Vwo en pabo

Larissa de Croon, eerstejaarsstudent Pabo

In de vijfde klas van het VWO, was ik eruit: ‘Ik ga ALPO doen en ik word juf!’. De enige keuze die ik in de komende anderhalf jaar nog moest maken was in welke stad ik dit ging doen. Na een aantal open dagen en meeloopdagen bezocht te hebben, koos ik voor de HAN en Radboud universiteit in Nijmegen. Zowel op de universiteit als op de HAN voelde ik me ontzettend op mijn gemak. De docenten van de HAN die alle tijd voor me namen om alle onduidelijkheden weg te nemen, trokken me over de streep. Nijmegen zou de stad zijn waar ik mijn studententijd ging doorbrengen. Vol goede moed ging ik zodra ik geslaagd was, naar mijn eerste schooldag. Dit was de studie waar ik al die tijd al over gedroomd had. Ideaal die combinatie tussen Pedagogische wetenschappen op de Radboud Universiteit, de Pabo op de HAN en stage.

Of toch de pabo?!
Nadat ik deze studie een tijdje volgde bleek dat ik heel erg uitkeek naar de veelal praktische lessen op de pabo en juist veel minder naar de theoretische lessen op de universiteit. Ik kon stof uit de lessen van de pabo terugzien in mijn stage. Maar als ik eerlijk was vond ik de combinatie met de universiteit helemaal niet zo ideaal als ik van tevoren dacht. Ik moest wel veel moeite doen voor de vakken, terwijl dat in de toetsresultaten niet echt terug te zien was en daarnaast vond ik het eigenlijk gewoon te theoretisch. Ik kreeg op de universiteit weinig praktijkvoorbeelden te horen en ik ging me steeds meer afvragen wat ik eigenlijk op de ALPO deed als ik tegen het universitaire deel zo opzag. De beslissing viel: Alleen de pabo is voor mij meer dan genoeg! Dit is zonder overdrijven een van de beste beslissingen van mijn leven.

Praktijk én theorie
Nu zit ik op mijn plek en kan ik (bijna) alle lessen die ik krijg koppelen aan de stage. Ik ga met veel plezier naar school. Er is nog steeds veel ruimte voor theorie, die ook hard nodig is om op een goede manier les te geven. Het verschil is dat docenten in de lessen aandacht hebben voor het goed inoefenen van de theorie en hier praktische voorbeelden bij geven.

VWO’er op de pabo
Het voordeel van Vwo’er zijn in een pabo-klas, is dat ik verbanden sneller snap. Ik merk dat ik dingen sneller aan elkaar kan koppelen en door deze kennis te delen, krijgen klasgenoten hier inzicht in. Zo kan ik van toegevoegde waarde voor mijn klas zijn. Ik vind het absoluut niet saai om nu een HBO-studie te doen met een VWO-achtergrond. Ik leer elke dag nog nieuwe dingen en juist de klasgenoten die van het MBO af komen kunnen me veel leren over de praktijk.

Diversiteit
Mijn klas bestaat uit mensen met allerlei verschillende onderwijsachtergronden. Er zijn er bij die direct van de havo af komen, een aantal die eerst mbo hebben afgerond, en paar die VWO hebben gedaan en daarna voor de pabo hebben gekozen en ten slotte een aantal die eerst een andere studie hebben geprobeerd en besloten dat de pabo toch meer hun ding was. Alles kan en juist die diversiteit maakt dat iedereen toegevoegde waarde kan hebben in de klas en zo bij kan dragen aan het onderwijs.

Kies bewust
Als je een studie moet kiezen na je VWO, wil ik je meegeven dat je vooral moet nagaan bij jezelf of je ook opgewassen zal zijn tegen alle theorie en of je dit zou kunnen koppelen aan de praktijk. Ik kon het grootste deel niet plaatsen en was daardoor minder geschikt. Als ik terugkijk naar mijn middelbare schooltijd, kan ik wel bedenken dat de vele theorie eigenlijk helemaal niet zo mijn ding zou zijn. Oud-klasgenoten van mij die nu nog wel de ALPO doen, zitten volledig op hun plek, omdat dat theoretische ze juist erg aantrekt. Dit daagt ze uit en deze oud-klasgenoten kunnen de theorie terugzien in de stage. Of je nu bewust voor De Pabo of ALPO kiest, het belangrijkste is dat je er gelukkig mee bent en dat dit de studie is die bij je past. Veel succes met het maken van deze keuze!

Hoe denk jij hierover? Is het raar als een VWO’er op de Pabo beland?