Onderzoek maatschappelijke (meer)waarde Stips

stip1In opdracht van Het Inter-Lokaal voert het Kenniscentrum Publieke Zaak in samenwerking met docenten en studenten van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening een meerjarig onderzoek uit naar de maatschappelijke (meer)waarde van de Stips in Nijmegen. In het kader van dit onderzoek heeft er op woensdag 16 november 2016 een spiegelbijeenkomst plaatsgevonden met betrokken partijen van Stip Zuid. Bijeenkomsten in Stip Oud-West en Stip Midden zijn hieraan vooraf gegaan.

De vraag die aan dit onderzoek ten grondslag ligt, luidt: worden de Stips vormgegeven en uitgevoerd zoals bedoeld? En wat levert dit op voor de wijk? Het algemene doel van het onderzoek is gericht op het leveren van een bijdrage aan de herstructurering van het sociale domein in Nijmegen. Concreet wordt er met dit onderzoek beoogd inzicht te geven in het functioneren van de sociale interventie van de Stips, namelijk:

  1. inzichtelijk te maken welke veronderstelde verwachtingen de Stips dienen waar te maken;
  2. te toetsen in hoeverre deze verwachtingen in de praktijk tot uitdrukking komen;
  3. en hieruit lessen te trekken voor de verdere doorontwikkeling van de Stips.


Wat is de Stip?

Onder dienstverlening in het sociaal domein wordt de keten aan diensten van hulpvragen tot beantwoording daarvan via informatie, advies, ondersteuning, vraagverheldering of bemiddeling verstaan. Het gaat hierbij om kortdurende ondersteuning. Met deze diensten worden burgers wegwijs gemaakt in het woud van regelingen en voorzieningen, ondersteunen de diensten bij het maken van keuzes op het gebied van werk & inkomen, zorg & welzijn, wonen en bij het aanvragen van voorzieningen. Ook verdergaande advisering en ondersteuning bij juridische kwesties vallen onder deze keten van dienstverlening. In het verlengde van de wijkgerichte Wmo-aanpak, wordt de genoemde dienstverlening zoveel mogelijk op wijkniveau gebundeld, in de vorm van gebiedsgerichte informatiepunten, oftewel Stips. Voor en door bewoners is hierbij het motto.

In de Stip zijn zowel beroepskrachten als vrijwilligers (buurtbewoners) werkzaam. Ondersteund door beroepskrachten beantwoorden vrijwilligers hulpvragen van bewoners. Met de oprichting van Stips in Nijmegen is er geen blauwdruk voorgegeven hoe de Stips vorm gegeven dienen te worden in de wijk. De wijkgerichte aanpak dient in de praktijk ontwikkeld te worden, op basis van behoeften in de wijk, wensen van bewoners en hoe medewerkers van de Stip hier invulling aan willen en kunnen geven. Anno 2016 zijn er zes Stips in verschillende stadsdelen van start gegaan.

De uitdaging

Doordat er voorafgaand geen blauwdruk is voorgegeven hoe de Stip dient te worden vorm gegeven in de wijk, veel partijen betrokken zijn die ieder voor zich verschillende doelen hanteren en vaak ook nog eens veranderen tijdens de uitvoering van de interventie, is er niet gekozen voor een klassieke evaluatiemethode. De wijkgerichte of op community-interventie, in de vorm van de Theory of Change methode (ToC), lijkt in deze context een meer praktisch uitvoerbaar alternatief (Weiss, 1995).

De kern van de ToC benadering is dat wordt nagegaan wat de inhoudelijke veronderstellingen achter een interventie zijn en dat kritisch wordt onderzocht of deze veronderstellingen plausibel en realistisch zijn. Uitgangspunt is dat deze assumpties bij de interventie van betrokken partijen kunnen verschillen: beleidsmakers kunnen hele andere ideeën hebben over de (werking) van de interventie dan de professionals die de interventie uitvoeren, of de personen die deel uitmaken van de doelgroep van de interventie. Daarom is het van belang de interventietheorie van alle betrokkenen in beeld te brengen vóórdat doelen worden geëvalueerd.

Onderzoeksactiviteiten

Om de interventietheorie met alle betrokkenen rondom een Stip in kaart te brengen zijn er verschillende activiteiten ingezet. Begin 2016 zijn acht studenten van start gegaan in Stip Midden, Oud-West, Zuid en Dukenburg. In tweetallen hebben zij geobserveerd en meegedraaid op de verschillende locaties. In totaal zijn er 29 interviews afgenomen met bewoners en medewerkers van de Stip. Met de interviews zijn studenten te weten gekomen wat volgens de bewoner of medewerker een Stip zou moeten doen of zijn. Ook is er gevraagd hoe hieraan gewerkt kan worden of wat er al wordt gedaan. Op dit moment worden twee andere locaties door studenten bezocht én onderzocht: Stip Centrum en Nieuw-West.

Naast interviews en participatieve observaties zijn er groepsbijeenkomsten georganiseerd op buurtniveau. Met de groepsbijeenkomsten op buurtniveau wordt er getracht met verschillende partijen (bewoners, medewerkers, samenwerkingspartners en beleidsmakers) een dialoog te voeren over thema’s die veelvuldig naar voren zijn gekomen in de interviews. Deze groepsbijeenkomsten dienen als een spiegelbijeenkomst waarbij vanuit verschillende perspectieven naar een onderwerp wordt gekeken en alle deelnemers op elkaar kunnen reageren. Op deze manier ontstaat er een beeld van de betreffende Stip; welke doelen streven bewoners en medewerkers na, inclusief samenwerkingspartners in die buurt en beleidsmakers vanuit het gemeentelijk perspectief.

Ervaringen en inzichten tot nu toe

Voor de geselecteerde Stips zijn een aantal gemeenschappelijke verandertheorieën te noemen. Speerpunten zijn ´het voorkomen dat mensen (verder) in (financiële) problemen komen’, ‘met de signaleerfunctie van de Stip kunnen (nog) onzichtbare problemen in kaart worden gebracht of ‘met elke komst naar de Stip leert de bewoners iets nieuws, dit bevordert de ontwikkeling, draagt bij aan de eigen kracht en zelfredzaamheid van de bewoner’. Laagdrempelig is een term die hierbij steeds terugkomt. Door de centrale plek van de Stip in de buurt, is dienstverlening meer toegankelijk, ook voor kwetsbare bewoners.

Vervolg

In februari 2017 worden alle resultaten gebundeld in één rapport en zal er een presentatie plaatsvinden voor alle betrokkenen en geïnteresseerden. Tevens wordt er in kaart gebracht hoe het tweede deel van het onderzoek, de evaluatie naar de Stips, zal worden vormgegeven.

 stip2