Voedselbanken: armoede onder de radar
Inflatiearmoede is een groeiend probleem in Nederland. Toch blijven er groepen buiten beeld van de Voedselbank. Terwijl ze hier wel aanspraak op mogen maken. “Deze armoede blijft onder de radar”, vertelt Letty Broere.
Letty Broere is voorzitter van de Voedselbank gemeente Druten en vertelt: “Met 2 anderen heb ik deze voedselbank in 2018 opgericht en in juni 2019 zijn we met veel hulp van vrijwilligers open gegaan.”
Als we door de jaren heen gaan, hoe gaat het met de Voedselbank in de gemeente Druten?
“De voedselbank helpt mensen die het (even) moeilijk hebben te voorzien in hun eerste levensbehoefte. Het eerste jaar liep al heel goed. Direct na de start kwamen er zo’n 40 tot 50 huishoudens naar ons toe. Het groeide door naar zo’n 70 huishoudens. We hebben een mini-supermarkt waar klanten kiezen uit allerlei soorten houdbare en verse producten voor elke maaltijd van de dag.“
“Toen kwam corona; we konden in onze kleine winkel de verplichte afstand niet houden, maar wilden ook geen standaardpakketten maken. Wij bouwden een online winkel en al snel konden de klanten online hun boodschappen uitkiezen. We zijn er best trots op dat wij dit als enige Voedselbank in Nederland doen.”
“Het afgelopen jaar groeiden we hard naar zo’n 100 huishoudens (300 monden zeggen wij), daarom bestellen de klanten nog steeds online hun boodschappen. Onze ruimte is te klein om fysiek te winkelen en we verwachten volgend jaar naar 200 huishoudens te groeien, dan wordt het helemaal lastig.”
200 huishoudens, is dat veel voor een plaats als Druten?
“Ja en nee, er wonen 18.000 mensen in de gemeente met 6% van de mensen onder de armoedegrens. Het kan dus het drievoudige worden.”
Wat zijn de redenen dat er mensen niet komen?
“Meerdere redenen, zoals trots, maar met name het schaamtegevoel of soms het niet weten dat we bestaan. Het zijn niet alleen mensen in de bijstand of statushouders, ze komen uit alle lagen van de bevolking. Denk aan een piloot, tweeverdieners, zzp’ers en ondernemers. Die laatste groep komt vaak niet, vanwege het risico dat er in het dorp over gepraat wordt.”
Online bestellen lijkt hiervoor dus een uitkomst, maar is bezorgen ook niet een manier om die drempel weg te halen?
“Daar denken wij inderdaad over na. We bezorgen nu wel bij mensen die ziek zijn.”
Spreek je de mensen vaak?
“Dat is een nadeel van het online winkelen, want bij het fysieke winkelen is er minstens een kwartier contact, omdat een gastvrouw meeloopt. Nu wordt het bij de balie opgehaald en is er een kort contactmoment. Tijdens het intakegesprek spreken wij de nieuwe klanten wel uitgebreid.”
Wat is het profiel van de klanten?
“Dat is lastig, Er is eigenlijk niet 1 specifiek profiel. Er komen verschillende mensen. Van alleenstaanden tot ondernemers, het is heel divers. Al hebben we weinig ouderen en studenten.”
Dat had ik eigenlijk niet verwacht.
“Daar heb je gelijk in, bij ouderen valt meer dan de helft onder de armoedegrens. De schaamte is zo groot bij deze groep, dat ze op een andere manier hulp zoeken. Ofwel via kerken, kinderen of ze doen het met minder. Verder zien wij steeds meer tweeverdieners. Mensen die eerst modaal of bovenmodaal verdienen, redden het nu gewoon niet meer.”
Hoe zit het met studenten?
“Bij de toekenning van voedselondersteuning gaat de voedselbank uit van het besteedbaar inkomen dat je maandelijks overhoudt voor voeding, kleding en dergelijken. Nadat vaste lasten zijn betaald. Er kloppen vrijwel geen studenten aan bij de Voedselbank, terwijl dat wel mag als je op jezelf woont. Voor een student die alleen woont is dit bedrag €300 per maand met een marge van 15%.”
Wat merken jullie als voedselbank van spanningen?
“Bij onze klanten zijn veel spanningen. Financiële problemen, gescheiden, geestelijke en lichamelijk ziekte, eenzaamheid. Armoede komt nooit alleen en veel spanningen komen er tijdens het intakegesprek uit. Wij zijn blij dat wij een klein beetje kunnen helpen. Dat kinderen weer een belegde boterham en fruit mee naar school nemen, een cadeau met hun verjaardag krijgen. Soms ontstaan er ook minder leuke of lastige situaties. Mensen die geld nodig hebben, bieden soms hun gekregen voedselproducten te koop aan.”
Hoe houden jullie voldoende voedsel voor de huishoudens?
“Dat is hard werken. Supermarktacties helpen goed, maar dat proberen we niet te vaak te doen. Toen we zo explosief groeiden afgelopen herfst, hebben we, ondanks het feit dat dat niet de bedoeling is. in overleg met alle voedselbanken gezond eten gekocht. Er is soms gewoon niet genoeg.”
Van welk geld koop je dat?
“We hebben veel trouwe sponsoren, de ‘Vrienden van de Voedselbank’. Ook krijgen wij subsidie van de gemeente en regelmatig geld van particulieren en ondernemers die willen helpen.”
Nu gaat het dus nog goed, maar als het aantal volgend jaar verdubbeld, wat verwacht je dan?
“We gaan áltijd door. Als we het niet redden, kloppen we aan bij de eerder genoemde ondernemers of doen we extra acties. Ook kreeg Voedselbanken Nederland 1,5 miljoen euro van de regering , waar wij bij calamiteiten aanspraak op kunnen maken.”
Het groeit dus hard, maar nog bereiken jullie niet iedereen?
“We blijven zoeken naar wegen om mensen te bereiken die de weg nog niet kennen. En hoe we de drempel om te komen verlagen. Ik sprak laatst een klant die zei: ‘Ik heb 1,5 jaar geleden jullie flyer gekregen. Die heeft 1,5 jaar op het aanrecht gelegen en nu kon ik niet anders meer.’ Zo extreem en heftig is het.”