Mr Koçan, het talenmonster…
Bahtiyar Koçan, afgestudeerd leraar Engels (deeltijd, afgestudeerd december 2015)
Vorig jaar maakten mijn leerlingen in het begin van het jaar op een wel heel aparte wijze kennis met de talige achtergrond van Mr Koçan, een voor hen nieuwe leraar. Eén van de leerlingen ontglipte het zogenaamde BTCH woord in de klas. Hij zei het in een split second tegen een van zijn klasgenotes. Helaas voor hem hoorde ik het – tough luck. “Mr X”, zo zal ik hem maar noemen, “I heard that”, zei ik. “You will remember that we agreed on being positive towards each other”, zei ik met een glimlach. “You may stay behind after class.” De andere leerlingen keken me aan, benieuwd naar wat ik verder zou doen of zeggen. Ik ging daarna verder met de les.
Elektrisch geknetter van neuronen
In de pauze dacht ik na welke sanctie ik Mr X zou opleggen. Het was nota bene het liefste jongetje van de klas; waarom uitgerekend hij? Ach ja, gewoon een puber. In mijn eerste jaar heb ik gemerkt dat straffen door domme strafregels te laten schrijven soms het beoogde effect heeft – welk effect dan ook. Echter, vaak heb ik ervaren dat het geen gewenste gedragsverandering oplevert. Een ‘coachingsgesprek’ van leraar tot leerling levert vaak sociaal gewenste antwoorden op. In dit geval wilde ik duidelijk maken dat leerlingen in mijn klas elkaar geen respectloze namen naar het hoofd mogen slingeren, en dat ik het naleven van deze gezamenlijke afspraak echt serieus neem. Een signaal naar de leerling en ook de hele groep. Ik wilde het gedrag van Mr X sanctioneren, maar wel met behoud van de goede relatie, die ik net aan het opbouwen was. Diverse ideeën baanden zich een weg door mijn hersenpan. Ontelbare neuronen in mijn hersenhelften stuurden signalen die zouden kunnen resulteren in allerlei oplossingen. Een ‘elektrisch’ geknetter van jewelste daarboven… Een paar scenario’s passeerden de revue, tot ik eigenlijk snel een oplossing had die vlak onder mijn neus lag.
Talenmonster
Vaak begin ik mijn lessen met een tongue twister of een limerick, waarmee ik de klas warm maak voor de les. Ik word ook wel het talenmonster genoemd. Op een speelse wijze behandel ik zo ook woordenschat, uitspraak en grammatica. Ik zou Mr X een limerick laten schrijven. Een limerick die alleen maar loftuitingen zou moeten bevatten over zijn klasgenote. Die limerick mocht hij dan voor in de klas voordragen als ode aan zijn klasgenote. Hij zou er eigen tijd in moeten investeren, een uur, twee uur? Wie weet? Ik zou hem – zo hoopte ik stiekem – ook willen stimuleren in taalcreativiteit. En ten derde zou ik hem ondanks zijn ‘straf’ toch zijn moment of glory gunnen. In mijn eerste jaar zou ik dit niet hebben gekund. Vorig jaar kon ik dat wel en voelde ik het plezier in mezelf opborrelen. Ik voelde dat het ook een mooi moment in de klas zou kunnen worden.
Strafwerk 2.0
Mr X en ik hadden ons ‘coachingsgesprek’ en hij bood zijn excuses aan. Hij wist dat hij fout zat du moment dat het B-woord uit zijn mond floepte. Ik waardeerde zijn excuses en gaf aan wat hij mocht doen. Schuldbewust en wellicht niet wetend wat hem te wachten stond, aanvaardde hij zijn sanctie. “Krijg ik echt geen strafwerk”, zei hij? “Nee joh, dat is zonde van je tijd. Je krijgt een creatieve schrijfopdracht.” Een klein sardonisch genoegen maakte zich van me meester. Foei, bedacht ik me. Dat zijn nu de voordelen van het spel tussen leraar en leerling. Beiden beseffen onuitgesproken dat het dat ook is.
Holland’s got talent
Een paar dagen later had Mr X zijn moment of fame. Hieronder zijn letterlijke tekst (zonder de naam van betrokkene):
XYZ is very nice
She is born in Oss a paradise
She is very smart
Yeah and she also has a great heart
When she is older she will be very wise
With XYZ it’s always fun
When she had to hockey she won
She has nice blond hair
And her perfume spreads through out the air
Oh gosh I don’t now whit which word I have begun
I will never call her the B-word again
No from me she gets a ten
Now I’m out of inspiration
I’ll flee to the train station
This is the end amen
Not a word…
Mr X stond voor de klas, declameerde zijn tekst, en hij had er ook schik in. De klasgenote om wie het ging, voelde zich een beetje ongemakkelijk, de klas applaudisseerde aan het eind en er was een hilarische sfeer. Ik heb daarna in de klas geen B-woord, F-woord of andere ongewenste woorden gehoord. Maar natuurlijk ben ik niet naïef en zijn het pubers. Mijn ‘point was made’. Wat is het leuk om leraar te zijn.