Lest we forget…

Inge Everstijn-Veldhuizen, tweedejaarsstudente lerarenopleiding Engels

Mijn naam is Inge Everstijn-Veldhuizen en ik zit in het tweede jaar van de lerarenopleiding Engels Deeltijd op de HAN in Nijmegen. Ik ben aan deze opleiding begonnen als cadeautje voor mezelf. Mijn zonen, inmiddels 20 en 18, beide met een ASS-diagnose lijken op punt te staan zelfstandig verder te gaan en ja, wat moet je dan als moeder en ervaringsdeskundige? Ik besloot mijn passie, Engelse taal, cultuur en literatuur, te combineren met deze ervaring en dus de deeltijdopleiding Engels te volgen. Na een succesvol eerste jaar heb ik nu mijn baan opgegeven om mij volledig op mijn studie, minor en stage te storten. Dit laatste pakt wat zwaarder uit met twee avonden tot laat colleges en dan nog één uur reistijd naar huis, maar dat mag de pret zeker niet drukken.

Aangezien ik nu WPL2 doe, heb ik nog niet de mogelijkheid om deel te nemen aan buitenlandse reizen en excursies. Afgelopen herfstvakantie heb ik daarom mijn eigen proefreis met mijn dertienjarige neef naar Ieper gemaakt, met als leidraad ‘the Great War’ (dit naar aanleiding van de colleges British Culture en British Literature afgelopen jaar).

Samen vertrokken we op zaterdag naar Ieper. Bij de afslag zag ik Tyne Cot cemetery staan en Passchendaele. Ik besloot die twee te bezoeken. Het museum in Passchendaele geeft een mooi en duidelijk beeld, maar niet te heftig. Daarbij hadden we geluk; tot half november is er een dug out, die volledig intact is en nooit gebruikt, tijdelijk opengesteld voor publiek. Deze was zeer indrukwekkend en na het museum kon je goed voorstellen hoe het voor die mannen was om daar te leven en werken. Vervolgens bezochten we Tyne Cot cemetery dat schitterde in een mooie herfstzon. Bussen vol bezoekers, maar daar merkte je niks van, wat de grootsheid van het kerkhof alleen maar versterkte. Mijn neefje was erg onder de indruk van de diverse nationaliteiten uit de Common Wealth en de vele jonge mannen. Het symbool van de poppy werd hem nu duidelijk en het gedicht ‘In Flanders Fields’, wat ik hem ’s ochtends had laten horen, kwam opeens in een ander daglicht te staan. Hierna reden we eind van de middag naar Ieper. Een heel mooi provinciestadje dat een bezoek zeker waard is. We hebben heerlijk gegeten en zijn toen op tijd naar Menin Gate gegaan voor de ‘Last Post’-ceremonie. We hadden een paar mensen verwacht, misschien omdat het zaterdag was een paar honderd. In werkelijkheid waren er duizenden (ca. 3000 werd ons verteld). De ceremonie was erg indrukwekkend, de Last Post, het gedicht voorgedragen door een Engelse soldaat met een hele mooie donkere stem en de honderden mensen die hun eer kwamen betuigen door kransen, bloemen en dergelijke te leggen bij het monument. Jong, oud, man, vrouw, Belgisch, Engels, Nederlands en Canadees. Stil, de dag overpeinzend reden we hierna naar ons hotel bij de Eurotunnel.

Mijn neef en ik vervolgden onze reis de volgende dag naar Londen. Uiteraard hebben we daar nog de Cenotaph en het Imperial War Museum bezocht. Hij heeft voor zijn leven een geweldige herinnering aan WWI en zijn tante. Ik… ik heb mijn indrukken verwerkt in mijn digital storytelling opdracht voor de minor ‘De betekenisvolle leraar’. Het gedicht van John McCrae combineerde ik met mijn eigen inleving als jonge soldaat van 17 jaar uit Tyneside. Die op het punt stond om de verschrikkelijke, maar toch beschermende omgeving van de bevoorradingen dug-out, te verwisselen voor de frontlinie waar dood een gegeven was en shellshock je ‘geluk’. Zijn ideaal om held te worden, zijn onschuld en zijn jeugd verloren in de gruwelijkheden van mosterdgas, bombardementen en scherpschutters.