Spoken bestaan… en penicilline nu ook

Tom is docent aan Pabo Arnhem

De tweedejaars Pabo studenten komen binnen voor hun allereerste les filosoferen met kinderen. Ik kijk ze aan en stel mijn vraag: bestaan spoken? De studenten zijn sneller stil dan wanneer ik om stilte vraag. Dit hadden ze niet verwacht. “Meent hij het serieus?” Uit mijn houding merken ze dat ik het inderdaad serieus meen.

Spoken en geesten
Natuurlijk vindt iedereen dat spoken niet bestaan.
Alhoewel… geesten wel.
Maar wat is dan het verschil tussen geesten en spoken?
Geesten kun je niet zien en spoken hebben witte lakens. Niemand heeft ooit van die witte lakens gezien.
Ook niet op tv?
Ja, daar wel. Maar op tv is niet alles waar. Zeker niet in tekenfilms.
En geesten dan?
Ja daar heb je van die tv programma’s over…
Maar wat op tv is, dat is toch niet waar?

Dan wordt iemand heel dapper: “Ik heb wel eens een geest gezien.”
Geloven jullie nu wel dat geesten bestaan?
Nee, want ik heb hem zelf niet gezien.
Moet je iets zelf kunnen zien voordat iets bestaat?
Nee, dat ook weer niet.
Waar moet een boodschapper aan voldoen voordat je hem of haar vertrouwt dat er geesten bestaan? Of, anders gezegd, waarom geloof je Char wel en je vriendin niet?

Verwondering
Zelden geef ik, als docent levensbeschouwelijke vorming, zulke geanimeerde lessen over een onderwerp dat eerst volstrekt belachelijk gevonden wordt. Een stoel bestaat en appeltaart ook. Maar of spoken bestaan? En langzaam merken de studenten dat je met dit kleine voorbeeldje eigenlijk midden in de wereld van zowel levensbeschouwing zit als binnen de wereld van wetenschap en techniek. Die 2 werelden waarvan het leek alsof ze zo ongeveer elkaars tegenpolen waren. Maar elke wetenschap begint toch met de verwondering?

Op ontdekkingstocht
Een ander voorbeeld. Laatst werd ik, tijdens het avondeten, gebeld door de politie. Mijn zoontje van 11 was gearresteerd. Samen met een groepje vrienden was hij opgepakt in een leegstaand pand. Of ik hem op het politiebureau op kon komen halen. ’s Avonds zat hij trillend tegenover mij. Ik vroeg wat er nou eigenlijk gebeurd was.

In de buurt ging het verhaal rond dat er een spook in het huis zat. De ramen waren ingegooid dus hij, en zijn vriendjes, konden zo naar binnen. In een kamer hebben zij spaghetti op de grond uitgespreid en hebben ze een voicerecorder aangezet. Daarna hadden zij zich terug getrokken. Zij wilden het spook vastleggen.

Natuurlijk moest ik duidelijk maken aan mijn zoon dat je niet zomaar een huis in mag. Maar tegelijkertijd was ik zo trots op zijn onderzoekende houding. Hij wist natuurlijk wel dat spoken niet bestaan. Maar stel nou eens dat… En hoe kun je dat dan, wetenschappelijk, vastleggen? Door beweging en geluid te registreren! Met dit soort nieuwsgierigheid en doortastendheid is ook ooit de bliksemafleider of penicilline ontdekt.

Website Pabo Arnhem