Leven met zo weinig mogelijk middelen!

Wesley Houwen, derdejaarsstudent lerarenopleiding economie

Om half zeven in de ochtend. De honden beginnen te blaffen, auto’s die toeteren en er is een rood-oranje gloed van de zon die langzaam opkomt. Zo begon de ochtend drie dagen in de week voor mij. Ik ging altijd met mijn fiets naar school om uiteindelijk zeven uur aan te komen.

Ik liep stage op Mulo Kerklaan in Paramaribo. Dit is een vrij hoog aangeschreven muloschool voor jongens en meisjes. De mulo kun je vergelijken met het VMBO-kgt in Nederland.  Op deze school zitten veel leerlingen met een Hindoestaanse of Javaanse achtergrond. Om kwart over zeven ging de eerste bel. Het was gebruikelijk om dan de vlaggenparade te houden. De Surinaamse vlag werd gehesen en het volkslied zong iedereen uit volle borst mee. Uiteindelijk kregen een docent en ik de taak om de vlaggenparade te gaan leiden. Dus ik kon ook mee gaan zingen. Na de vlaggenparade klonk er een tweede bel en iedereen ging de klas in. Zo kon ik  beginnen met mijn eerste lessen. Ik mocht rekenen, boekhouden en soms nog handelswetenschappen geven aan de eerste-, tweede- en derdejaars.
Elke klas had zijn eigen lokaal dat vol stond met tafels, stoelen en een krijtbord. De klassen zaten vol met dertig leerlingen die je met de achternaam aan moest spreken. De leerlingen waren tussen de 12 en 16 jaar oud.
Om tien uur had je een pauze van een kwartier. De leerlingen stormden af op de eettentjes en de drankkantine die werd geleid door een docent. Elke pauze was ik wel te vinden in de kantine om de docenten te helpen met het verkopen van drinken. De opbrengst is namelijk voor de school en dat gebruiken ze om uiteindelijke de faciliteiten op school te verbeteren. Na de pauze waren er nog drie lesuren tot de school ging sluiten om 12:15. Ik heb me altijd verbaast hoe iedereen naar huis ging. De laatste bel ging en binnen vijf minuten was iedereen van het schoolplein. Na school kon ik mijn lessen reflecteren en voorbereiden.

Aan het einde van mijn stage moest ik twee examenlessen geven. Dit is gebruikelijk in Suriname. Mijn begeleidster van de lerarenopleiding in Suriname kwam dan mijn les bezichtigen en beoordelen.  Je krijgt dan twee cijfers en daarvan wordt het gemiddelde gepakt. Dit is je beoordeling voor je stage. Ik vond het dan wel heel apart dat je niet wordt beoordeeld op het proces. Dit lijkt mij namelijk beter voor de kwaliteit van het onderwijs, want je wordt dan beoordeeld op je ontwikkeling als docent en niet alleen op het geven van een paar lessen.

Naast mijn stage volgde ik ook nog op de dinsdagavond les op de lerarenopleiding. Deze lessen kon je echt vergelijken met de lessen die wij de eerste twee jaar krijgen op opleiding. Je ziet alleen wel dat er een gebrek is aan ICT-mogelijkheden, dat is voor de scholen namelijk niet te betalen. Je werkt op school dan ook met boeken van de jaren zeventig. Het is een uitdaging om zelf materiaal te ontwikkelen of les te geven met zo min mogelijk middelen. Ik vind daarom erg knap hoe de docenten hiermee omgaan. Bij het ontwikkelen van je eigen materiaal moet je opletten dat je niet te veel papier gebruikt. Het mag natuurlijk niet al te veel kosten.  Zo werden alleen de toetsen uitgeprint op school of eventueel bladzijdes van boeken die waren verdwenen. Op de lerarenopleiding hadden ze het wel wat beter. Zo werkten zij veel met readers en ook nog boeken van deze tijd. Zo kwam ‘Effectief leren’ van Ebbens & Ettekoven ook voorbij. Daarbij had ik ook nog weleens een gesprek met mijn begeleider over welke boeken wij in Nederland gebruiken en of ik nog aanvullingen had voor haar lessen.

Natuurlijk heb ik niet alleen stage gelopen lessen gevolgd, maar ook het Surinaamse leven verkent. Zo gingen we altijd met een groepje van zeven op trip. We hebben een reisleider leren kennen die ons heel Suriname heeft laten zien. Zo hebben we bergen beklommen, in de jungle geslapen en indianen- en marrondorpen bezocht. Je ziet kleine huisjes zonder douche. Kinderen die rondrennen in een tarzanbroekje. Het was heel apart om alles zo te zien. Iedereen is zo blij met de weinige middelen die ze hebben… Ook ontvangen alle mensen je met een warm hart. Zo heeft onze huisbaas ons ook meegenomen naar zijn vakantiehuisje buiten Paramaribo. Zijn familie had voor ons gekookt en wij konden heerlijk genieten van het uitzicht.

Wat me wel opviel is dat er veel cultuurverschillen waren in het land. Zo had je veel verschillende bevolkingsgroepen. Zo had je creolen, Javanen, Hindoestanen etc. Je zou verwachten dat er soms nog wat conflicten zijn tussen deze bevolkingsgroepen, maar deze groepen hebben zoveel respect voor elkaar dat ze gewoon met elkaar kunnen leven. De Javanen vieren net zo hard Holi Phagwa mee, terwijl het eigenlijk een Hindoestaans feest is.
Natuurlijk hebben wij het daar ook meegevierd, want als er een feestje is dan ben ik zeker van de partij. Zo hebben we ook het Surinaamse nachtleven verkend. Elke donderdagavond gingen we naar Havana. Een van de grootste clubs in Suriname. Elke avond zag je wel een dancebattle tussen onze Surinaamse vrienden.

Nu ben ik zo’n twee weken thuis en moet ik zeggen dat ik stiekem toch wel heimwee heb naar Suriname. Als ik de kans had om nog een keer te gaan zou ik het zeker doen. Je mist echt het warme gevoel van alle mensen. Je geniet echt van alle kleine dingen, zoals dat kleine visje uit het water hengelen, de man die je altijd groet als je langs komt fietsen bij het tankstation en die ene leerling die met een verdrietig gezicht een afscheidsknuffel komt geven. Voordat ik ook van jullie afscheid ga nemen, wil ik graag nog één ding zeggen. Wanneer je de kans hebt om in het buitenland les te geven, moet je niet gaan twijfelen. Eerst had ik ook twijfels of ik wel moest gaan, maar het is echt een uitdaging die geweldig is.

Reacties

  1. 10 juli 2017 door Kees-Jan

    Leuke blog: het geeft heel goed weer wat je in al je andere blogs geschreven hebt. Volgens mij zou je zo weer gaan, of niet? 🙂
    Mooie vakantie,
    Kees-Jan