Roodkapje, zo’n stuk verdriet
Tom Schoemaker is docent aan Pabo Arnhem
Woedend kwam ze binnen stampen. Rood doekje om haar hoofd. Mandje aan haar arm. Mijn medecursist cabaretteksten schrijven. Ze begon meteen te foeteren: Weet je waar ik pas echt een hekel aan heb? Aan sprookjes! Klein Duimpje? Bah! Doornroosje? Argh! Maar het ergste van alles is wel Roodkapje. Stom wicht.
Natuurlijk moet ze weer bloempjes plukken. Weet niet eens waar dat touwtje door de deur voor is. Herkent haar eigen oma niet eens. Net goed dat ze wordt opgevreten. Zo’n stuk verdriet verdient toch niet beter? En dan zeker gezellig thee drinken met oma in die buik. Ja, dacht het niet. En maar hopen dat die jager komt om ze te bevrijden. Kan ze lang wachten.
Dagen heb ik gewacht, geklopt, bloemetjes water gegeven, gepraat als brugman, bij het graf van mijn oma. Maar denk je dat ze er weer uit kwam? Nooit! Sprookjes kloppen niet en ze zijn niet eerlijk. En stampend liep ze weer weg, mij in verbijstering achter latend.
Ik moest hier aan denken toen ik vanmiddag een werkstuk zat na te kijken van een studente van me. Zij had een verhaal gemaakt over haar moeder, hoe die langzaamaan stierf aan borstkanker. Steeds maar heen en weer geslingerd tussen hoop en wanhoop. Tussen bewondering en het niet meer aan kunnen. Het is gewoon niet eerlijk. Het is te groot en te zwaar. En blijf dan maar eens overeind.
Ik schrok van haar verhaal. Maar ik was er ook dankbaar voor. Ik had al vaker met haar gepraat. Ik wist dat haar moeder gestorven was. Maar veel had ze niet laten zien. Dat vertelde ze ook: dat ze het liever voor zichzelf hield. Kennelijk had mijn opdracht om een eigen verhaal te schrijven iets in haar losgemaakt. De ruimte geboden om haar eigen verhaal kwijt te kunnen. Ook al weet ik dat het niet de buik van de wolf is, wat hoop ik toch dat er in ieder geval iets is open gegaan.
Tom Schoemaker