Uilenballen en nooduitgangen

Marieke is eerstejaars student Pabo Arnhem

Het was een doodgewone vrijdag. Sterker nog, als de oudere pabo’ers dit teruglezen, denken ze vast: ‘Oh ja, dat heb ik ook eens gedaan!’ Voor degenen die nog niet op de pabo zitten, is het een mooie omschrijving van een leuke pabo-dag. Maar voor mij was deze dag toch weer het teken dat ik op de pabo helemaal op de goede plek zit!

Blij met een muis
‘Yes, ik heb een stukje muis!’ Deze zin heb je waarschijnlijk nog nooit gehoord. Tenzij je deze natuurles natuurlijk al een keer gehad hebt. Nou zijn de meeste mensen over het algemeen niet blij om een muis te zien, laat staan een stúkje, maar deze vrijdagochtend klonken er aardig wat blije kreten door de klas bij het zien van een stukje van dat grijze diertje. De muis leefde niet meer, natuurlijk. Het feit wilde namelijk dat wij uilenballen aan het ontleden waren. Je weet wel, die balletjes die uilen uitkotsen. En dan is het best wel cool als je een stukje schedel of bot tegenkomt!

Gatver, kots!
Toen de balletjes uitgedeeld waren, vormden zich automatisch twee groepen in de klas. De ene groep gilde dingen als ‘Gadverdamme!’ en diegenen wisten niet hoe snel ze prikkertjes en handschoenen moesten halen. De andere groep begon gelijk in de balletjes te wroeten, ondanks dat dat eigenlijk nog niet mocht. Ik hoorde vanzelfsprekend bij de laatste groep. Nog voor het startsein van wroeten gegeven werd, had ik het eerste botje al te pakken. Begrijp me goed, ik ben niet trots op het feit dat ik niet zo goed luisterde, maar ik kon het gewoon niet laten met al dat moois voor me!

Onderzoek
We deden mee met een onderzoek, waarbij onderzocht werd hoeveel muizen er in een bepaald gebied leefden. Aan ons de taak om de balletjes te ontleden en de botjes te verzamelen, zodat ze opgestuurd konden worden naar het onderzoeksinstituut. Elk verzameld stukje schedel werd natuurlijk uitgebreid onder de microscoop bekeken en al snel klonken er kreten door de klas: ‘Ik zie zijn tanden!’ of ‘Zijn kiezen zitten wel erg los. Hij moet vast een gebitje.’

Om een lang verhaal kort te maken: het was een erg geslaagde les.

Planten kussen en palen omhelzen
De les werd nog gekker: we moesten een brandoefening doen. Op zich niet heel raar natuurlijk, iedereen heeft dat wel eens gedaan. Maar bij deze oefening moest alles reëel overkomen, en dus moest het net echt lijken. Dit deden we natuurlijk niet door de gordijnen in de hens te steken, nee, in plaats daarvan moesten we allemaal een blinddoek om, om zo de verblindende rook na te bootsen. De bedoeling was dat we zo snel mogelijk beneden in de hal kwamen. Deed je er twee tot drie minuten over, dan was je behoorlijk verbrand, maar deed je er langer dan drie minuten over, dan was je hartstikke dood.

‘Marieke, je bent hartstikke dood. Alwéér!’
Gelukkig mochten we in tweetallen: de één mét en de ander zonder blinddoek. Je mocht elkaar niet helpen, maar het was wel de bedoeling dat je voorkwam dat jouw teammaatje van de trap af donderde. Ik vormde een team met T., een meisje dat ook nieuw was in R1D. Zij ging eerst. Een hele tijd en veel gelach later, waren we eindelijk beneden. ‘En?’ vroegen we aan de rest van de klas. ‘Dood,’ lachten zij. Toen ging ik. Een nog langere tijd en nog meer gegier later, waren we weer beneden. (Het duurde even omdat ik onderweg de plantenbak en een paal tegenkwam. Die moest ik natuurlijk eerst even vriendelijk begroeten, dat snap je.) Half van de trap vallend gilde ik van verre verwachtingsvol: ‘En?’

‘Marieke, je bent hartstikke dood. Alwéér!’

Rest mij er nog bij te vertellen dat de kantine vol zat met ouderejaars, die me duidelijk uit zaten te lachen. Ja, ik zag jullie wel!

Heerlijk zo’n dagje! Ik kan niet wachten tot de volgende!

Tot snel!

@vanwoesik01

Lees meer over Pabo Arnhem