Geld maakt zorgprofessionals gelukkig?
In 1994 nam de minister van Sociale Zaken een mooi initiatief: er kwamen op grote schaal banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Werk dat er wel was maar niet meer werd gedaan, bijvoorbeeld conciërgewerk, kwam zo een beetje terug. Bedoeling was dat mensen in deze (tijdelijke) banen zouden doorstromen naar regulier werk – maar dat gebeurde nauwelijks. In 2004 ging de stekker eruit en ging het Melkertbanen-experiment als mislukt de geschiedenisboeken in.
De naamgever en toenmalige minister, Ad Melkert, is tegenwoordig voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ). Hij pleitte deze week voor 9% meer salaris voor ziekenhuismedewerkers. Negen procent. Boven op de inflatiecorrectie, dus 9% meer verhoging dan de rest van het land. Hij geeft daarvoor de volgende – wat cryptische – argumentatie: “Als we de zorg houdbaar willen houden, met voldoende medewerkers, moeten we deze beweging maken” (Ad Melkert: personeel in zorg heeft recht op 9 procent extra salaris – Skipr).
Sympathiek richting de ziekenhuismedewerkers, zeker. Het leukst voor chirurgen, voor wie 9% van hun salaris net wat meer is dan 9% van een schoonmakerssalaris. Iets minder sympathiek richting de rest van de zorg: de ziekenhuizen nemen nu al veruit de grootste hap uit de totale zorgbegroting, ruim een kwart. En Melkert gaat dit natuurlijk niet zelf betalen, dat moet ‘Den Haag’ doen – en daarmee uiteindelijk de Nederlandse burger via belastingen en premies.
Maar daar gaat het me niet zozeer om. Het gaat me om het woord ‘houdbaar’ in Melkerts argumentatie. Hij lijkt daarmee te bedoelen dat de zorg alleen overeind kan blijven door meer salaris voor werknemers. De zorgsalarissen moeten op gelijke hoogte komen met die in de ‘marktsector’ – anders lopen de mensen weg. Waarheen die mensen dan gaan lopen is de vraag: het grootste deel van de zorgprofessionals kan niet zomaar aan de slag in het bedrijfsleven.
Maar er is best wat bekend over mensen die de zorg verlaten: dat doen ze vooral omdat ze te weinig autonomie ervaren. Er wordt niet naar ze geluisterd, er wordt over en voor ze beslist, zo vinden velen. ‘Het systeem’ dendert door zonder aanziens des persoons, terwijl het in de beleidsstukken steeds maar gaat over de ‘persoonlijke benadering’ en de ‘menselijke maat’.
Meer geld is mooi maar maakt hulpverleners niet gelukkig. Zinvol werk waarin je jezelf in kwijt kunt wel. Goed leiderschap maakt dat mogelijk. In zijn tijd als minister begreep Melkert dat beter dan als voorzitter van de nationale belangenvereniging van ziekenhuizen.