Uitzonderingen op de ‘Studiewijzer Onderzoek’ studiejaar 2017-2018

Uitzonderingen op de ‘Studiewijzer Onderzoek’ studiejaar 2017-2018 in de begeleiding en beoordeling van het onderzoek voor de eindfase
In studiejaar 2017/2018 wordt middels pilots bekeken hoe het onderzoek in de eindfase het beste georganiseerd, begeleid en beoordeeld kan worden. Door deze ontwikkeling zie je verschillen ontstaan tussen opleidingen die zichtbaar worden in de begeleiding en beoordeling van het onderzoek van studenten in de school. Begeleiding en beoordeling wordt in alle opleidingen uiteraard wel  steeds samen met begeleiders uit de (academische) opleidingsscholen uitgevoerd. Opleidingen die het onderzoek dit jaar, op delen, anders hebben ingericht dan in de studiewijzer onderzoek beschreven staat zijn:

  • Aardrijkskunde
  • Duits/Frans
  • Economie
  • Natuur-/Scheikunde samen met AOS Alliantie VO-Notre Dame

Elke opleiding geeft hieronder in eigen woorden weer wat de doelen en opzet zijn van het onderzoek in het laatste jaar.
We zien deze ontwikkeling als een kans om te onderzoeken wat verschillende manieren van het begeleiden en beoordelen van het onderzoek opleveren voor de onderzoekende houding van de student. Om optimaal te kunnen leren uit deze verschillende manieren van  organiseren, begeleiden en beoordelen van het onderzoek in het laatste jaar wordt op dit moment een gezamenlijke evaluatie vormgegeven samen met de Expertisegroep Onderzoekend Leren van het ILS. Hierbij betrekken we uiteraard ook de (academische) opleidingsscholen. Vanuit deze gezamenlijke evaluatie kunnen dan nieuwe keuzes gemaakt worden voor de begeleiding en beoordeling van het onderzoek voor volgend studiejaar. Op deze manier hopen we de begeleiding en beoordeling van het studentonderzoek gezamenlijk te kunnen blijven verbeteren en ontwikkelen.

1. Pilot Aardrijkskunde

Doel Op een onderzoekende manier je lespraktijk ontwikkelen.

Werkwijze Het onderzoek bij aardrijkskunde bestaat uit drie kleinschalige praktijkonderzoeken naar handelingsverlegenheden of dingen die de student interessant vindt binnen de eigen lespraktijk. Deze drie onderzoeken dragen bij aan de competentie-ontwikkeling van de student en worden ook ingezet als extra bewijzen binnen de IT-3. Alle onderzoeken moeten voldoen aan de criteria zoals vermeld in het beoordelingsformulier van het ILS. De omvang van de verslagen of presentaties is wel beperkter. De drie onderzoeken worden beoordeeld volgens het beoordelingsformulier, het eindcijfer is het gemiddelde van deze drie cijfers. Team aardrijkskunde beoogd met deze aanpak onderzoek relevanter te maken voor de studenten en hun latere beroepspraktijk. Daarnaast willen we zo de studeerbaarheid van het programma in jaar 4 vergroten (een keer tijd investeren voor zowel bewijzen voor de IT-3 als voor het onderzoek).

Welke rol speelt het werkveld in de pilot? Het is lastig om hier in het kort een goed beeld te geven van welke kansen voor samenwerking er liggen. Bent u geïnteresseerd in de manier van werken in deze pilot, neem dan contact op met de contactpersoon (zie hieronder).

Contact Katie.Oost@han.nl

2. Pilot Duits/Frans

Doel De schrijflast van studenten naar beneden brengen en meer aandacht voor het onderzoeksmatig werken aan een praktijkprobleem en een onderzoekende houding.

Opzet In de nieuwe opzet wordt het aantal geschreven producten teruggebracht in omvang en wordt het onderzoek gepresenteerd op een congres dat de studenten zelf organiseren.  Daarnaast starten we dit jaar met onderzoekskringen om het samenwerken tussen studenten te stimuleren.

Hoe ziet het congres er uit? Studenten houden op die dag een inleiding op basis van theorie. Dan presenteren ze de resultaten van hun onderzoek met aandacht voor de methode en instrumenten die ze hebben gebruikt. De voorlopige conclusie en discussie worden gedeeld en deze kunnen op basis van input uit de zaal aangepast worden in de geschreven versie die ingeleverd moet worden.

Studenten zullen, vooraf aan de dag, abstracts schrijven (samenvatting van wat ze gaan vertellen) en zelf ook de dag organiseren en deelnemers werven (hier springen zo nodig docenten in).

Beoordeling Oz voorstel: De studenten schrijven een voorstel zoals het ook  in voorafgaande jaren gedaan werd. (feedforwardformulier)

  • Oz-Plan:

De schriftelijke rapportage bevat:

  • Inleiding
  • Onderzoeksvoorstel
  • Samenvatting voor congres
  • PowerPoint van presentatie theoretisch kader (deel 1 congres)
  • PowerPoint van presentatie onderzoeksmethode methode en resultaten (deel 3)
  • Conclusie en discussie (deel 2 congres is hierin verwerkt)
  • Reflectieverslag
  • Literatuurlijst

Bijlagen: onderzoeksinstrumenten, dataverzameling

Contact Mireille.vanderElst@han.nl (Frans), Theo.Bijkerk@han.nl  (Duits)

3. Pilot Economie

Doel Het onderzoek moet betekenisvoller worden door in het afstudeeronderzoek meer dan voorheen het ontwikkelen van een onderzoekende houding in de dagelijkse praktijk van studenten voorop te stellen. Dit houdt in dat we docenten willen opleiden die nieuwsgierig zijn, die vragen stellen en het belang zien van een systematische aanpak bij het beantwoorden van die vragen. De opleidingsdidactiek die we daarbij willen hanteren is die van het leren door doen en ervaren op de werkplek. Het opleidings-didactische uitgangspunt is er, meer dan voorheen, op gericht een positieve attitude te ontwikkelen t.a.v. onderzoek doen als een professionele handelings-strategie. Daarbij is het leren in een professionele leefgemeenschap van belang, dus leren met en van elkaar. Dit versterkt de bewustwording van het belang van onderzoek als ook de ontwikkeling van onderzoekende kennis en kunde.

Beoogde opzet en werkwijze
Deze beschrijving is in eerste instantie een economie-pilot-kring (maar de werkwijze lijkt ons transfereerbaar naar andere opleidingen). Studenten werken aan drie deelproducten. Deze deelproducten zijn er steeds op gericht inzicht te verzamelen in de leer en motivatieprocessen van de eigen les. In elk deelproduct staat dan ook één (deel van een) korte onderzoekscyclus centraal ten aanzien van:

  • Meten van de vakbeleving
  • Leerlingen bevragen
  • Iets nieuws uitproberen


Beoordeling
De beoordeling vindt plaats op basis van een combinatie van schriftelijke en mondelinge verslaglegging. De verantwoording van de consistentie van het onderzoek, dus de samenhang tussen vraagstelling, theoretische inbedding, methode, resultaten en conclusies vindt plaats in het schriftelijk verslag. Daarnaast geven studenten een presentatie waarin elke individuele student zijn/haar eigen ontwikkeling zichtbaar maakt t.a.v. de onderzoekende houding.
Het ILS-brede beoordelingsmodel voor afstudeeronderzoek wordt hierbij gehanteerd om het geheel van deelopdrachten en de afrondende presentatie te beoordelen. Hiertoe maken we in het beoordelingsmodel onderscheid in criteria die op basis van het schriftelijk verslag beoordeeld worden als criteria die beoordeeld worden op basis van de presentatie.

Contact Jolanda.Suiker@han.nl, Roel.Grol@han.nl


4. Pilot Nask/ AOS Alliantie vo-Notre Dame

Doel Het onderzoek in de eindfase is een authentieke leertaak passend bij het beroep van leraar waar we voor opleiden

Opzet De onderzoekskring ‘de onderzoekende leraar’ is als volgt vormgegeven:

  • Studenten starten met een kleine vraag/probleem/interesse waar ze meer over willen weten afkomstig uit ervaringen/vragen/moeilijkheden die ze hebben ervaren tijdens hun stage
  • Studenten voeren 3 onderzoeksactiviteiten uit: een toetsanalyse, klassenportret en een verbeteractie. Voor dit jaar hebben we ervoor gekozen om deze activiteiten ook door studenten in deze volgorde te laten doorlopen. Zodat ze tegelijk bezig waren met dezelfde activiteiten en van elkaar konden leren.
  • Het antwoord op de ene vraag leidt tot een nieuwe vraag voor de volgende onderzoeksactiviteit. Waardoor studenten drie kleine onderzoekscycli doorlopen die uit elkaar volgen.
  • Elke onderzoeksactiviteit krijgt een kort verslag. Na afloop van de uitvoering worden de uitwerkingen van de drie activiteiten gebundeld en volgt een afsluitende (reflectie) opdracht in de vorm van een presentatie. Gezamenlijk moet dit het bewijs leveren voor de onderzoekende houding en zichtbaar/voorgenomen onderzoekend handelen. Het verslag en de presentatie samen worden beoordeeld met behulp van het beoordelingskader bachelor ‘afstudeeronderzoek’ van het ILS 2016/2017.


Opbrengsten eerste jaar

  • Alle studenten, die de onderzoekskring het hele jaar hebben doorlopen, hebben een voldoende en dus het Bachelorniveau gehaald volgens het gebruikte beoordelingskader. Ze scoren allemaal hoog op de beschrijving van de aanleiding, context en het probleem, de onderzoeksvraag en het criterium dat gaat over de werkwijze/onderzoekende houding. Het laagst scoren ze op de criteria voor het theoretisch kader, beschrijving van de uitvoering en de conclusie van het onderzoek. Dat lijkt erop te wijzen dat met name op het navolgbaar en onderbouwd, verwijzend beschrijven van het proces en de uitkomsten nog wat te winnen valt.
  • Moeilijkheden die de beoordelaars hebben ervaren bij het beoordelen zijn het beoordelen van validiteit en betrouwbaarheid en het gezamenlijk beoordelen van verslag en presentatie. Wat weegt zwaarder een presentatie of een verslag? De externe validiteit en betrouwbaarheid zijn natuurlijk ook moeilijker te realiseren in dit kleine onderzoek vandaar dat we aan de examencommissie hierover hebben geschreven: “de focus voor dit onderzoek echt de bijdrage van het onderzoek aan de praktijk en de onderzoekende leraar is en we studenten daar met name voor willen kunnen waarderen. Dat brengt bijvoorbeeld met zich mee dat het expliciet benoemen van validiteit en betrouwbaarheid bij ons geen doel is maar wel iets is waar studenten op kunnen reflecteren.”
  • In de praktijk blijkt echter de reflectie hierop ook minimaal te zijn en de meerwaarde voor de praktijk breder dan individuele student en eigen klas niet evident.


Conclusies

De onderzoekskring ‘de onderzoekende leraar’ heeft in schooljaar 2016/2017 gedraaid met als voornaamste doelstellingen dat studenten leren hoe ze onderzoekend kunnen handelen tijdens hun stage en in hun toekomstig beroep. Helaas hebben maar 3 studenten de onderzoekskring volledig doorlopen en afgerond. Toch kunnen we op basis van de eerste ervaringen zeggen dat deze studenten door deze kring een positieve ervaring hebben opgedaan met onderzoek en aangeven dat ze zich in staat voelen om opnieuw onderzoek in de praktijk te kunnen doen en ook verwachten dat dit nog van pas kan komen. Daarnaast vinden ze de structuur, begeleiding en samenwerking in een onderzoekskring erg prettig. Ze hebben met dit onderzoek allemaal het bachelorniveau kunnen aantonen. Aandachtspunten zijn nog de navolgbaarheid van het verslag en de onderbouwing van beslissingen met behulp van literatuur.

Om nader te onderzoeken wat deze onderzoekskring voor studenten kan betekenen en of alle doelstellingen behaald worden is het van belang om meer studenten in de onderzoekskring te volgen en te bevragen. Omdat de open vragen niet elke student hebben uitgedaagd om over alle doelstellingen iets te zeggen kunnen hiervoor waar mogelijk het beste bestaande instrumenten gebruikt worden of nieuwe ontwikkeld worden die specifiek op deze doelstellingen bevragen

Vervolg

Niet alleen studenten hebben positief gereageerd op de onderzoekskring. Ook het werkveld heeft naar aanleiding van door ons gehouden presentaties zeer positief gereageerd op deze nieuwe manier van aanpak. Daarom gaat in het schooljaar 2017/2018 gaat de onderzoekskring ‘de onderzoekende leraar’ weer van start met natuur- scheikunde studenten samen met studenten die stage lopen op scholen in het samenwerkingsverband AOS Alliantie-Notre Dame. Dit geeft ons de kans om het onderzoek nog beter te laten aansluiten bij de stage door de onderzoeksbegeleider in de school maar ook de werkplekbegeleider bij het onderzoek en de voortgang van de onderzoekskring te betrekken. Daarnaast willen we met deze grotere groep beter zicht krijgen op de uitkomsten van de onderzoekskring voor de onderzoekende houding, onderzoekend handelen en de attitude ten opzichte van onderzoek van de studenten. De bijeenkomsten en begeleiding wordt verbeterd op basis van de uitkomsten van deze evaluatie door bijvoorbeeld het navolgbaar schrijven en gebruik van literatuur meer aandacht te geven.

Contact Janneke.vandersteen@han.nl, Karin.Kiewiet@han.nl