Burgerkracht en rechtvaardigheid
Hoe het met Elena en haar zoon Vasyl (11) gaat nu ze in Lunteren wonen, verstoken van hun man en vader die vecht in de strijd om de Donbas? U weet het misschien niet, maar u had het zomaar kunnen weten. Heeft u immers niet serieus overwogen Oekraïense vluchtelingen in huis op te nemen?
Ik en mijn vrouw wel, net als veel Nederlanders. Hartverwarmend, hoe Nederland de vluchtelingen van Russisch geweld opvingen. Dankzij maatschappelijke onderneming Takecarebnb vonden velen van hen snel onderdak, veelal sneller dan de overheid. De ironie is dat deze onderneming – gestart in 2015 als gevolg van wat toen de ‘vluchtelingencrisis’ heette – nu razendsnel Oekraïners onderdak bood, terwijl in de AZC’s andere oorlogsslachtoffers uit onder andere Syrië achterbleven, soms in erbarmelijke omstandigheden.
Collectieve actie
Mij fascineert de vraag: wat zet mensen aan tot collectieve actie, bijvoorbeeld opvang voor Oekraïners? Voor zichzelf, direct (eigen voordeel) of indirect (de publieke zaak)? Of juist – belangeloos soms – voor anderen? Maar: wie mogen die anderen dan wel zijn? Ze zijn er in vele soorten en maten, burgerinitiatieven. Het is een vorm van sociale innovatie, zonder directe inmenging van markt of overheid zelf de handschoen oppakken: nieuwe sociale relaties creëren ten behoeve van een maatschappelijk doel. Of het nu Takecarebnb is (Nederlandse gezinnen in aanraking laten komen met vluchtelingen voor meer maatschappelijke acceptatie van statushouders), energiecoöperaties (Nederlandse huishoudens investeren collectief in zonnepanelen om als prosument duurzame energie op te wekken), community gardens (buurtgenoten van verschillende bevolkingsgroepen ontmoeten elkaar tijdens het onkruid wieden), of – meer experimenteel – een burgerinitiatief om te onderzoeken wat de effecten zijn van een basisinkomen (citizen science). Het zijn burgers die het zelf oplossen, vaak met lage kosten, gesloten beurzen en vrijwillige inzet.
Gezondheidscoöperatie
Zelf probeer ik als projectleider van Herstelcirkel++, een participatief actieonderzoek met een team HAN-onderzoekers (Nicole Moorman, Vanessa Heijmen-Boode en Geert Rutten), een burgercollectief te vormen rond (positieve) gezondheid en welzijn in Nijmegen Noord, een gezondheidscoöperatie. Bewoners die nieuwe sociale relaties kweken door gezamenlijk te zorgen voor meer vitaliteit in een leefbare omgeving. Waar rond zorg, gezondheid en ondersteuning zorgcoöperaties (buurtgenoten zorgen zelf voor elkaar) al wat meer ingeburgerd zijn geraakt, is dat op het gebied van gezondheid en preventie vooralsnog een werkhypothese (moeilijk woord voor ploeteren). Door gebruik te maken van asset based community development als benadering brengen we stukjes maatschappelijk weefsel in kaart om er een orgaan, een kloppend hart van te maken. En pas als je al een tijdje op stoom bent en ver genoeg bent afgedaald in de haarvaten van de (Nijmeegse) samenleving tref je een gonzende civil society aan. Zo woont één van de initiatiefnemers van Heerenboeren, zelf volop bezig met gezondheidsbevordering, in Lent. Heerenboeren is een vorm van community supported agriculture (CSA) waarin een paar duizend Nijmeegse gezinnen hebben besloten gezamenlijk een boerderij te kopen of te pachten, een boer aan te nemen en direct van haar of hem, vaak biologisch voedsel af te nemen. Of een groep burgers in Nijmegen Noord blijkt behoefte te hebben aan een integratieve huisartsenpraktijk, die ook openstaat voor complementaire geneeswijzen, voeding en leefstijl, het voorkómen van ziekte etc.
Collectieve rechtvaardigheid
Kortom: de doe-het-zelf-democratie lijkt springlevend, als je goed kijkt. En het mooie is dat als deze sociale structuren toch al bestaan en maatschappelijk doel X is min of meer behaald, waarom dan niet meteen doel Y aanpakken? Na Austerlitz Zorgt, is er nu ook Austerlitz Eet en Austerlitz Beweegt. De vraag is echter: wie profiteert ervan? Daar wringt nogal eens de schoen, ook bij mijn eigen project. Wie bereiken we met het burgercollectief rond gezondheid? Veelal mensen wier gezondheid al aardig op peil is. Sowieso is Nijmegen Noord eigenlijk niet the place to be als het gaat om fair health: GGD-cijfers tonen aan dat de wijk het bovengemiddeld goed doet. In Lindenholt – waar ik ook actief ben – een stadsdeel met een populatie met flink wat minderbedeelden, heb ik zoiets nog niet gezien. Niettemin is het collectief in wording zich ervan bewust. Vandaag (31 mei) spraken de leden over inclusiviteit. Want sommigen kunnen zelf niet eens het kopje koffie betalen na het wandelen. Maar daarmee is pas de opgave gesteld. Onlangs sprak ik met collega’s Erik Jansen en Marc Horsten met vertegenwoordigers van energiecoöperaties in het Rivierenland over wat zij als burgerinitiatief kunnen bijdragen aan de steeds nijpender wordende energiearmoede – mede te wijten aan Poetins inval in Oekraïne. Voor burgerinitiatieven staat soms het partiële belang van (niet zelden beter bedeelden) centraal. Een reden om destijds maatschappelijke vormen van zorgzaamheid over te hevelen naar een centrale overheid (de verzorgingsstaat met haar systeemwereld). Zij moest garant staan voor een gelijke behandeling van gelijke gevallen – al heeft de Toeslagenaffaire pijnlijk aangetoond dat ze daar soms schromelijk faalt; niet in laatste instantie de reden waarom burgers zelf de handschoen oppakken.
Het moreel appel van de Ander
Waarom ontsteekt Nederland in erbarmen voor Oekraïense vluchtelingen en in veel mindere mate voor hun Syrische lotgenoten? Volgens de Franse filosoof Levinas – zelf als joodse soldaat getuige van het slagveld van de Tweede Wereldoorlog – doet het gelaat van de Ander een onmiddellijk moreel appel op ons. De aanblik zet ons in moreel opzicht op onze plaats, roept ons tot verantwoordelijkheid. Helaas staren we niet iedereen direct in het gelaat, dus dat roept het morele probleem van selectieve solidariteit en mededogen op. Laten burgers daarom de Ander (ook al is het via een andere Ander) in het oog houden.