Eindmusical: ‘Paniek in de snoepfabriek’

Ilja van Bree werkt is communicatieadviseur bij de lerarenopleidingen

Een paar weken geleden ontving ik een mailtje van mijn nichtje op alle e-mailaccounts die ik heb, een  stuk of vijf: ‘Heeej Ilja, vrijdag 15 juni heb ik de eindmusical, om 19.30 uur begint het, kom je ook?’. Eindmusical. Geweldig! Wát ik ook al heb staan de 15e, ik zeg het af. Ik wil die musical zien. Dat wil ik meemaken. ‘Ja natuurlijk kom ik’, mail ik haar gelijk terug.

En ze is blij. Ik ook, want ik hoor er altijd zo veel over van studenten op onze Pabo. Nu kan ome Ilja het zelf eens meemaken. Eens kijken hoe de juffen en meesters zo’n eindmusical aanpakken.

We gaan met de familie op weg naar ’t Volkshoes, het lokale buurthuis in het dorp waar mijn broer woont (Zuid-Limburg). In dit buurthuis vindt de eindmusical plaats. Een mooi nieuw pand met een grote zaal en een flink podium. In de zaal staan allemaal rijen tafels aan elkaar met stoelen aan beide kanten, gericht naar het podium. Broer Ger heeft al een mooie plek voor ons vastgehouden ergens voorin en we schuiven aan. Effe bijkletsen, koffie, cola’tje. We hebben de tijd want we zijn een half uur te vroeg.

Half acht komt juf Karin het podium op. Ze vertelt hoe hard groep 8 (met 28 leerlingen) aan deze musical gewerkt heeft. Weken, maanden, oefenen, repeteren, zwoegen, ploeteren. Voor de kinderen natuurlijk een enorme zenuwbelevenis zo’n musical, zeker als die papa’s, mama’s, opa’s, oma’s én ome Ilja in de zaal zitten.

En dan begint het. Alle leerlingen rennen het podium op, giegel, giegel, verspreiden zich en beginnen met een lied. Ze dansen er een beetje bij, doen elkaar na, zwaaien met de armen, kijken elkaar aan, giegel, giegel en rennen na het lied weer heel snel het podium af. Ze zijn een tikkeltje nerveus. 

Vervolgens start het toneel. De hoofdrolspelers komen het podium op en beginnen vol overtuiging met hun tekst. Er zijn in totaal  zo’n vijf of zes microfoons. En alle 28 leerlingen hebben natuurlijk een rol. Dus je begrijpt het al. Het is vreselijk komisch om te zien hoe de kinderen elkaar de microfoon doorgeven. Soms moeten de kinderen maar één woord zeggen en de microfoon weer vlug doorgeven. Het is dus een heel gedoe en geren met de microfoons op het podium. Ze rennen van rechts naar links en weer naar rechts. En natuurlijk valt er ook af en toe een microfoon op de grond. 

Na een tijdje komen de kinderen echt los. De zenuwen zijn voorbij. Ze zingen dan uit volle borst, dansen de sterren van de hemel, spelen toneel alsof ze in Carré staan en het gaat allemaal heerlijk chaotisch. Maar ze zijn heel heel serieus. Ze doen vreselijk hun best. Het enthousiasme spat er vanaf! Zeer amusant om te zien.

Het verhaal ging over een snoepfabriek waarvan de eigenaresse alleen maar geld wilde verdienen. Het ging er haar niet om dat snoep eigenlijk heel ongezond is. Aan de andere kant had je de groentenboer die graag gezonde produkten wil verkopen. Uiteindelijk worden beide verliefd en gaan ze samen groentensnnoepjes maken, zonder suiker.

Maar er gebeurt natuurlijk iets vreemds. Als ze in de fabriek spinaziesnoepjes gaan maken, heeft iemand ook spinnen in de ketel gedaan waarin ze de snoepjes maken. Hierdoor veroorzaakt het spinaziesnoep allerlei vreemde bijwerkingen bij de kinderen die het eten. Ze gaan  erdoor heel veel zingen, gekke gezichten trekken, krijgen de hik of gaan heel vreemd met hun armen zwaaien na het eten van het snoep.  Als de eigenaresse van de snoepfabriek en de groentenboer uiteindelijk erachter komen waarom iedereen zo raar doet, gaan ze de kinderen foppen met nepspinaziesnoep. Alle kinderen beginnen weer heel veel te zingen. Maar dat komt nu niet door het snoep! Ze zingen helemaal uit zichzelf! Gefopt.

Moraal is wel duidelijk: ‘je kunt veel meer dan je zelf denkt!’ En dat hebben de kinderen nodig, straks op de grote school.

Aan het eind kwam er een flink applaus uit de zaal. Veel kinderen moesten huilen van de spanning en de zenuwen. Ook mijn nichtje.