Religieuze ervaringen in het basisonderwijs
Tom is docent aan Pabo Arnhem
Een godsdienstwetenschapper stelt dat het bestaat. Een eindredacteur van een politiek gelovig blad stelt dat het wel bestaat maar minder waarde heeft. Anderen stellen dat het niet echt is of kan zijn. Een religieuze ervaring zonder te geloven.
Een groot deel van de discussie rondom het boek “Flirten met God” is preken voor de eigen parochie. Je wilt dat gelovigen politiek betrokken zijn, dus wil je dat mensen zich verbinden. Je wilt dat de kerken vol stromen, dus zit je in je maag met mensen die jouw “unique selling point” elders halen. Maar de eenvoudige (1ste) constatering van Koert van de Velde is dat het gewoon bestaat.
Ervaringen van kinderen
In mijn werk als docent levensbeschouwing op de (niet specifiek christelijke) Pabo Arnhem, kom ik dit soort ervaringen voortdurend tegen bij mijn studenten. En mijn studenten komen dit soort ervaringen tegen bij de kinderen in hun stageklassen. En nou wordt het, volgens mij, interessant. Wat moeten die stagiairs van mij nou met de ervaringen van die kinderen? Moeten zij ze negeren, want ze bestaan niet? Moeten zij die kinderen naar de kerk verwijzen, want daar horen die ervaringen thuis? Of kunnen ze ook iets anders?
Een ervaring onder woorden brengen
Wij leren onze studenten om de kinderen en hun ervaringen volstrekt serieus te nemen. Op alle gebieden, dus ook wanneer deze kinderen vertellen over hun religieuze ervaringen. Dat vraagt trouwens een behoorlijke deskundigheid. Onze studenten moeten namelijk leren echt goed te luisteren, veiligheid te bieden binnen een groep om dit soort ervaringen te delen, maar ook moeten ze kinderen helpen een taal te ontwikkelen om dit soort ervaringen onder woorden te brengen. Want weinig is zo frustrerend als een ervaring opdoen die je niet onder woorden brengen kunt.
Over de vraag hoe je kinderen kunt begeleiden in hun levensbeschouwelijke alfabetisering wordt verschillend gedacht. Sommige scholen kiezen er voor om kinderen alleen de taal van hun eigen denominatie aan te leren. Op een protestantse school leer je om jouw ervaringen te verwoorden in de taal van Bijbelverhalen, op de islamitische scholen in de taal van de Koran en op katholieke scholen leer je vooral dat deze ervaringen eigenlijk alleen te duiden zijn in symbolische taal of via het ritueel. Het blijkt echter dat de werkelijkheid veel veelkleuriger is en gelukkig zijn steeds meer scholen op zoek naar mogelijkheden om ook in het verhaal of de taal aan te sluiten bij wat er al bij het kind aanwezig is.
Mijn bijdrage
Een heel andere vraag, die je niet zo veel tegen komt, is de vraag of je binnen het primair onderwijs moet stimuleren dat dergelijke religieuze ervaringen worden opgedaan. Koert van der Velde zoekt hier, voor zichzelf, wel naar door mee te doen aan retraites, geestverruimde middelen te gebruiken en dergelijke. Zijn constatering is dat het in ieder geval kan. Maar dat is nog een andere vraag dan: Is het ook zinnig?
Het mooie van religieuze ervaringen is dat deze je boven jezelf uit tillen. Een religieuze ervaring helpt je om op een andere manier naar de werkelijkheid te kijken, om zelfvertrouwen op te doen, om je gekend te weten, om je opgenomen te weten in een groter geheel, of wat dan ook verder. Ik zal de 1ste zijn om te erkennen dat dergelijke ervaringen niet tot de kerntaken van het onderwijs horen. Ook op andere plekken kan dit gestimuleerd worden, met name door de ouders. Maar ik wil ook graag erkennen dat het opdoen van dergelijke ervaringen veel voor kinderen betekenen kan, waardoor ze steviger in het leven staan. Als ik daar, binnen het onderwijs, aan bij kan dragen dan lijkt me dat een nobele taak.
De veelkleurigheid van levensbeschouwingen
Het leuke is dat het op allerlei manieren al gebeurt binnen het onderwijs, vaak zonder het zo te noemen. Door met kinderen te bidden en daarbij een God aan te spreken, ga je er impliciet van uit dat het kind boven de feitelijke werkelijkheid uit kan stijgen en God kan ontmoeten. Ook als je niet in God gelooft. Door een kaars aan te steken, stimuleer je kinderen zich open te stellen voor het mysterie van het vuur. Door een verjaardag te vieren en een kind een feestmuts op te zetten, stimuleer je kinderen om te ervaren dat ze op die dag meer zijn dan op alle andere dagen. Allemaal religieuze ervaringen.
In de 1ste plaats vind ik het belangrijk dat studenten in de gaten krijgen dat ze dus al bezig zijn om dergelijke ervaringen bij kinderen op te roepen. Vervolgens wil ik ze stimuleren om te onderzoeken aan welke “grote verhalen” of, in andere termen, aan welk geloof, deze rituelen verbonden zijn. En dan om vormen te ontwerpen hoe ze bij kinderen dergelijke ervaringen wél kunnen stimuleren, maar dan met respect voor de veelkleurigheid van levensbeschouwingen die in zo’n klas aanwezig zijn.
Diploma Christelijk Basis Onderwijs
Hoewel ik zelf overtuigd en betrokken protestant ben, jaren als missionair werker voor de Protestantse Kerk in Nederland gewerkt heb, en nu verantwoordelijk ben voor het opleiden tot het Diploma Christelijk Basis Onderwijs (DCBO) is mijn passie niet om kinderen te stimuleren om protestants, of zelfs christelijk te worden. Ik gun ze wel een leerkracht die hun religieuze ervaringen serieus neemt, die ze kan helpen deze te verwoorden, en die wellicht ook kan stimuleren om te dergelijke ervaringen bewust op te doen. Want zo kan een kind boven zichzelf uitgetild worden. En dat is mij heel wat waard.