Stagekriebels bij het jonge kind


 

 

 

 

 

 

 

Liese van den Born, derdejaars HAN Pabo-student

Ik ben Liese van den Born, derdejaars pabo-student aan de HAN in Nijmegen.  In deze blog schrijf ik over de keuze voor het jonge of oude kind die aan het einde van het tweede leerjaar gemaakt moest worden. In deze blog ga ik dieper in op het jonge kind.

De kleuters luisteren aandachtig terwijl ik een verhaal voorlees over Muisje Andersom. Ze lachen bij elke grap heel uitbundig en leven zich helemaal in, in het verhaal. Na het verhaal gaan we buitenspelen. De kleuters zijn ondertussen nog druk bezig met het verwerken van het verhaal en blijven terugkomen met nieuwe ideeën over andersom gebeurtenissen. Wat een enthousiasme!

De stoelen met de naamplaatjes, de plaskettingen en het leren tellen. Allemaal verschillende aspecten waar je alleen bij de kleuters mee te maken hebt en niet meer in bovenbouw.

De onwetendheid van de leerlingen en het enthousiasme wat ze ’s ochtends vroeg mee het lokaal in nemen, wat zal ik dit missen tijdens mijn stage in de bovenbouw.

Alle lessen die je geeft aan een kleutergroep wordt door kleuters niet gezien als les, maar als weer een nieuw leerzaam spel. In de kring kun je zoveel met de leerlingen bereiken. Terwijl je aan groep 1 leerlingen vraagt hoeveel kerstballen op tafel liggen, vraag je aan groep 2 om 3 even grote groepjes te maken. De differentiatie tussen de niveaus en leeftijden van de leerlingen is tijdens zo’n activiteit belangrijk, maar goed te bereiken.

Tijdens de maandagochtendkring mogen alle leerlingen vertellen over het weekend. Soms komt er daadwerkelijk een verhaal over het afgelopen weekend, maar soms krijg je ook een verhaal te horen over iets wat zich maanden geleden heeft afgespeeld. Allemaal even interessant. De manier van vertellen in korte zinnen, met makkelijke woorden en een veel te snelle babbel maakt het allemaal extra leuk.

Iedere dinsdagochtend en donderdagochtend is het inloopochtend voor de ouders. Dan mogen de ouders tot kwart voor 9 samen met de leerlingen een boekje lezen, puzzel maken of een opdracht doen. Zo heb ik tijdens mijn stagetijd in de onderbouw veel contact gehad met ouders omdat ik deze iedere week in de klas zag. Ik heb met ouders gesprekken gevoerd over hun kinderen en over de school zelf. Ik heb hiervan dingen geleerd als, omgang met ouders, maar ook over hoe ouders tegen de school van hun kinderen aankijken.

Tot slot heb ik ook een aantal oudergesprekken bijgewoond. Deze zijn erg interessant omdat je hier de leerkracht en ouders van het kind in gesprek hoort over het kind. Soms hoor je hier hele andere verhalen dan je zelf had opgemerkt aan het kind. Vaak kun je toch wel duidelijk de link leggen tussen de verschillende verhalen.

 

Nu op naar de bovenbouw en uitvinden wat de oudere leerlingen voor bijzonders hebben.

Welke keuze zal ik maken? Het jonge kind of toch het oude?