Kleuters
Marieke is tweedejaars student Pabo Arnhem
‘Jongens, we gaan opruimen. Pietje, jij ook. Klaas, blijf van Miep af. Miep moet huilen. Je ziet toch dat ze dat niet zo leuk vindt?’
‘Juf, ik weet niet waar m’n sjaal is.’
‘Dat maakt niet uit, want we gaan nu fruit eten. Die sjaal zoeken we zo wel.
Jantje, opruimen, zei ik. Kijken jullie allemaal eens naar Kees, die zit al heel goed klaar. Fijn, Kees. Doe die stukjes papier maar in de papierbak, die kunnen we nog wel een keer gebruiken. Frida, hoe houd je ook alweer een schaar vast? Kijk uit, hoor, hij is scherp. Zo ja, goed zo. Remco, wil jij Miep even helpen sjouwen? Die bak is een beetje te zwaar voor haar.’
‘Juf, mag ik al gaan eten?’
‘Nee, we wachten even tot iedereen klaar is. Hier, Klaas, hier is jouw stoeltje. Zit iedereen? O, wacht even, er is geen poortje. Nu kan er niemand door. Zo, pak allemaal je fruit er maar bij. Eet smakelijk allemaal.’
‘Juf, ik krijg mijn beker niet zo goed open.’
‘Kom maar hier. Zo, wat een sterke papa heb jij. Nou, nou. Pfoe. Juf krijgt hem ook niet open. Ga maar even vragen aan meester Henk. Miep, was je handen maar even. Je zit helemaal onder.’
‘Juf, kun je even een beginnetje maken?’
‘Ja, hoor. Mandarijnen zijn ook lastig, hè? Ja. Nou, pfoe. Hier is ‘ie weer, hoor. Eet maar lekker op. Zo jongens. Kunnen we gaan voorlezen? Is iedereen er klaar voor? Ja, nou, dan beginnen we, hoor. Even kijken, waar waren we gebleven?’
‘Juf, ik heb een beetje buikpijn.’
‘O, Miep. Heb je je melk soms te snel opgedronken? Was ‘ie nog een beetje koud? Ja, daar kun je buikpijn van krijgen. Ga maar rustig zitten. Juf komt zo nog een keer bij je kijken. Eens kijken. We waren op blz. 33. Daar gaan we. Er was eens… een klein prinsesje.’
‘Juf, Miep heeft gespuugd.’
‘O, Jantje. Ik zie het. Ja. Fijn dat je dat even komt zeggen. Ja, jongens, blijf allemaal maar even op je plaats zitten. Juf gaat even opruimen. Nee, Klaas: op je plaats zitten, had ik gezegd. Ja, Miep, je hebt een beetje gespuugd, hè? Ik zie het. Geeft niet, hoor. Ik ruim het weer op. Heb je nog buikpijn? Nee? Gelukkig maar. Zo. Het is weer opgeruimd, zie je? Niks aan de hand.’
‘Juf, Klaas heeft in zijn broek geplast.’
‘Waarom ben je niet naar de wc gegaan, Klaas?’
‘Jij… jij… zei dat ik moest blijven zitten.’
Het jonge kind. Een vak apart.
Heeeerlijk!
herkenbaar!
vermoeiend, maar toch geniaal
Haha heel herkendbaar, elk van de situaties!
hahahaha prachtig!