Interesse in een professional die met een frisse blik naar jouw HRM-beleid kijkt, de nieuwste inzichten meebrengt en waardevol advies geeft? Lees dan verder!

PERIODE
De derdejaarsstudent loopt 22 weken stage, vier dagen per week. De vijfde werkdag is voor de student gereserveerd voor opdrachten vanuit de HAN. Elke maand is er op de HAN een vaste terugkomdag (bijvoorbeeld de dinsdag of de vrijdag) voor de studenten. De student volgt de werktijden en vakantierichtlijnen van de organisatie. De stageperiode start twee keer per jaar en de organisatie kiest voor welke periode zij een student aanneemt:
• september – januari / februari – juni

VOORWAARDEN STAGEPLEK
De organisatie heeft een HR-afdeling en bij voorkeur zijn er meerdere HR-adviseurs werkzaam. De stageplek moet de student de gelegenheid bieden om volwaardig mee te draaien en zich
voornamelijk te focussen op project- en adviestaken.

GROOTTE VAN DE ORGANISATIE
De organisatie heeft bij voorkeur een omvang van ten minste 50 medewerkers en meerdere interne stakeholders waarmee de stagiair kan samenwerken.

TAKEN VAN DE STUDENT
De focus van de stage ligt op project- en adviestaken op meerdere HR-werkterreinen. Hier is de student dan ook minimaal de helft van de week mee bezig. De overige tijd kan de student eventueel administratieve ondersteuning bieden.

WAT HEEFT DE STUDENT NODIG?
• Ruimte om zich in minimaal twee verschillende HR-werkterreinen te verdiepen. Voorbeelden: werving en selectie, personeelsplanning en deskundigheidsbevordering.
• De mogelijkheid om organisatiegegevens te vergaren voor opdrachten vanuit de HAN (deze opdrachten maakt de student buiten de stagedagen).
• De mogelijkheid om een QuickScan uit te voeren van hr-data waarbij de aanwezigheid en relevantie van hr-data in beeld wordt gebracht. De student zal hier naar verwachting één dag voor nodig hebben. De organisatie ontvangt (na de stageperiode) een advies over hoe zij het gebruik van hr-analytics kunnen verbeteren of optimaliseren.
• Een praktijkbegeleider vanuit de organisatie die aanwijzingen en feedback vanuit praktische en theoretische kennis geeft.
• De mogelijkheid om beroepsproducten waaraan de student heeft bijgedragen te delen met de begeleidend docent.

BEGELEIDING VANUIT DE ORGANISATIE
• Een praktijkbegeleider die ervaring heeft als HR-adviseur en minimaal hbo werk/denkniveau heeft en voldoende tijd en gelegenheid heeft voor de begeleiding en beoordeling van de
student.
• Voor aanvang van de stage ondertekenen de praktijkbegeleider en student een contract. Hierin staan onder andere de afspraken en begin- en eindweek van de stageperiode.

ONDERSTEUNING VANUIT DE HAN
• Het Praktijkbureau HRM heeft voor aanvang van de stage contact met de organisatie, zorgt voor bemiddeling (matchen) tussen student en organisatie, draagt zorg voor het contract, de
handleiding en het beoordelingsformulier.
• De begeleidend docent begeleidt de student in het leerproces en stelt, in overleg met de praktijkbegeleider van de organisatie, het uiteindelijke cijfer voor de stageperiode vast.

INTERESSE?
Neem dan contact op met Esther Gunsing, coördinator van het Praktijkbureau HRM: praktijkbureau.hrm@han.nl