Op weg naar een lerende regio
Vanmiddag wordt in Den Haag de laatste deelstudie gepresenteerd van het project ‘Lerend op avontuur’. In de publicatie Op weg naar een lerende regio worden zes vuistregels geformuleerd om de kans op een lerende regio tussen overheden, veldpartijen en kennisinstellingen te vergroten. Alle drie de publicaties kwamen tot stand met steun van de Stichting Innovatie, Kwaliteit en Professionaliteit in het Openbaar Bestuur (IKPOB).
In dit derde en laatste wordt gezocht naar de condities waaronder de totstandkoming van een lerende regio de meeste kansen heeft. Allereerst wordt vanuit de literatuur uitgediept wat het begrip ‘lerende regio’ in de context van de ontwikkelingen in het sociaal domein omvat. De onderzoekers stellen dat de voorspelbaarheid en onzekerheid in deze maatschappelijke opgave vraagt om adaptive governance; een proces van agenderen, leren en experimenteren. Verder is een zestal succesvol opererende netwerken in de Achterhoek onderzocht op de factoren voor hun succes.
Ook is er een deelonderzoek uitgevoerd naar het lerend vermogen bij de acht Achterhoekse gemeenten intern. En er heeft een analyse plaatsgevonden van documenten en ontwikkelingen in de Achterhoek in de afgelopen jaren. Het is niet mogelijk om een lerende regio te ‘plannen’ of te ‘ontwerpen’ in een complexe omgeving, waarin vele partijen met elkaar moeten samenwerken. De verdienste van dit werk is dat de observaties zijn vertaald in een zestal vuistregels, die de kans op het ontstaan van een lerende regio of lerend netwerk vergroten.
De zes vuistregels zijn:
- Beschouw elk vraagstuk als een kennisvraagstuk en kans om samen te leren (naar tweede en derde orde leren);
- Zoek juist de partners op waarmee je gewoonlijk niet of nauwelijks samenwerkt;
- Ga uit van WHY; de bedoeling;
- Contextuele grenzen zijn flexibel;
- Zoek de uitdaging in de complexiteit;
- Partners zijn gelijkwaardig EN rollen in verschillende situaties verschillend.
In het project ‘Lerend op avontuur’ werd getracht zicht te krijgen op de factoren die bijdragen aan een lerende regio. In geval van een lerende regio is sprake van intensieve, structurele samenwerking in een netwerk van onderzoek, opleiders, lokale overheden en maatschappelijke instellingen. In het eerste rapport Kenniscirculatie tussen opleidingen en lagere overheden werd onderkend dat partijen onvoldoende bewust bezig zijn met kenniscirculatie. Kenniscirculatie gaat over het circuleren van kennis tussen professionals in het openbaar bestuur en kennisinstellingen, om te komen tot innovaties en verbetering van het openbaar bestuur.
In de tweede deelstudie Condities voor kennisdeling is onderzocht hoe een in de Achterhoek functionerend Kennisplatform voor professionals in het sociaal domein functioneert. Er zou volgens dit rapport gezocht moeten worden naar manieren om de variatie en diepgang in de uitgewisselde kennis te vergroten. Participanten moeten daarvoor over meer communicatieve en reflectieve vaardigheden gaan beschikken en met meerdere perspectieven of rationaliteiten tegelijkertijd kunnen spelen. Kennisdeling moet eerst en vooral een cultuur op de werkplek worden en een natuurlijke houding bij de betrokkenen.