Nieuwe energie
Zelfs Diederik Samsom, van huis uit fysicus, zegt het hardop: De echte innovatie van de energietransitie is de sociale innovatie. In 2050 willen we in Nederland in een CO2-vrije gebouwde omgeving wonen. Dat betekent dat er ca. 200.000 woningen per jaar van het aardgas af zullen moeten om het tussendoel in 2030 te halen van in totaal 1,5 miljoen aardgasvrije woningen en 15% van het maatschappelijke vastgoed aardgasvrij. Het streven naar aardgasvrije wijken is dan ook een belangrijke component van de plannen die zijn bedacht aan de landelijke klimaattafels. Bij die enorme verandering zijn vooral heel erg veel mensen betrokken. Waar mensen hun houding en gedrag dienen aan te passen op een dergelijke schaal is sprake van sociale innovatie. En dat gaat niet zonder de expertise van sociaal werkers.
Naast het gericht werken aan technische innovatie, wordt landelijk ingezet op een wijkgericht programma om vermindering van aardgasgebruik tot stand te brengen. Het idee is dat maatschappelijke partners zoals woningbouwcorporaties en gemeenten flinke slagen kunnen maken bij het aardgasvrij maken van hun gebouwen, en daarmee de gebruikers van deze gebouwen kunnen meenemen. Daarnaast zullen woningeigenaren in de wijken ook moeten worden aangezet om noodzakelijke veranderingen aan hun woningen tot stand te brengen.
Vanzelfsprekend denken veel mensen bij dit soort veranderingen in hun gedrag via hun portemonnee, en er wordt dan ook goed nagedacht over stimuleringsmaatregelen zoals subsidies en kortingen en hoe we de technische veranderingen goedkoper krijgen. Maar tegelijkertijd weten we, na een eeuw waarin gedragswetenschappen als psychologie, sociologie en economie welig hebben getierd, ook dat mensen niet alleen maar rationeel-economisch tot beslissingen komen: zij laten zich ook leiden door beelden, emoties, sociale druk, en van dat alles meer. Bovendien staan mensen door afkomst of achtergrond verschillend in het leven en hanteren ze verschillende en soms moeilijk met elkaar in overeenstemming te brengen waarden over waar het leven volgens hen over gaat. Ook kunnen omstandigheden mensen dwingen om hele andere afwegingen te maken dan te investeren in minder energieverbruik, bijvoorbeeld als ze überhaupt moeite hebben om rond te komen en helemaal niet in de luxe positie verkeren om keuzes te maken waar ze hun geld aan uit willen geven. Al deze mensen wonen wel samen in de wijken waar we over spreken.
Het spreekt dus voor zich dat er fors (sociaal) geïnvesteerd zal moeten worden in het vinden van een overlapping consensus tussen al die verschillende bewoners in wijk. Bij dat proces is de inzet van sociale professionals onontbeerlijk. Dat werd ook erkend door de deelnemers aan de werkconferentie van het Gelders Energie Akkoord op 14 februari in het provinciehuis te Arnhem. Technisch gezien kan bijna alles, maar de knelpunten zitten hem in de (verdeling van de) kosten en of we erin gaan slagen om dat met mensen samen te doen en niet voor hen. Laat dat nou juist de specifieke expertise zijn van de sociaal werker, met name de opbouwwerker. Als we ons realiseren dat er de afgelopen jaren een kaalslag heeft plaats gevonden onder de gemeentelijke opbouwwerkers in het sociaal domein, dan is het opvallend om te zien dat de transitie naar aardgasvrije wijken schreeuwt om het soort activiteiten en aanpak waar de opbouwwerker groot in is: dichtbij en met mensen en gemeenschappen, zonder zichzelf daarbij op de voorgrond te zetten. Krachtproef (https://krachtproef.org/) het landelijk platform voor kennisdeling en kennisontwikkeling van opbouwwerkers en community developers maakt zich inmiddels dan ook sterk met een manifest voor meer betrokkenheid en inzet van opbouwwerkers in de transitie naar duurzame wijken.
Ook in het HAN zwaartepuntprogramma Sustainable Energy and Environment (SEE) gaan we aan de slag met aardgasvrije wijken. Ondergetekende is samen met lector prof. Dr. Masi Mohammadi vanuit bouwkunde projectleider om vanuit discipline-overstijgend praktijkgericht onderzoek vanuit de HAN een betekenisvolle bijdrage te leveren aan de transitie naar aardgasvrije wijken. Daarbij richten we ons op een sociaal-maatschappelijke insteek waarbij technische, fysieke en sociale oplossingen samen komen en waarin we met studenten, docenten en onderzoekers uit elk van die domeinen zullen samenwerken.
We kunnen al deze ontwikkelingen ook nog in een ander licht bezien: als we dan toch bezig zijn, dan kunnen we vanuit het sociale domein de energietransitie ook beschouwen als een kans. Namelijk een kans om, als we toch met al die wijkbewoners in gesprek gaan, de idealen van het sociaal werk (zoals daar bijvoorbeeld zijn: emancipatie van gemarginaliseerde groepen en personen, het tegengaan van sociale achterstanden, sociale cohesie en het overbruggen van verschillen) daadwerkelijk een stap verder te brengen. Want onder druk wordt alles vloeibaar, ook de gevestigde verhoudingen. En dan ontstaat nieuwe energie.
Erik Jansen, associate lector Capabilities in Zorg en Welzijn.
Mooi blog. Het gaat om een transitie waar de hele samenleving beter van kan worden. Niemand uitgezonderd. Dat kan alleen als we iedereen erbij betrekken, beginnen bij hun belangen en wensen. En kiezen voor oplossingen die eigendom zijn van omwonenden.
Kan alleen maar als de hele wereld mee doet. Dit is geen realiteit. Lijkt een beetje op doordrammen.