Netwerk in Actie – ontwikkeling interview

Rinske van den Heuvel, promovendus bij het Lectoraat Levensloopbegeleiding bij Autisme: 

In een eerdere blog kon u lezen dat het project Netwerk in Actie van start is gegaan in februari 2020. Het Dr. Leo Kannerhuis, TOPGGz-centrum voor autisme, ontwikkelt in dit onderzoek het interview Netwerk in Actie (NiA) in samenwerking met het Lectoraat Levensloopbegeleiding bij Autisme van de HAN. Inmiddels is het promotieonderzoek enkele maanden bezig en zijn er vorderingen gemaakt in de ontwikkeling van het interview.

Maar hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk, het ontwikkelen van een interview? Welke stappen zijn hiervoor nodig? Het NiA interview wordt gebaseerd op de al bestaande digitale NiA vragenlijst. De eerste stap in de ontwikkeling was dan ook de vragenlijstversie ‘vertalen’ naar een interviewversie van de NiA. Hierbij moeten direct al enkele keuzes over aanpassingen gemaakt worden, vooral omdat de digitale vragenlijst veel gebruik maakte van zogenaamde ‘skip’-vragen. Hierbij is het afhankelijk van eerdere antwoorden op de vragenlijst wat de volgende vraag precies wordt. Bijvoorbeeld als iemand aangeeft geen belangrijke netwerkleden op een levensgebied te hebben, moeten de vervolgvragen over de netwerkleden natuurlijk overgeslagen worden. Zulke constructies met vragen overslaan zijn wel mogelijk in een interview, maar het is handig als het gebruik hiervan beperkt wordt omdat het interview op papier zal worden afgenomen (en dus niet op een computer). Bij een digitale vragenlijst kan de computer namelijk automatisch naar de juiste volgende vraag springen, maar voor de afnemer van het papieren interview moet het natuurlijk snel duidelijk zijn welke vragen er wel of juist niet gesteld moeten worden.

Het veranderen van de vorm van het instrument van vragenlijst naar interview biedt ook direct de kans om nog eens kritisch naar de inhoud van het interview te kijken. Welke vragen ontbraken er in de vragenlijst, en zijn belangrijk om toe te voegen? Maar ook: wat kan weggelaten worden in het interview, omdat het bij nader inzien toch minder relevant is om te vragen en onnodig de cliënt belast? Hier heeft de projectgroep over meegedacht en over besloten. In dit onderzoek proberen we het gat tussen de onderzoekswereld en de behandelpraktijk namelijk zo klein mogelijk te maken. Dit doen we bijvoorbeeld door gebruik te maken van een projectgroep, waarin naast de onderzoekers van dit project, ook behandelaren, cliënten en een naaste van een cliënt deelnemen. Hun beslissingen hebben uiteindelijk geleid tot een eerste versie van het NiA interview.

In de volgende ronde van de ontwikkeling van het interview wordt deze eerste versie van het NiA interview voorgelegd aan de toekomstige doelgroepen van het instrument, namelijk behandelaren, cliënten en naasten van cliënten. De uitkomsten van deze dataverzameling bespreken we vervolgens weer in de projectgroep, om tot een definitieve versie van het NiA interview te komen.