“Liefde maakt alles mooier” – Sinan Can

Deze blog is geschreven door tweedejaars-studenten Leraar Nederlands. Zij schreven dit artikel voor het studentenblad STUD., dat wordt gemaakt aan de hand van het vak School en Media.

 

Zeg je Sinan Can, dan volgt al snel Wie is de Mol en de daarbij horende hashtag: #watgaatSinandoen, doelend op zijn luie houding in Wie is de Mol. Deze luiheid is echter niet te zien in het werk waar Sinan dagelijks mee bezig is. Hij maakt aangrijpende documentaires over het Midden-Oosten. Zijn documentaires Bloedbroeder (2013-2015) en De Arabische Storm (2015-2016) werden uitzonderlijk goed ontvangen. Van die documentaires verschenen zelfs boeken. Recent is Sinan Can aan de slag gegaan met een programma genaamd: Sinan zoekt de klas van Elias. In deze serie gaat Sinan op zoek naar de klasgenoten van de Syrische Elias in Aleppo. Een hartverscheurend programma waarin duidelijk wordt wat een oorlog kan doen met kinderen.

 

Identiteit
Dat Sinan documentairemaker is geworden, verbaast me niets. Bij de HAN Collegetour heeft hij mij én de rest van het publiek anderhalf uur kunnen boeien met ongelofelijk interessante verhalen. Daarin was er één ding dat veelvuldig terugkwam: de bassisschooltijd. “Die periode was bepalend voor wie ik nu ben.” Volgens Sinan was het een kleine school waar alle aandacht uitging naar de ontwikkeling van het kind. Bovendien waren de juffen en meesters uitzonderlijk liefdevol. “Ik zat in een multiculturele klas, dus alles werd gevierd. Kerst, Pasen, maar ook het Suikerfeest en de Ramadan. Iedereen respecteerde en accepteerde elkaar, en er was veel liefde. Liefde maakt alles mooier.” Ook thuis was hij gezegend: “Ik groeide op in een liefdevol gezin.” Vanwege het feit dat hij in zo’n warm nest is opgegroeid, vindt hij het eigenlijk al niet meer bijzonder dat hij is geworden tot wie hij nu is: “Het kon eigenlijk al niet meer misgaan met mij.”

Maatschappelijke betrokkenheid
Na het basisonderwijs en het middelbaar onderwijs is Sinan journalistiek gaan studeren in Tilburg. Hij koos voor journalistiek vanwege zijn interesse in reizen, de samenleving en vanwege het feit dat hij zich graag inzet voor een ander. “Ik besloot naar het Midden-Oosten af te reizen, omdat weinig journalisten dat durfden. Op die manier wilde ik me onderscheiden van de rest.” Sinans ouders komen uit Turkije, daardoor heeft hij veel interesse in het Midden-Oosten, in landen zoals Iran en Irak. “Bovendien spreek ik de taal en heb ik het uiterlijk mee.” Sinans drijfveer om naar het Midden-Oosten te gaan, is: “Werk hoeft niet leuk te zijn, maar nuttig. Voor velen is het een ver-van-je-bedshow, maar ik gá ermee naar bed. Het is belangrijk dat we onze ogen niet sluiten voor al het leed in de wereld.”
De hele zaal snakt naar adem als Sinan vertelt over de gruwelijkheden waar hij mee te maken heeft gehad. “De slechtheid van mensen kent geen grenzen,” zegt hij ernstig. “Steeds als je denkt dat je de bovengrens van slechtheid hebt gehad, komt er nog een schep bovenop.” Sinan vertelt dat hij dit werk niet lang meer gaat volhouden. “Als ik thuiskom, heb ik weken nodig om überhaupt weer mee te kunnen draaien in de maatschappij. Ik praat erover met vrienden en familie, maar verwerken lukt nooit.” Sinan vertelt ons dat je vooral niet verbitterd moet raken. In de wereld gaan heel veel dingen slecht, maar er gaan ook dingen goed. ”We moeten blij zijn dat we in Nederland zo tolerant en zo vrij zijn. Natuurlijk zijn er dingen die beter kunnen, maar laten we alsjeblieft blij zijn met dat wat goed gaat.”

Kijk op onderwijs
Sinan sluit af met een pleidooi voor ons als leraren. “Ga reizen met je leerlingen. Zo zien ze verschillende perspectieven. Dat is echt heel belangrijk.” Bovendien wil Sinan geen bijzonder onderwijs meer. “Laten we het schoolsysteem omgooien. Weg met christelijke, islamitische en vrijescholen. Laten we één soort onderwijs aanbieden waarin iedereen bij elkaar komt en leert dat we allemaal anders, maar toch óók hetzelfde zijn. Ieder mens snakt naar liefde, acceptatie, geluk en het beste voor zijn kinderen. Als het in de basis goed begint en onze harten en hoofden met empathie en kennis worden gevuld, dan kun je een deel van het leed voorkomen.”