Afgelopen week namen Petra Kanters (Hogeschool Rotterdam) en Frans de Vijlder in Wenen deel aan de jaarlijkse bijeenkomst van het internationale netwerk ‘Teaching Public Administration & Management’ (TPAM): een netwerk om kennis en ervaringen uit te wisselen over opleidingen gericht op het publieke domein.  Voor de bijeenkomsten wordt telkens een bepaald thema gekozen en dit jaar was dat ‘Transforming Public Sector: Competencies & Skills.

De deelnemers aan de bijeenkomst waren afkomstig uit een aantal Europese landen en uit Zuid-Afrika, zowel van opleidingen-instellingen met een sterk ‘Research’ karakter (wetenschapsgericht) als ‘Universities of Applied Sciences (praktijkgericht). Een ander verschil, vooral wat de masteropleidingen betreft, is of ze zich richten op initieel onderwijs in de vorm van een masteropleiding direct aansluitend op de bachelor, dan wel ‘professional’ masters, die zich richten op mensen met minstens enkele jaren werkervaring. Dat leverde soms spannende gesprekken op naar aanleiding van de ingebrachte papers en presentaties.

Dat was ook het geval naar aanleiding van de presentatie over de curriculumherziening van onze master Management en Innovatie in Maatschappelijke Organisaties. In ons MMI-curriculum wordt bijvoorbeeld veel aandacht besteed aan houding en gedrag, onder meer in de modules die betrekking hebben op persoonlijk leiderschap en we geven dat ook in ons toetsprogramma aandacht. Voor de researchgeoriënteerde Masters is dat een ongebruikelijk accent; daar ligt de nadruk veel meer op vakgerichte kennis en is een onderdeel dat gericht is op persoonlijk leiderschap een facultatief, niet-verplicht onderdeel.

Maar er was ook een presentatie van een Zuid-Afrikaanse deelnemer over de curriculumherziening van de opleiding aan de University of South Africa (UNISA), Pretoria, die een aantal opvallende overeenkomsten vertoonde met de accenten in ons nieuwe curriculum, namelijk het grote belang dat gehecht wordt aan kritisch denkvermogen en kritische persoonlijkheid, de nauwe aansluiting bij concrete vraagstukken in de praktijk, daarin als ‘netwerkprofessional’ kunnen acteren, het kunnen omgaan met onzekerheid en een politieke context.

En er was een belangrijke, overigens breder gedragen, overeenkomst in de visie dat de opleiding moet bijdragen aan de transformatie van het publieke domein. Dat was een element dat in veel andere bijdragen ook terug te vinden was, aansluitend bij het specifieke thema van deze bijeenkomst. Vanuit Nederland participeert ook de Erasmusuniversiteit Rotterdam in het netwerk. Met een aantal van de partners hebben we afspraken gemaakt (of zijn in de maak) over mogelijke samenwerking in onderwijs en publicaties, onder meer in het kader van een handboek over ‘Teaching Public Administration’.

De bijeenkomst vond voor een deel plaats op de indrukwekkende gloednieuwe Campus van de Wirtschaftsuniversität Wien, een pareltje van architectuur voor onderwijsinstellingen, en zonder kostenoverschrijding gebouwd. Maar ook de vestiging van de Fachhochschule, waar het andere deel van de bijeenkomst plaats vond, mocht er zijn, in een bijgebouw op een landgoed bij aan de rand van Wenen.

Vermoedelijk wordt de volgende bijeenkomst van het netwerk in Nijmegen georganiseerd met als specifiek thema de veranderende rollen van publieke professionals in het publieke  domein. Dit onderwerp sluit namelijk nauw aan op een van de programmalijnen van het Kenniscentrum Publieke Zaak.