Estafette-interview: Lianne Remijn
Dit keer in het estafette-interview: Lianne Remijn. ‘Wat ik zou wensen voor APS is dat alle docenten voor een bepaald percentage bij een andere opleiding werken of in een lectoraat. Zodat ze ervaringen en nieuwe inzichten kunnen meenemen in het eigen onderwijs.’
Voor andere collega’s kan ik me voorstellen dat zij collega’s opzoeken van andere academies. Om te kijken wat je van elkaar kunt leren.
Vertel eens iets over jezelf
Ik ben getrouwd, heb 3 kinderen tussen 20 -23 jaar en woon in Nijmegen. Een van mijn kinderen woont nog thuis. De andere 2 wonen in Amsterdam en in Eindhoven. Ze zijn alle 3 hele andere richtingen opgegaan. Terwijl mijn man en ik allebei uit de gezondheidszorg komen. In 2017 heb ik mijn promotie gedaan over kauwen bij kinderen met cerebrale parese. Dat heeft raakvlakken met Tandheelkunde. Het grappige is dat ik ook literatuur heb gebruikt van mijn dochter, die Tandheelkunde studeert.
Welke hobby’s heb je?
Privé en werk lopen wel erg door elkaar. Ik winkel graag om inspiratie op te doen op het gebied van kleding en interieur. Thuis dingen aanpassen vind ik erg leuk, daar ben ik ook wel redelijk creatief in. Daarnaast sociale contacten onderhouden, gezellig met iemand ergens wat gaan drinken, uitnodigen en lekker koken. Ik houd van ‘keep it simple’, zoals bruschetta’s en ovenschotels maken. We hebben een zeilboot, die vraagt ook wat tijd, vooral in de zomer. De zeilboot ligt in Almere aan Het Markermeer. Dat is heel overzichtelijk. Je gaat van Almere naar Volendam of Monnickendam, daar lekker uit eten en overnachten. In de zomer kun je een rondje doen langs al die steden. Leuk in zo’n haven, lekker kneuterig, altijd gedoe.
Welk boek of film spreekt je het meest aan?
Ik lees eigenlijk alles wat een beetje voorhanden komt. Over het algemeen romans. Ik vind psychologische thrillers wel lekker om te lezen. Een tijdje geleden heb ik ‘Klein geluk’ gelezen. Arthur Japin schrijft prachtige boeken. Die raken me meestal wel. Zijn gebruik van taal is mooi, hij heeft prachtige beschrijvingen.
Met de lockdown heb ik Netflix uitgevonden. Ik heb The Crown helemaal gevolgd. Ook wel films of series die vriendinnen me aanraden. Liever de romantische films waar een verhaal achter zit. Laatst heb ik een film met Sophia Loren gezien, La vita davanti. Een prachtige film, daar gebeurt niet veel, maar ook aar zijn de beschrijvingen heel erg mooi.
Wat is je favoriete muziek of lied?
Via mijn kinderen hoor ik heel veel moderne muziek, waarvan ik de dj muziek erg leuk vind. ’s Avonds zet ik wat meer rustige muziek op, vaak filmmuziek. Zoals van Hans Zimmer, een componist die je bij veel films terug hoort. Verder heb ik vaak gewoon de radio aanstaan, loungemuziek of wat rustige muziek als ik aan het werk ben.
Wat is je droom of toekomstvisie?
Wat ik echt nog weleens zou willen doen, is ontwikkelingswerk. Het liefste zou ik naar Azië gaan. Maar door Corona zijn de plannen ook op een laag pitje komen staan. Misschien kan ik eens met collega’s van internationalisering van de HAN praten, of met collega’s van APS die internationalisering in hun pakket hebben. Om te kijken of er ergens projecten lopen, waar iemand een keer moet gaan kijken hoe het ervoor staat en of we intensievere contacten kunnen opzetten. Zodat ik het kan combineren met het werk op de HAN.
Wat doe je binnen APS?
Voor de helft van de week ben ik werkzaam voor de examencommissie, een klein gedeelte werk ik voor het lectoraat Neurorevalidatie. Zo ben ik bezig met een project over Afasie: hoe kun je verpleeghuizen afasie vriendelijker maken? Dat in samenwerking met een hogeschool in België en met Utrecht. Voor het project CommuniCare ben ik samen met een collega bij Logopedie betrokken, een multicentra project. Dat zijn we aan het uitrollen in het onderwijs. Ik ben vanuit de HAN betrokken bij het opzetten van een interprofessionele Parkinson richtlijn vanuit het Radboud. Daarnaast ben ik werkzaam bij de master Neurorevaldiatie en de master musculoskeletale revalidatie, begeleid ik bachelorscripties en geef ik nog losse hoorcolleges over mijn vak als logopedist.
Welk verhaal ligt ten grondslag aan wat je bent gaan doen?
Er zit wel een rode draad in: het heeft altijd te maken met paramedische studies, met interdisciplinair werken. Als ik kijk naar onderzoek, zit er vaak wel raakvlak met logopedie of met eten en slikstoornissen. Coördineren zit er ook altijd wel in. Ik heb lang ervaring als leidinggevende, als voorzitter van de academieraad en nu als voorzitter van de examencommissie.
Van huis uit ben ik logopediste en ik ben begonnen bij mensen met een verstandelijke beperking. Na 2,5 jaar ben ik naar de sint Maartenskliniek gegaan. Ik heb er 22 jaar gewerkt in diverse functies, als hoofd afdeling Logopedie en later van de klinische kinderafdeling. Mijn affiniteit lag bij de eet- en slikproblemen binnen de logopedie. Ik kwam erachter dat kinderen die eetproblemen hebben, multidisciplinair moest worden aangepakt. Toen heb ik een team opgericht met een diëtist, orthopedagoog en met een arts: het eetteam.
Er kwam een tijd op de sint Maartenskliniek dat zij gekozen hebben voor houding en beweging en dat de klinische kinderafdeling ging stoppen. In 2012 startte ik als hoofd van de opleiding Logopedie aan de HAN. Toen was ik begonnen met mijn promotie op het gebied van kauwen bij kinderen met cerebrale parese. De combinatie tussen hoofd van een opleiding en een promotie was te ambitieus. Ik ben daarna onder andere voorzitter van de academieraad en tutor bij de masteropleidingen van APS geworden. Ook ben ik ruim twee jaar programma coördinator van klinische gezondheidswetenschappen/Logopediewetenschap geweest.
Welke (mooie of bijzondere) resultaten heb je mogen zien in de praktijk?
De implementatie van de leerwerkplaatsen. Ik heb daar gezien hoe leuk het is als je een leergemeenschap in een werksetting hebt. Dat je met verschillende disciplines een bepaald probleem oplost. Ik ben zelf betrokken geweest bij een leerwerkplaats waar het niet gelukt is in de praktijk. Professionals moeten een beetje uit de comfortzone, mensen zijn gewend aan hoe ze werken. Dan komen er studenten die moeilijke vragen gaan stellen. Wat doen zij dan, kun je ze wel vertrouwen? Er zijn nog heel veel vooroordelen over studenten en nieuw ontwikkelingen, zonder dat er gekeken wordt naar wat het zou kunnen opleveren.
Wat is je motivatie om op dit vakgebied bezig te blijven?
Dat is om de zorg te verbeteren. De zorg voor mensen met een beperking. Ik heb grotendeels gewerkt met kinderen. Vroeger stond ik zelf met de voeten in de klei en kon ik zelf direct zorg verbeteren voor de patiënt. Nu doe ik dat meer indirect door onderwijs te geven en studenten hierin te stimuleren of via onderzoek.
Het leven lang leren is nog niet helemaal doorgedrongen in de praktijk. Dat vind ik een heel mooi principe waarbij je steeds de verbinding kunt leggen. Ik geef ook post-hbo cursussen en schrik soms van wat er gebeurt in de praktijk. Ze zijn niet allemaal up to date, werken weinig samen met andere disciplines. Of hanteren methodes die niet evidence based zijn. We moeten zelf het goede voorbeeld geven; de student als ambassadeur opleiden. Zij kunnen stimuleren dat blijven leren laagdrempelig en leuk is. Misschien moeten we eens nadenken over een reünie met paramedische studenten. Om te kijken of we ze kunnen verbinden met de HAN. Waarbij je iets inhoudelijks gaat vertellen, met een leuk thema. Stimuleren om weer verder te kijken.
Wat is je (levens)motto?
Een van de dingen die ik vaak zeg en gebruik is: ‘ als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan’. Wat daarin zit, is dat ik kijk naar mogelijkheden. Soms kunnen dingen niet en dat moet je kijken hoe het wel kan. Ik ben daar heel flexibel in en zie ook altijd mogelijkheden en kansen. Iets anders is: kijk ook naar buiten; kijk naar kansen, zoek ze op.
Wat zou je je collega’s willen vertellen of meegeven?
Kijk over de grenzen heen, kijk naar buiten en naar andere opleidingen. Wat gebeurt er om je heen, wat is nu belangrijk? Wat doet ertoe? Wat ik zou wensen voor APS is dat alle docenten voor een bepaald percentage bij een andere opleiding werken of in een lectoraat. Zodat ze ervaringen en nieuwe inzichten kunnen meenemen in het eigen onderwijs. Voor andere collega’s kan ik me voorstellen dat zij collega’s opzoeken van andere academies. Om te kijken wat je van elkaar kunt leren.
Aan wie geef jij straks het Estafette-stokje door?
Marieke Isendam.
Heel herkenbaar en heel fijn om te lezen. Dank je wel, Lianne.
Jouw motto ‘als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan’ pas je visievol toe en gebaseerd op krachtige waarden. Dát maakt dat jouw motto zo passend is.
Hallo Lianne,
Mooi om te lezen waar je mee bezig bent geweest en de plannen die je voor de toekomst hebt.
Als je wil sparren over Azië of over internationalisering dan ben ik daarvoor altijd in.
Wat een mooie wens voor de docenten/medewerkers van APS! Dat zou ook onze samenwerking onderling (binnen en tussen academies) ten goede komen en geven we een concreet voorbeeld aan studenten.