Wonen bij onze zuiderburen: hoe ik in een Belg veranderde

Nicolette Hendriks, derdejaarsstudente lerarenopleiding Nederlands

Daar zat ik dan: in de auto samen met mijn kleren, studieboeken en ouders op weg naar onze buren. Zodra we de grens over waren, hobbelde de auto over de weg. Eenmaal in Leuven, een studentenstad in België, aangekomen, kon ik mezelf in mijn kamertje gaan installeren.

Amai, amai
Nu ik al een aantal maanden in Leuven woon, dompel ik me onder in de Belgische cultuur, maar vooral ook in de Vlaamse taal. Ik heb het gevoel dat ik een ware Belg aan het worden ben. Tuurlijk zal ik een trotse Nederlander blijven. Mijn Belgische vrienden zeggen vaak genoeg dat ik zo direct ben. Iets waar wij Nederlanders (blijkbaar) om bekend staan. Ik vind het wel leuk om zo ook weer meer te leren over ons eigen land. Buiten dat het goed te horen is dat ik niet vanuit België kom, begin ik wel steeds meer Vlaams te praten. Ik gebruik steeds meer Vlaamse woorden, zoals sebiet (later), vuilbak (prullenbak) en chance hebben (geluk hebben). Sterker nog, op een date gebruikte ik totaal onbewust het wordt ‘amai’. Een typisch Belgisch stopwoordje, net zoals ‘allee’. Woorden die Belgen te pas en te onpas gebruiken en nu deed ik dat voor het eerst ook. Ik schrok er zelf van! Betekende dit dat ik langzaamaan in een echte Belg aan het veranderen was?

Buiten de Vlaamse woorden, nam ik ook het accent een beetje over. Ik begon de woorden anders uit te spreken. In het begin wilde ik dat niet geloven en zei ik tegen mijn vrienden: ‘Nee, ik klink niet Vlaams. Ik ben een Brabander, wij hebben ook een zachte ‘g’, daarom lijkt dat zoveel op elkaar.’ Maar dat was niet helemaal waar. Zelfs wanneer ik een weekend naar mijn ouders ging, wat ik zo één keer per maand deed, gaven mijn ouders aan dat ik in het begin van het weekend wat anders klonk dan op het einde. Wat gek en bijzonder eigenlijk hoe snel wij mensen onszelf kunnen aanpassen aan onze omgeving.

Oude stadhuis in Leuven.

Wafels en nog eens wafels
Buiten de Vlaamse taal dompelde ik me ook goed onder in de Belgische cultuur. Zo haalde ik regelmatig verse wafels in de stad. De ene keer met slagroom erop, dan druipend van de warme chocoladesaus of simpelweg wat poedersuiker. Ook in de supermarkt was er verschil. Daar waar wij drie soorten wafels hebben liggen, hebben zij er wel acht. Maar pindakaas, drop of stroopwafels, typische Nederlandse producten, waren er amper tot niet te vinden. Wanneer ik terug ging naar Nederland vroeg een Belgische huisgenoot dan ook of ik voor hem een zak drop mee kon nemen, want daar was hij zo dol op.

Hoewel ik me de Belgische gewoonten vrij eigen gemaakt heb, zal deze Nederlander in België weer Vlaams spreken, volop wafels eten en zich thuis voelen. Leuven bracht een stukje Belg in mij en dat zal en wil ik ook niet meer kwijtraken.

Reacties

  1. 27 april 2018 door Kees-Jan

    Hoi,
    Een late reactie maar ik had je blog al wel gelezen. Leuk dat je zelfs zo dichtbij zoveel nieuwe ervaringen kunt opdoen! Ik zal dat meenemen in mijn reclame voor de komende jaren!
    Groetjes,
    Kees-Jan