgt de verwoording voor bias. Ik vind dat een arts – en eigenlijk elke hulpverlener – zich daar bewust van moet zijn.”

Maar hoe gaat dat bij slechtnieuwsgesprekken, zoals bijvoorbeeld in gedwongen hulpverlening? Cliënten willen die hulp vaak helemaal niet en jij bent dan al snel de ‘bemoeial’ die ‘vanuit de instanties’ komt.

Sarah: “Juist dan is het denk ik goed om heel scherp te krijgen voor jezelf welke frames en invullingen je bij de ander kunt tegenkomen (dus: dat ‘bemoeial-frame’). Dan kun je daarop inspelen: zorgen voor een alternatief frame waarbij je die ‘bemoeienis’ uitlegt op een manier waardoor cliënten zien wat het hen zelf oplevert. En ook waarom deze bemoeienis in hun belang is. Framen is lastiger bij ‘vijandig’ publiek, maar wel des te belangrijker, omdat iemand geneigd is jouw motieven anders in te vullen, wat in dit geval de zorgrelatie enorm kan schaden.”

Je ziet ook dat de boodschap niet altijd overkomt bij cliënten met een verstandelijke beperking. Ze begrijpen de boodschap niet of op hun eigen wijze. Hoe ga je daarmee om?

Sarah: “Pfoe, da’s een andere tak van sport eigenlijk, communicatie met verstandelijk beperkte mensen. Daar weet ik te weinig van om uitgebreid op te reflecteren, dus dat laat ik graag aan andere experts. Wat me wel belangrijk lijkt is om goed te checken wat zij gehoord hebben en dan goed te luisteren waar het verschil in beleving zit.”

Die andere experts, die vinden we op de HAN! Studenten aan onze academie leren verschillende communicatietechnieken en het inzetten van ‘alternatieve talen’, bijvoorbeeld beeldend werken. Er is zelfs een lectoraat dat zich uitdrukkelijk richt op de Ethiek van Verbinding met Mensen met een Verstandelijke beperking. Juist leren framen past dus bij onze doelgroep en opdracht.

Hetzelfde geldt voor docenten! 

Sarah: “Docenten kunnen effectiever informatie overbrengen als die herkenbaar, concreet en aantrekkelijk wordt verpakt. Om te beginnen: frame waarom dit waardevolle kennis/kunde is en motiveer zo studenten om ermee aan de slag te gaan. Ga ook op zoek naar herkenbare voorbeelden. Dat kun je zelf doen, maar ook samen met studenten natuurlijk! Wat me vaak opvalt is dat in onderwijscontext de theorie nogal… theoretisch blijft. Terwijl je studenten toch wilt meegeven hoe de ‘echte’ wereld werkt. Waarom de lesstof dan niet inbedden in die wereld?”