Minor in Suriname
Elle Wassenberg, derdejaarsstudent Lerarenopleiding Nederlands.
Beste lezers,
Mijn naam is Elle en ik heb dit jaar gekozen voor de minor Onderwijs in Internationaal Perspectief. Ik heb voor deze minor gekozen, omdat ik graag wilde ervaren hoe het onderwijs in het buitenland is. Verder heb ik gekozen voor Suriname, omdat ik als student Nederlands graag stage wilde lopen in een land waar ook Nederlands gesproken werd.
Ik heb stage gelopen op een muloschool in Paramaribo. Een muloschool is te vergelijken met een middelbare school in Nederland, alleen zitten dan alle leerlingen van alle niveaus bij elkaar in een klas. De school waar ik stage heb gelopen was de George Asinschool. De eerste keer dat ik voet zette op het schoolterrein had ik wel even de tijd nodig om alles in me op te nemen. Ik had al verwacht dat het anders zou zijn als in Nederland, maar verder wist ik niet goed wat ik kon verwachten. Ik zag klaslokalen met gaas in plaats van ramen, stoeptegels in de klaslokalen, krijtborden en erg versleten stoelen en tafels.
De leerlingen op de George Asinschool hebben les van 8.25 uur tot 12.30 uur. Iedere dag wordt om 8.25 uur de vlag gehesen en wordt er het volkslied gezongen. De eerste dagen van mijn stage heb ik meegelopen met mijn stagebegeleidster. Tijdens deze dagen heb ik veel van het onderwijs in Suriname kunnen zien. Ik zag al vrijwel direct dat het er wat anders aan toe ging als in Nederland. De lessen duurden veertig minuten, maar voordat veel docenten pas echt met de les begonnen, waren er vaak al tien tot vijftien minuten voorbij. Van de verschillende lesfases, die in Nederland vaak gebruikt worden, zag ik in Suriname ook vrij weinig terug. Verder zag ik dat veel docenten erg creatief waren door het gebrek aan materiaal. Bij Nederlands hadden we namelijk een boek uit 1995 waar alleen lessen woordenschat en leesvaardigheid uit gegeven konden worden. Voor de andere onderdelen van Nederlands moest je zelf lesmateriaal ontwikkelen. Veel van de docenten op de George Asinschool waren deze manier van werken gewend en je zag ook aan hen dat ze makkelijk uit de voeten konden met het materiaal dat ze wel tot hun beschikking hadden. Ze deden vrijwel alles op het bord. Dat was hun manier van werken. Hoewel ik het idee had dat daarmee kostbare lestijd verloren ging. Tijdens het observeren, heb ik ook opgemerkt dat het door veel docenten geaccepteerd wordt als de leerlingen op hun tafel liggen te slapen of niet meedoen tijdens de les. Daar kon ik zelf maar moeilijk aan wennen. Tot slot heb ik in de eerste week ook al wat woordjes Sranang Tongo van de leerlingen mogen leren. Ik moest namelijk invallen en ik had nog geen lesmateriaal. Ik heb toen aan de leerlingen voorgesteld dat de leerlingen deze week mij iets mochten leren. Het was leuk om te zien wat voor effect dit op de leerlingen had. Ze wilden me graag iets leren waar zij goed in waren. Ik had een schrift bij me waar ze van mij iets in het Sranang Tongo mochten opschrijven met de vertaling in het Nederlands daarachter. Op een gegeven moment stonden vrijwel alle leerlingen om mijn bureau. Ze keken aandachtig naar mijn schriftje en gingen samen in gesprek over dingen die ze op konden schrijven.
Maar naast stage was ik ook erg benieuwd naar de mooie natuur en cultuur die Suriname te bieden heeft. Om dit te kunnen ervaren, ben ik veel op trip geweest. Een echte aanrader. Tijdens deze trips heb ik intens genoten van alles wat ik er kon bewonderen.
Ik heb in Suriname ontzettend veel leerzame, leuke en onvergetelijke ervaringen opgedaan, waardoor ik met een goed gevoel terug kan kijken op mijn avontuur. Wil jij ook het avontuur aangaan? Dan zou ik zeker kiezen voor de minor Onderwijs in Internationaal Perspectief.
Hoi, ga je nu ook anders lesgeven in Nederland? Volgend jaar zal de stage voor jou “een eitje” zijn…. 😉
Fijne vakantie en succes volgend schooljaar!
Kees-Jan