Hoe is het nu met die stoffe studie van je?
Saskia is eerstejaars lerarenopleiding geschiedenis
Saskia, wat doe jij nu eigenlijk voor studie?’, is een vraag ik vaak te horen krijg als ik weer eens terug in mijn geboortedorp ben. Als ik dan antwoord: ‘docent Geschiedenis’, krijg ik altijd één van deze reacties:
1. ‘goh, joh, nou, zo zo’. In deze situatie probeert de vraagsteller krampachtig te zoeken om hun minachting te verbergen en om nog iets positief te zeggen.
2. ‘Serieus? Is dat niet heel saai?!’. In dit geval doet de vraagsteller geen enkele moeite om zijn mening onder stoelen of banken te steken.
3. ‘Leuk!’. Onder deze categorie valt alleen mijn moeder en wat vrienden die mij goed kennen.
Want wat deze laatste categorie weet, is dat deze studie erg goed bij me past. Ze worden soms overladen met lovende verhalen over mijn interessante lessen, docenten en leuke klasgenoten. Daarnaast is er ook het gebruikelijke gezeur over hopen huiswerk en tientallen bladzijdes die ik nog moet lezen, maar het is overwegend positief. Zo anders dan een jaar geleden.
‘Ik wilde iets dat me voor de rest van mijn leven zou boeien’
Toen was ik net gestopt met mijn studie en druk op zoek naar een nieuwe studie. Tijdens die zoektocht ben ik ook op dit blog beland en heb ik mijn belevenissen opgeschreven. Ik wilde iets leuks, maar voor iets wat me voor de rest van mijn leven zou boeien. Nu ik een half jaar in mijn studie zit, kan ik zeggen dat ik het gevonden heb.
Mijn eerste half jaar bij de HAN
Mijn keuze voor de HAN is een goede geweest. Ik zal jullie uitleggen waarom, door een impressie van het eerste halfjaar van de opleiding te geven.
‘Je gaat achterover zitten als hij gaat vertellen’
Ik ben vooral erg tevreden over mijn docenten. Er geven een handjevol docenten les op de opleiding en ik denk dat ik ze bijna allemaal, van gezicht, ken. Het eerste jaar krijg je voor, bijna, elk vak een nieuwe docent, waardoor je snel kennis maakt met iedereen. Het leuke aan de docenten is dat ze allemaal erg verschillend zijn. Ze delen allemaal dezelfde passie voor geschiedenis, maar geven het allemaal een andere invulling. De ene docent heeft veel humor, de ander is gestructureerd en duidelijk. Zo heb ik een docent Oudheid gehad die erg van verhalen vertellen hield en die ons aan het begin van de les en verhaal vertelde, of voorlas uit een boek. Of mijn docente voor Nieuwe Tijd, die een kunst achtergrond had en ons de Franse Revolutie aan de hand van bekende schilderijen liet zien. Een jonge hoorcollege docent die met Photoshop andere hoofden op bekende afbeeldingen van beelden plakte. En onze oudere hoorcollege docent Middeleeuwen, die met zijn keurige dictie, rustige stem en traditionele lesstijl gelijk een begrip werd.
Zoals één van mijn klasgenoten zei: ‘je gaat achterover zitten als hij gaat vertellen. En dan is net of hij je hersenen masseert en langzaam alle kennis in je hoofd plant.’
In de werkcolleges ligt per periode de nadruk op een andere manier van lesgeven. Zo hebben we ons bij Middeleeuwen gefocust op het schrijven van historische verhalen en hoe je die in de les kan inzetten. Bij Oudheid hebben we gekeken hoe je resten geschiedenis in je omgeving kan inzetten tijdens de les. Bijvoorbeeld door voorwerpen mee te nemen naar de klas of op bezoek te gaan naar een oud Romeins badhuis in Limburg.
Veel lezen?
Toen ik op de open dag was, hebben ze me gewaarschuwd voor de hoeveelheid die je moest lezen. Allereerst, het klopt dat je veel moet lezen. Toen ik een meeloper vorige week liet zien hoeveel ik moest lezen en leren voor mijn tentamens heb ik hem afgeschrikt. Wat ik erbij had moeten zeggen, is dat het veel is, maar allemaal makkelijk wegleest als je het interessant vindt. Als je dus van geschiedenis houdt, is het goed te doen.
Verbreding in je opleiding
Tenslotte hebben we ook nog het vak ‘Rijk, rijker, rijkst’ gehad, wat over ontwikkelingsamenwerking ging. Het bijzondere aan het vak is, dat je het met economie- en aardrijkskundestudenten volgt en ook les krijgt van docenten van de economie en aardrijkskundeopleiding. Ik volg dit vak, omdat als ik straks klaar ben met mijn opleiding, ik in het vmbo het vak ‘mens en maatschappij’ mag geven. Een vak wat een combinatie van geschiedenis, economie en aardrijkskunde is. Ik vond het best interessant en het geeft wat verbreding in je opleiding. Volgende periode krijg ik het vak ‘Europa’ en dat gaat, jawel, over Europa.
Al die vakken volg je natuurlijk niet alleen. We zijn begonnen met 30 mensen per klas, en zitten nu op ongeveer 20. En ik kan zeggen dat ik een erg leuke klas heb. Elke periode moet je samenwerken om samen opdrachten te maken, dus je leert elkaar op die manier ook snel kennen. Ik spreek ook mensen buiten mijn klas om en daar is het ook altijd gezellig mee. Volgende week gaan we met de hele opleiding op reis. Het ene deel van de opleiding gaat naar Duitsland, het andere deel naar België. Ik ga zelf naar België en het is de bedoeling dat we daar elkaar rondleidingen gaan geven. Daarnaast hebben we ‘s avonds nog genoeg tijd om een biertje te drinken op ons geslaagde eerste jaar.
Proost!
Hoi Saskia. Grappig die reacties die je krijgt als je over je opleiding praat. Gelukkig is die derde categorie het belangrijkst 🙂 Je schetst een mooi beeld over hoe het eerste halfjaar bij geschiedenis gaat. Fijn dat je het naar je zin hebt. Veel succes!
Leuk artikel!