Mijn eerste ouderavond!
Anrien is vierdejaars student lerarenopleiding Frans
De spanning giert door mijn lijf. De hele dag bouwt het zich al op en nu ik de personeelskamer binnenwandel, bereikt het zijn hoogtepunt. Vanavond heb ik mijn allereerste oudergesprekken. Voor het eerst in mijn carrière ga ik met ouders praten. Al weken bereid ik me hier mentaal op voor. De toetsen heb ik bij de hand en mijn tot in detail uitgewerkte voorbereiding hoef ik alleen nog even te printen. Gelukkig ben ik een uur te vroeg, dus daar heb ik meer dan genoeg tijd voor.
Collega Nederlands glimlacht. “Collega Duits heeft het ook moeilijk.” Ik grinnik en denk aan mijn lieve collega Duits, die zich altijd honderd procent inzet en het liefst alles perfect doet. Die heeft nu vast geen nagels meer over. “Nee echt,” zegt collega Nederlands, “ze ligt op de EHBO.” Op de EHBO? Hè? Ik wil al weg rennen, maar ik weet niet eens waar onze EHBO-ruimte is. Eerlijk gezegd wist ik niet eens dat we er een hadden. Ik kijk collega Nederlands aan. Ze loopt met me mee.
In een donker kamertje aan het eind van de gang, zie ik collega Duits liggen. Die arme meid. Lijkbleek is ze. De bhv’er maakt plaats voor me en ik kniel naast haar neer. “Meisje toch…” fluister ik. “Migraine”, fluistert ze. Ik heb geen verstand van migraine; nooit gehad en ook nooit iemand gezien die het had, maar dit ziet er niet goed uit. Haar voorhoofd gloeit en ze rilt ontzettend. Ze heeft grijze kringen om haar ogen heen. “Van de mascara,” grapt ze, maar haar stem klinkt zwak. Ze knijpt haar ogen dicht en zucht diep. Af en toe probeert ze wat water te drinken, waarbij ik haar hoofd ondersteun.
Ineens begint ze oppervlakkig te ademen en nog harder te rillen. Het lijkt bijna alsof ze een epileptische aanval gaat krijgen. Een lichte paniek overvalt me. Ik vraag me af of ik hulp moet halen, maar ik wil haar ook niet alleen laten. Dus houd ik haar vast en adem rustig met haar mee tot ze weer kalmer wordt. Even gaat het goed en dan begint het weer opnieuw. Keer op keer. Minuten verstrijken. Ik blijf bij haar tot ze wordt opgehaald door het thuisfront.
Samen hijsen we haar in een rolstoel, rollen we haar naar de uitgang en zetten we haar in de auto. Als de auto wegrijdt, realiseer ik me pas dat ik tril van de spanning. Ik breng de rolstoel terug naar de EHBO-kamer. Het is druk op de gang. Even vraag ik me af wat al die mensen hier doen en dan besef ik weer dat er ouderavonden bezig zijn. Ik kijk op mijn horloge. Over precies drie minuten staan de eerste ouders voor mijn deur.
Ik ren naar de personeelskamer, waar mijn tas nog staat en spurt naar de tweede verdieping. Onderweg bedenk ik dat ik de gesprekken moet gaan voeren zonder mijn gedetailleerde voorbereiding die ik had willen printen vanavond. Verdikkie. En als klap op de vuurpijl ben ik ingedeeld in een scheikundelokaal. En dat lokaal heeft een ander slot dan alle andere lokalen. Ik geef een klap op de deur van frustratie en ontlading, zucht en ren de trappen af naar beneden. Sleutel, sleutel, sleutel, dreunt het door mijn hoofd.
Het hok van de conciërge is op slot. Verdorie. Ineens zie ik mijn rector lopen. Gelukkig heeft hij een sleutel. Als een idioot ren ik de trappen weer op. Mijn tas hangt scheef over mijn schouder en ik ben buiten adem van het rennen. Als ik de klapdeuren naar de gang open wil doen, hoor ik stemmen. Ik herken de stem van een van mijn leerlingen.
Ik haal diep adem, hang mijn tas weer recht en haal een hand door mijn haar. Ik tel tot drie, zet een glimlach op en doe dan de deur open, in de hoop dat ik een en al vertrouwen en rust uitstraal. “Dag meneer, mevrouw. Dag Mike, hoe gaat het? Komt u maar binnen hoor.” Het hele voorval heeft één voordeel: ik ben niet meer zenuwachtig.
Mooi stukje, Anrien! Wel naar voor je collega! 🙁
Thanks Marieke! Ja, dat was geen leuke avond zo, gelukkig is het allemaal weer goed gekomen 🙂
Mooi geschreven Anrien! De eerste ouderavond vergeet je nooit, jij zeker niet meer 😉