Design thinking in tijden van corona

Thijs Waardenburg, promovendus “Design Your Life” bij het lectoraat Levensloopbegeleiding bij Autisme:

In februari ben ik gestart met mijn promotieonderzoek binnen het project “Design Your Life”. In dit project ontwikkelen we een co-designmethode die jongvolwassenen met autisme helpt om zelfstandiger te leven met behulp van technologie (zie dit bericht voor meer info over het project. Wil je meer weten over co-design, zie codesigners.nl). Het is voor mij een uitgelezen kans om me verder te kunnen verdiepen in de wereld van autisme. Ik heb uiteraard affiniteit en enige kennis en ervaring met autisme, maar mijn educatieve en professionele achtergrond is vooral op het gebied van human-computer interaction, wat gaat over de interactie tussen mens en machine in het algemeen. Dankzij die achtergrond ben ik echter wel gewend om in verschillende contexten te werken.

Om een beter beeld te krijgen van een context kan je gebruikmaken van design thinking. Deze methode lijkt tegenwoordig te pas en te onpas toegepast te worden. En dat is niet zo vreemd. Om tot nieuwe oplossingen te komen moet je namelijk in staat zijn om op een creatieve en flexibele manier ideeën te ontwikkelen. Design thinking kan daarbij helpen.

Figuur 1. Een typisch design thinking proces. Bron: https://www.flickr.com/photos/pattiebelle/36654072986

De methode bestaat uit vijf fasen, die in de afbeelding hiernaast zijn weergegeven. En hoewel deze fasen vaak lineair worden weergegeven, is de kracht juist dat er zogenaamde ‘iteraties’ plaatsvinden. Iteraties zijn herhalingen. Dat kan inhouden dat je na de ideate-fase wellicht opnieuw naar de define-fase gaat om de inzichten verder aan te scherpen om daarna drie keer de prototypefase te doorlopen.

Hoe dan ook begin je bij design thinking meestal met de empathize-fase, waarin je de context in kaart brengt en een beter beeld krijgt van de verschillende belanghebbenden. Zoals in de afbeelding te zien is, bestaan de activiteiten in deze fase uit luisteren, observeren, praten en ervaren. Allemaal activiteiten waarvoor intensief contact noodzakelijk is. En laat dat nou juist zo moeilijk zijn in deze tijd waarin het coronavirus fysiek contact beperkt.

Videobellen kan fysiek contact maar beperkt vervangen. Nu we dat in coronatijd intensief doen, merken we pas echt hoeveel communicatie non-verbaal gebeurt. Zo kan je elkaar niet aankijken bij het videobellen. Doordat je naar de ander op het scherm kijkt, kan je namelijk niet recht in de camera kijken. Dat wordt ook wel camera offset genoemd. Dat maakt onder andere dat videobellen niet zonder meer een vervanging is van fysiek contact. Het over en weer praten, ook wel turn taking genoemd, is ook lastiger doordat er vaak vertragingen zijn. Enkele tientallen milliseconden vertraging kunnen er al voor zorgen dat turn taking moeizaam gaat (met ongemakkelijke situaties tot gevolg: “Nee, ga jij maar eerst.”, “Ja, zeg jij maar…”, etc.).

Het ongemak dat gepaard gaat met videobellen kan een nog grotere negatieve invloed hebben op mensen met autisme, zoals Zolyomi en collega’s aantonen in hun studie “Managing Stress: The Needs of Autistic Adults in Video Calling” (Zolyomi et al., 2019). Ze geven hierin aan dat videobellen een grotere belasting kan zijn voor mensen met autisme, met allerlei gevolgen van dien. Gelukkig bieden de auteurs ook oplossingen aan om hiermee om te gaan.

Figuur 2. Een vage achtergrond bij videobellen kan zorgen voor minder afleiding. Bron: Thijs Waardenburg.

Eén van die oplossingen is het minimaliseren van niet-relevante details, bijvoorbeeld door de achtergrond te vervagen. Dit is inmiddels mogelijk in programma’s als Zoom en Teams en daar wordt door mensen met en zonder autisme dankbaar gebruik van gemaakt. Dat sluit ook aan bij de ambitie die de onderzoekers van het artikel hebben: het verbeteren van de ervaring van videobellen voor mensen met autisme kan uiteindelijk voor iedereen beter of prettiger zijn. Nu richt mijn promotieonderzoek niet per se op videobellen, maar ik deel absoluut de ambitie om een middel te ontwikkelen dat uiteindelijk het leven voor iedereen beter maakt.

 

Referentie:
Zolyomi, A., Begel, A., Waldern, J. F., Tang, J., Barnett, M., Cutrell, E., … & Morris, M. R. (2019). Managing Stress: The Needs of Autistic Adults in Video Calling. Proceedings of the ACM on Human-Computer Interaction, 3(CSCW), 1-29.