Van Trias Energetica naar Polynesische driehoek: Waarom blind vertrouwen in technologie ons geen duurzame wereld gaat opleveren
Op 6 oktober vond het Congrestival The Future of Us plaats op het IPKW terrein te Arnhem over innovatie ten behoeve van de energietransitie. Dit evenement wordt jaarlijks georganiseerd door Industriepark Kleefse Waard, Stichting Kiemt, Provincie Gelderland en Gemeente Arnhem. Vast onderdeel van het programma is de uitreiking van de Jan Terlouw Innovatieprijs en Ambitieprijs. Het thema dit jaar was: Changing our ways: hoe trotseren we de afhankelijkheid van grondstoffen binnen de energietransitie? Veel verschillende vernieuwende initiatieven en innovatieve ondernemingen lieten zien hoe zij aan deze vraagstukken werken en de energietransitie proberen een impuls te geven. Een waar innovatiefeest!
HAN-zwaartepunt Schoon (Sustainable Energy and Environment) draagt ook bij aan dit festival. Ik verzorgde een keynote lezing met als titel “Van de Trias Energetica naar de Polynesian Triangle: Technologische innovatie alleen is niet genoeg”. In het kort kwam mijn boodschap, misschien enigszins in het hol van de leeuw, hierop neer: Als we ons richten op technologische innovatie dan staan we vaak niet stil bij de ideeën waar onze technologische ontwikkeling op gebaseerd zijn. Er is echter een enorme rijke traditie aan socio-technisch onderzoek die laat zien dat allerlei waarden die verweven zitten in de technologie die we ontwikkelen uiteindelijk niet per definitie goed of waardevol zijn voor iedereen en voor de planeet. Daarom is het noodzakelijk dat ook technologisch ondernemers of ontwikkelaars van nieuwe technologie goed nadenken over welke uitwerking hun technologie op de lange termijn heeft.
Een mooi voorbeeld hiervan werd gegeven in de voorafgaande keynote lezing van de Franse journalist Guillaume Pitron. Hij kon aan de hand van zijn bestseller “The Rare Metals War – the dark side of clean energy and digital technologies” uit 2018 gedetailleerd laten zien dat een hoeksteen van het huidige vernieuwend energiebeleid, namelijk het electrificeren van voorheen op fossiele brandstoffen gestoelde technologieën, tot nieuwe problemen met grondstoffen leidt, te weten de zeldzame metalen die we nodig hebben om accu’s en batterijen te fabriceren. Ook daar ontstaan tekorten aan en conflicten over. In de grond wordt het probleem van een niet-duurzame wereldwijde leefwijze daarmee dus niet opgelost, maar alleen verplaatst. En zo zijn ook andere kwesties voorstelbaar waarbij het zogeheten “vervangend verduurzamen” van onze levensstijl geen fundamentele oplossing tot stand brengt.
In mijn bijdrage ging ik dan ook in op de vraag: waar moet nieuwe technologie aan voldoen om bij te dragen aan een werkelijk duurzame wereld? Om antwoord te geven op die vraag startten we met de zogeheten Trias Energetica als een archetypisch model voor strategiebepaling in duurzame innovatie van energie. Deze behelst drie achtereenvolgende stappen: We moeten allereerst streven naar vermindering van de energiebehoefte, vervolgens naar het gebruik van zo veel mogelijk duurzame energiebronnen ter vervanging, en tenslotte, als het dan niet anders meer kan, zo efficiënt en schoon mogelijk fossiel brandstofgebruik. Wat deze Trias Energetica echter niet doet, is ter discussie stellen waar we deze energie voor nodig hebben, en of dat in overeenstemming is met planetaire duurzaamheid. Vanuit dat startpunt zie ik drie principes als dominant in technologische ontwikkeling: (1) het overheersingsdenken, gestoeld op de moderne westerse opvatting dat je macht en controle moet hebben over al het andere om je eigen belangen te behartigen, (2) het antropocentrisch denken, te weten het idee dat de mens het centrum van alles is, en (3) het vernieuwingsdenken, met als uitgangspunt dat elke vorm van vernieuwing een stap voorwaarts is naar een betere of duurzame wereld, en dat wat niet nieuw is deze vooruitgang niet kan brengen.
Deze drie principes, die je als normatieve denkfouten kunt zien, brengen technologie tot stand die niet in overeenstemming is met het ideaal van een duurzame wereld. Zo kan een duurzame wereld namelijk alleen bestaan als daarin ook minder ongelijkheid is en meer mogelijkheden dan nu tot participatie in de processen die er voor mensen toe doen, er meer respect is voor de wereld en al het leven om ons heen, en ook andere vormen van kennis, waarden en levensopvatting mee worden genomen dan die uit onze westerse samenlevingen in de Global North. Juist deze andere kennis en opvattingen zijn te vinden in allerlei uithoeken van de wereld waar mensen er van oudsher in slagen om zich aan te passen aan en in harmonie te leven met de natuur en de wereld om hen heen, maar die nu het meest bedreigd worden door de globale klimaatcrisis. Een voorbeeld daarvan is de bevolking van de Polynesische driehoek in de Stille Oceaan, die hun eilanden langzaam maar zeker in de zee zien verdwijnen.
Naast dat we in het hier en nu oplossingen nodig hebben om het dagelijks leven leefbaar te houden, moeten we dus ook iets fundamentelers doen. We moeten vanuit een bredere blik kijken naar waar we energie eigenlijk voor nodig hebben. Als we enigszins helder hebben wat we verstaan onder een waardig en waardevol leven voor onszelf en voor toekomstioge generaties, dan komt het moment om na te denken over welke rol technologie dan kan spelen om dat leven mogelijk te maken. En dan tenslotte komt in beeld hoe we energie en energievoorziening op een duurzame manier kunnen herontwerpen.
De volledige keynote is hier terug te lezen.