Hoe kunnen we interprofessionele samenwerking binnen de paramedische zorg verbeteren?
Jesper Knoop: ‘Het liefst houd ik mij als onderzoeker bezig met concrete knelpunten uit de praktijk. Eén van deze knelpunten is interprofessionele samenwerking tussen zorgprofessionals van verschillende disciplines. disciplines. In de OCTOPUS-studie naar een fysiotherapiebehandeling voor mensen met knieartrose die ik uitvoerde, was dit knelpunt duidelijk zichtbaar.’
Deze interprofessionele samenwerking zal méér en méér nodig zijn, omdat vanwege de vergrijzing en toenemende multimorbiditeit patiënten steeds meer verschillende zorgverleners nodig hebben. hebben. In deze studie ontvingen patiënten wanneer zij naast knieartrose ook obesitas hadden een dieetinterventie van een diëtist, parallel aan de fysiotherapiebehandeling.
We hadden de deelnemende fysiotherapeuten en diëtisten geïnstrueerd om bij deze patiënten samen te werken, zodat ze behandeldoelen en -strategieën op elkaar konden afstemmen. Alles leek in kannen en kruiken voor een geslaagde interprofessionele aanpak. Maar ondanks de beste intenties van fysiotherapeuten en dietisten, kwam er bij vele patiënten geen enkel interprofessioneel overleg van de grond. Dit had vooral te maken met praktische hobbels, zoals geen tijd hebben, er niet aan gedacht hebben, of omdat ze elkaar niet fysiek tegenkwamen.
Ook van collega-onderzoekers, zowel binnen als buiten de HAN, kreeg ik te horen dat zij, wanneer zij interprofessionele behandelingen wilden onderzoeken of implementeren, tegen dit soort hobbels aan lopen. Deze ervaringen hebben we gebundeld in een artikel (zie bijlage)* voor het nieuwe vakblad Nederland Tijdschrift voor Leefstijlgeneeskunde. In dit artikel hebben we belemmeringen voor interprofessionele samenwerking onderverdeeld in zorginhoudelijke (bv. elkaar niet kennen, geen meerwaarde in samenwerking zien), organisatorische (bv. geen tijd, geen vergoeding, andere EPDs) en persoonlijke belemmeringen (bv. gevoel van aantasting professionele identiteit, verantwoordelijkheid voor patiënt niet willen delen). Hierbij zagen we dat de belemmeringen niet specifiek voor bepaalde patiëntgroepen gelden, maar generiek zijn. Ook hebben we in het artikel een aantal mogelijke oplossingen beschreven die de belemmeringen voor interprofessionele samenwerking zouden kunnen wegnemen. Sommige oplossingen kunnen we als ‘laaghangend fruit’ zien, zoals zorgverleners binnen een regio kennis met elkaar laten maken, of meer op één locatie laten werken. Andere oplossingen zijn helaas een stuk uitdagender (maar ook weer niet onmogelijk). Hierbij kun je denken aan (betere) vergoedingen voor interprofessioneel overleg en gezamenlijke consulten en – over uitdagingen gesproken – discipline-overstijgende EPDs laten ontwikkelen of op zijn minst gegevensuitwisseling tussen EPDs makkelijker maken.
Een andere oplossing om interprofessionele samenwerking te faciliteren ligt in het onderwijs. Gelukkig gaat in het onderwijs al steeds meer aandacht uit naar interprofessioneel leren en samenwerken, bijvoorbeeld doordat opleidingen gezamenlijke onderwijsmodules aanbieden. Aan de andere kant werken opleidingen nog grotendeels vanuit hun eigen eiland en zullen fysiotherapie-studenten bijvoorbeeld nog niet goed weten wat een ergotherapeut of diëtist zoals doet. Wanneer studenten van verschillende disciplines elkaar en vooral elkaars expertise en meerwaarde voor de patiënt leren kennen, zullen zij in hun werkende leven ongetwijfeld meer geneigd zijn om met andere disciplines samen te werken. Daarnaast is het ook belangrijk dat binnen het onderwijs vaardigheden worden ontwikkeld op het gebied van samenwerking. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan het in de juiste ‘taal’ met andere disciplines kunnen communiceren, gezamenlijke behandeldoelen kunnen stellen, samen consulten of behandelingen kunnen geven, en mogelijk ook vaardigheden om een netwerk binnen je eigen regio op te bouwen en te onderhouden. Als we dit vanuit APS (nog meer) zouden doen, kunnen we het voor elkaar krijgen dat het voor de volgende generaties aan zorgprofessionals een ‘no brainer’ is om met andere disciplines samen te werken.
Mocht je van gedachten willen wisselen of suggesties hebben, neem dan contact met mij op: jesper.knoop@han.nl.
*Ons artikel uit het Nederlands Tijdschrift voor Leefstijlgeneeskunde (NTvL) (editie 3-2023) is speciaal voor deze blog vrij toegankelijk gemaakt voor docenten en studenten van de HAN. Als tegenprestatie hiervoor is met het NTvL afgesproken om onderstaande toelichting over abonnementen van het NTvL weer te geven:
Nederlands Tijdschrift voor Leefstijlgeneeskunde
Het Nederlands Tijdschrift voor Leefstijlgeneeskunde (NTvL) beoogt op een snelle en goed toegankelijke wijze de actuele ontwikkelingen in de leefstijlgeneeskunde te volgen.
Het NTVL biedt peer-reviewed, evidencebased, onafhankelijke nascholing voor alle academische en HBO-opgeleide Healthcare-professionals werkzaam op het gebied van Leefstijlgeneeskunde in Nederland. De inhoud komt tot stand door een hoofdredactieraad van bijna 30 experts.
Neem nu een jaarabonnement met speciaal kortingsaanbod!
- 50 % korting voor studenten op het standaard tarief van de digitale versie
- 25 % korting voor iedereen op het standaardtarief van digitaal of combi
- Actie tarief loopt t/m 31 januari
StandaardTarieven:
- € 145,- Combi print & digitaal d.w.z. 6x gedrukt tijdschrift + elke maand een e-nieuwsbrief en
toegang site met nog meer actualiteiten - € 75,- ‘Digital Only’ abonnement: alles hierboven, zonder de printuitgave
Link naar abonnement op NTVL. Het team van NTVL hoopt jullie als abonnee te mogen verwelkomen.
[ Namens Jesper Knoop ]
Hoi Jesper,
Leuk om je blog bericht te lezen! Fijn dat je interprofessioneel samenwerken een warm hart toedraagt. Misschien leuk om te komen spreken of een bijdrage te doen op een PZW symposium?
Goed idee, Eveline!