Misschien word ik wel schoonmaakster

Anrien, afgestudeerd aan de lerarenopleiding Frans

Om over na te denken:

Stel je bent schoonmaakster en je werkt bij een heel lief, oud en hulpeloos vrouwtje. Ze heeft een huis dat je elke week schoon maakt. Om het goed schoon te maken, zou je elke week vier uur nodig hebben. De ene keer doe je beneden iets uitgebreider, de andere keer boven, maar met vier uur per week kom je prima uit. Nu is het punt dat je maar voor één uur betaald krijgt. Wat doe je dan? Werk je dan toch die vier uur om het huis schoon te krijgen? Want het is zo’n lief vrouwtje en ze kan het zelf niet. Of raffel je je werk af zodat je maar een uurtje bezig bent? Wetende dat zij met haar slechte ogen toch niet ziet of je wel netjes hebt gewerkt.

Of je nou vier uur werkt en alles brandschoon achter laat, of één uurtje de boel een beetje afraffelt: je krijgt hetzelfde betaald en dat vrouwtje vindt je sowieso een schat.

Weet je zeker dat je het onderwijs in wilt?

Vind jij lesgeven zo leuk dat je werkt voor de kinderen, dat je meer werkt dan waar je voor betaald krijgt, dat je zeker weet dat je het best redt met dit salaris de komende jaren, dat je geen behoefte hebt om door te groeien? Heb jij zoveel liefde voor je leerlingen dat het je niet uit maakt dat het soms voelt alsof je vrijwilligerswerk doet? Ben jij bereid om vier uur te werken voor dat ene uur dat je betaald krijgt? Alleen om dat lieve oude vrouwtje gelukkig te maken?

Twee soorten docenten
Gelukkig hebben de meeste docenten echt hart voor hun vak. Zij werken met liefde een extra uurtje aan een uitdagende en motiverende opdracht voor hun klassen, zij werken voor de leerling. Docenten die dat niet hebben, hebben het zwaar. Zij tellen hun uren, berekenen hun salaris per uur, tellen de dagen af naar de vakantie, naar hun pensioen. Deze docenten beginnen hun les met: sla je boek open op bladzijde 25 en begin met opdracht 3 tm 10: veel succes. Zo kan het ook, niemand die er iets van zegt. Als je een beetje humor hebt en de kinderen je aardig vinden, accepteren ze het waarschijnlijk ook nog. Alleen de echt gepassioneerde docenten worden een voorbeeld voor de leerlingen. Alleen die zorgen ervoor dat leerlingen uitkijken naar jouw les, extra hard werken voor jou, etc. Ben jij die docent?

Twijfels
Ik heb tijdens mijn opleiding vaak getwijfeld of ik wel docent wilde worden. Kon ik het wel? Wilde ik het wel? Gelukkig wist ik toen nog niet hoe hard je moet werken als docent en heb ik door gezet. En nu? Nu houden mijn leerlingen mij hier. Want hoeveel werk je ook moet verzetten, hoeveel ‘overuren’ je ook maakt, er gaat niets boven blije gezichten van je leerlingen. Af en toe een positieve opmerking krijgen, die ene leerling die de stof eindelijk doorheeft, die leerling die de zoveelste 10 haalt, die leerling die eindelijk een voldoende heeft weten te halen, die leerling die grapjes maakt, die leerling die zich beter voelt na een gesprekje met jou.

Docent zijn doe je niet voor het salaris of voor de toekomstperspectieven. Docent zijn doe je voor de leerlingen. En alleen voor hen. Wees je daarvan bewust, want alleen als jij die passie hebt, word jij een topdocent.

Reacties

  1. 17 april 2014 door Françoise

    Très bien écrit!
    A bientôt,
    Françoise

  2. 17 april 2014 door anrien

    Merci Françoise!