Grensoverstijgend samenwerken in het fysieke domein: vanuit een gemeenschappelijk doel
“Iedereen staat voor de publieke zaak en werkt aan een gemeenschappelijk belang. We zijn geen concurrenten en dat helpt bij het grensoverstijgend samenwerken. Denk aan de kwaliteit van de openbare ruimte op orde houden,” legt Walter van Kessel uit, unitleider beheer buitenruimte a.i. bij Circulus-Berkel.
Walter van Kessel werkt al jaren in de publieke dienstverlening van gemeenten en met gemeentelijke samenwerkingsverbanden in het fysieke domein. Het is dus ook niet vreemd dat hij bij een aantal zaken te maken kreeg met de HAN en in het bijzonder het Kenniscentrum Publieke Zaak. Zo was Van Kessel betrokken bij een post-hbo leergang ‘Samen sturen op beheer openbare ruimte en afval’. Naar aanleiding van het boek ‘Grensoverstijgend samenwerken, leren en opleiden in het sociaal en gezondheidsdomein’, neemt Walter van Kessel ons mee in de wereld van grensoverstijgend samenwerken in het fysieke domein.
Integraal samenwerken
“Gemeenten hebben een zorgplicht. Ze zijn onder andere verantwoordelijk voor de inzameling van huishoudelijk afval en het beheer van de openbare ruimte,” vertelt Van Kessel. “Om dit optimaal te laten gebeuren, staat integraliteit hoog in het vaandel. Professionals werken samen om werkwijze en expertise op elkaar af te stemmen om processen zo goed mogelijk te laten verlopen.”
Zeker bij actuele thema’s zoals duurzaamheid, zien gemeenten kansen voor samenwerking. Bijvoorbeeld bij het verwerken van bladophaal tot compost zoeken ze grensoverstijgend naar oplossingen. Van Kessel: “In een aantal gemeenten wordt blad omgezet tot Bokashi, een product dat ontstaat bij de fermentatie van organisch materiaal, een soort compost. Dat product wordt bijvoorbeeld weer gebruikt in de landbouw of in de plantsoenen.” Om dat te realiseren werken verschillende partijen samen rondom de bladinzameling, ophalen en verwerking van het blad.
“Deze samenwerking gaat niet vanzelf”, legt Walter van Kessel uit. “Er zijn accentverschillen tussen buurtgemeenten bijvoorbeeld bij bladinzameling of afvalverwerking, daar moet eerst afstemming over zijn. De ene gemeente doet bijvoorbeeld aan omgekeerd inzamelen. Hierbij verzamelen inwoners plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons (pmd), groente- fruit- en tuinafval (gft) en papier en karton in containers, aan huis. Wat overblijft als restafval gaat naar een ondergrondse verzamelcontainer in de buurt. Andere gemeenten gebruiken diftar: waar inwoners betalen per afvalzak restafval. Samenwerking is lastig als er verschillen zijn qua beleid en uitvoering.”
Samenwerken met een gemeenschappelijk doel
Grensoverstijgend samenwerken in het fysieke domein werkt vooral als er gemeenschappelijk beleid is en duidelijke doelstellingen zijn. “Ook als er economische voordelen zijn, zoals samen een duurzaam wagenpark aanschaffen. Maar ook andere voorbeelden als: een goed onderhouden plantsoen midden in de wijk, duurzame manier van afvalverwerking, inwonersparticipatie stimuleren, een wijk of dorp levendig houden. Een voorbeeld hiervan is dat in sommige wijken de inwoners zelf zwerfafval inzamelen of openbaar groen onderhouden. De gemeente levert dan middelen – denk aan prikstokken, een verzamelpunt, zakken en eventueel een kleine vergoeding – maar de mensen doen zelf het werk. Hierdoor zijn ze zelf verantwoordelijk voor een schone leefomgeving, waardoor de wijk leefbaarder wordt en er meer aandacht voor de sociale kant is.”
Beperkingen grensoverstijgend samenwerken: verschillen in aanpak en geldstromen
Maar samenwerking op deze schaal gaat niet vanzelf. “Binnen de gemeenten zijn geldstromen gescheiden tussen en sociale- en het fysieke domein, terwijl er interessante mogelijkheden ontstaan als daar slimmer mee gewerkt wordt. Ook de politieke kleur kan samenwerking in de weg zitten. Zeker als het over het beheer openbare ruimte of afvalbeheer gaat, hebben gemeenten verschillend beleid en werken verschillende gemeenten met verschillende bedrijven, waar op diverse manieren wordt gewerkt. Met een aantal gemeenten samen beleidsstukken oppakken gaat over het algemeen goed. Ambtenaren komen elkaar veel tegen en willen echt van elkaar leren. Als je bijvoorbeeld kijkt naar arbeidsparticipatie zijn er verschillen tussen mensen, geldstromen en middelen. Dan is over gemeenten heen lastig te organiseren, gezamenlijk oppakken is dan complex.”
Een voorbeeld vanuit het werk van Van Kessel bij Circulus-Berkel, actief in zowel het afval- en grondstoffenbeheer als in het beheer van openbare ruimte, waar ze veel mensen inzetten vanuit de voormalige Sociale Werkvoorziening (SW). “Vroeger werd dat vaak door één SW-bedrijf voor meerdere gemeenten gedaan, maar dit is nu veel meer versplinterd. Soms zijn er wel 3 of 4 partijen in een gemeente. En elke partij heeft weer een andere manier van werken, maakt gebruik van andere geldstromen. Samenwerking wordt dan steeds complexer.”
Grensoverstijgend samenwerken over domeinen heen
Bij het fysieke domein gaat het veelal over milieubeheer, ruimtelijke ordening, beheer openbare ruimte, afvalbeheer, riolering en waterhuishouding. Hoe werken gemeenten en bedrijven binnen dit domein samen met het sociale domein? “Dat gebeurt vaak”, vertelt Walter van Kessel. “Activiteiten in de openbare ruimte lenen zich juist goed voor het inzetten van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, zoals bij groenonderhoud, straatreiniging en (zwerf)afvalinzameling. De gemeente of gemeentelijke samenwerkingsverband zoals Circulus-Berkel, zetten deze mensen in bij hun activiteiten. Het bedrijf heeft hierdoor werknemers, de gemeente en andere instanties zien werkloosheid verminderen en een prima invulling voor participatie.”
Een ander voorbeeld is het thema inwonersparticipatie. Inwoners van een wijk zijn trots op het pleintje midden in hun wijk met een speeltuin en groenvoorziening. Uit een gesprek met de wijkvereniging blijkt dat de inwoners ervoor pleiten het pleintje zelf te onderhouden. Ze willen bepaalde planten of meer kleur in het tuintje. Daarvoor is een groenovereenkomst in het leven geroepen. “De gemeente maakt dan afspraken: groenovereenkomsten. Hierin staat welke middelen of financiën ze nodig hebben om dit te doen, welk (kwaliteits)beeld de gemeente heeft bij het onderhoud van het pleintje en welke regels er zijn bij het onderhouden van deze openbare ruimte. In deze situatie werkt de gemeente (beleidskaders en kwaliteitseisen), Circulus -Berkel (vanuit beheer van de openbare ruimte) en de inwoners (die nu de onderhoud gaan doen) samen door deze groenovereenkomst vast te stellen. De gemeente stimuleert dit, omdat het de sociale cohesie versterkt, de bewoners activeert en goed is voor de sociale verbinding in de wijk.”
Vooruitgang door grensoverstijgend kennis te delen
Waar zijn nog wel kansen voor betere grensoverstijgende samenwerking? Van Kessel: “Vaklui worden steeds schaarser. Steeds minder mensen hebben een technische achtergrond, terwijl dit zo belangrijk is voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. De kennis van de vaklui is ook belangrijk voor beleidsmakers als het gaat om ervaringskennis uit het veld over thema’s rondom afvalinzameling en onderhoud van wijken. Ook is er nog winst te behalen bij de uitvoerende partijen zoals samenwerkingsverbanden van gemeenten, door samen te werken kunnen zij veel van elkaar leren en daardoor meer bereiken.”
En dat begint ook bij het onderwijs. “In opleidingen moet er meer aandacht komen voor grensoverstijgend samenwerken. Zodat ze zien wat grensoverstijgend samenwerken oplevert, zodat er vraagstukken vanuit meerdere kanten wordt bekeken en door samen met een gemeenschappelijk doel te werken, kun je ook vernieuwen, innovaties doorvoeren,” ziet Van Kessel. “Dat is natuurlijk geweldig voor de studenten en vakgenoten, maar ook zeker voor de inwoners van wijken en dorpen.”