Van kaaskop tot bakra
Hielke Kempeneers, 3e-jaars student Leraar Nederlands.
Het idee om voor mijn minor naar het buitenland te gaan had ik eigenlijk al toen ik aan de opleiding begon. Ik had al weleens gehoord van mensen die les gingen geven in Nederlandstalige gebieden in het buitenland. Dat leek mij ook wel wat!
In het tweede jaar heb ik me meer georiënteerd op waar ik dan heen wilde. Zoals ik al zei wilde ik het liefste naar een land waar ook Nederlands gesproken wordt. Ik wilde ervaren hoe het is om mijn vak, Nederlands, te geven in een compleet andere cultuur. Toen begonnen er wel wat twijfels te komen. Ga ik naar de Antillen? Naar Suriname? Of misschien toch studeren ergens in Europa. Toen ik steeds dichterbij het moment kwam om de knoop door te hakken, begon ik ook te twijfelen of ik het überhaupt wel moest doen. ‘Gewoon’ een minor doen in Nederland is tenslotte veel makkelijker. Uiteindelijk heb ik toch de keuze gemaakt om naar Suriname te gaan, ook vanwege alle positieve feedback die ik kreeg op dit idee.
Vanaf dat moment, eind augustus vorig jaar, moest ik in sneltreinvaart alles gaan regelen. Ik had gelukkig al contact gehad met mijn aanstaande huisbaas. Hij had nog een plek over en was ook blij dat ik kwam. Het meeste gedoe was het aanvragen van een machtiging voor kort verblijf (MKV). Deze had ik nodig, want de reis zou langer dan drie maanden gaan duren. Hiervoor moest je verschillende documenten per post aanleveren. De officiële documenten moesten ook nog eens voorzien zijn van een apostille, hiermee zijn ze ook rechtsgeldig in het buitenland. Alvast een voor de hand liggende tip: begin hier op tijd mee, maar ook écht op tijd (een maand of vijf voor vertrek is wel het meest relaxed). Ondertussen werden er ook nog een paar inentingen mijn arm ingespoten en voor ik het wist was het februari en was het tijd om te gaan.
Op het vliegveld moest ik door een wanprestatie van KLM nog mijn retourticket omboeken naar een maand eerder. Ik zal jullie verder niet vermoeiden met de details. Eindelijk zat ik in het vliegtuig! Zonder problemen stapte ik negen uur later in mijn winterse outfit het warme vliegveld op. Hier kreeg ik al meteen te maken met de fantastische bureaucratie van Suriname. Elke reiziger had een stempel nodig bij aankomst. Dit werd gedaan door drie ambtenaren in drie hokjes. Natuurlijk moesten alle papieren die je bij je had óók nog bekeken worden. Dat dit al door drie andere instanties was gedaan, maakte natuurlijk niet uit. Ik zat helemaal achterin het vliegtuig, dus ook achteraan in de rij. Dit duurde even. Mijn verbazing was dan ook groot toen de taxichauffeur blij verrast zei dat ik al zo snel klaar was. Het leven ging hier in een versnellinkje lager.
Je merkt aan alles dat je op een compleet ander continent bent, maar doordat de mensen Nederlands spreken voel je je toch niet helemaal verloren. Daarnaast wemelt het er van de Nederlandse studenten, waardoor je al snel nieuwe contacten legt. Op mijn stageschool had ik binnen de kortste keren kennisgemaakt met de docent bij wie ik stage ging lopen en met de directrice. De gastvrijheid en het enthousiasme waarmee ik ontvangen werd, was hartverwarmend.
In de weken die hierop volgden ben ik op verschillende manieren onder de indruk geraakt van Suriname: de natuur, de cultuur, het onderwijs, de politiek en het eten. Dit kan je allemaal lezen in de blog die ik elke week heb bijgehouden. Het is zonder twijfel het bijzonderste land waar ik ooit geweest ben. Zeker als Nederlander kan ik je aanraden om er een keer naartoe te gaan!
Helaas duurde mijn verblijf een stuk korter dan gepland. Even voor de duidelijkheid: toen ik het vliegtuig instapte was corona niets meer dan een ver-van-mijn-bed-show en een biertje. Een paar weken na aankomst begon het wat te borrelen overal. Er waren mensen besmet in Italië. Het kaartje van Europa kleurde langzaam rood. Nederland was nog steeds wit. Dit was een carnavalletje later ook anders. Bouterse besloot om de grenzen van Suriname te sluiten en volgde daarmee het voorbeeld van dat andere heldere licht in een continent omhoog. Bij ons, mijn huisgenoten en ik, was er verder geen reden tot paniek. Wij zouden pas op 31 mei vertrekken en tegen die tijd was alles wel weer overgewaaid. Helaas bleek dit niet het geval. In een paar dagen tijd besloot Europa ook de grenzen te gaan sluiten. Niet veel later deed ongeveer de hele wereld mee. Alle reizigers moesten terug naar hun eigen land. Inmiddels waren de scholen in Suriname al dicht en begon er her en der al wat gehamster plaats te vinden; ondanks dat er nog geen officiële gevallen van Covid-19 in Suriname geconstateerd waren, werd wel duidelijk dat het er hier niet leuker op zou worden. Er zat dan ook niks anders op dan een ticket terug te boeken. De teleurstelling was enorm.
Zo zaten we ineens in onze laatste week. In deze week hebben we geprobeerd nog wat te zien van het land. Veel tripjes werden gecanceld, maar gelukkig konden we nog wel twee dagen de jungle in. Je zou maar naar Parijs gaan en niet eens de Eiffeltoren hebben gezien! In drie dagen tijd ging ik van slapen in een hangmat in de jungle, naar mijn eigen bed. Toch ook wel lekker.