De stap van groep 2 naar groep 3
Ellen Jansen, 2e-jaarsstudente ALPO
De overgang van groep 8 naar de eerste klas is iets wat ik, en volgens mij de meesten van ons nog goed kunnen herinneren. Van een klaslokaal met klasgenootjes waarmee je jarenlang optrok ging je opeens naar een school die voor jou gevoel aan de andere kant van de wereld stond. Je zal overspoeld worden met nieuwe mensen, nieuwe vakken en vooral héél véél huiswerk. Echter, toen iemand mij onlangs nog vroeg hoe het was om van groep 2 naar groep 3 te gaan stond ik toch eventjes met een mond vol tanden.
De overgang van groep 2 naar groep 3 kan ik mij haast niet meer herinneren. Is dat gek? Nee. Het is tenslotte een hele tijd geleden. Was de overgang dan niet zo groot? Ja, zeker wel. Waar het ene kind echt al klaar is om de stap te zetten naar groep 3, zit het andere kind nog hard te stoeien om deze stap te kunnen maken. Of deze stap nou groot of klein is, het neemt niet weg dat er tussen deze twee groepen een wereld van verschil bestaat. Maar wanneer is een kind nou klaar om naar groep 3 te gaan? Om een antwoord op deze vraag te krijgen, heb ik veel geïnformeerd op mijn huidige stageschool in Nijmegen.
Ik loop stage bij de kleuters waardoor ik van dichtbij kan meemaken hoe de kleuters zich ieder op hun eigen tempo ontwikkelden op sociaal-emotioneel, motorisch en cognitief gebied. De ene kleuter in groep 2 kan soms nog volledig in zijn of haar eigen ‘bubbel’ zitten, terwijl de andere kleuter al graag andere kleuters helpt en er voor wil zorgen dat andere kindjes zich ook fijn voelen in de klas. Dat is dan ook meteen één van de grootste ontwikkelingen die kinderen eind groep 2, maar zelfs soms ook al daarvoor, doormaken. Ze stappen langzamerhand van het ‘egocentrische pad’ af en bekijken bepaalde zaken vanuit andermans perspectief. De kleuters op mijn stageschool leren veel over de verschillende normen en waarden die bestaan in onze klas, maar ook in de rest van de samenleving.
Naast het verschil op het sociaal-emotionele stukje maken de kinderen ook een grote stap op cognitief gebied. De lesstof wordt beetje bij beetje abstracter. Er wordt in groep 3 veel meer gebruik gemaakt van het platte vlak, waarbij de kinderen dus voornamelijk vanuit schriftjes en boekjes gaan werken. Je kan je misschien wel voorstellen dat een kind, dat gewend is om met concreet materiaal zoals blokken en fiches te werken bij rekenspelletjes en af en toe een werkblad te zien krijgt, een enorme stap moet maken om dit opeens allemaal mentaal te gaan representeren.
Wanneer we kijken naar de hoeveelheid stof, is het lastig te vergelijken. Op een dag krijgen kleuters namelijk een heleboel stof aangeboden, net als in groep 3. Dit gebeurt alleen op een hele andere wijze. Veel stof wordt aangeboden in spelvorm, dat beter aansluit bij de belevingswereld van de kinderen op deze jonge leeftijd.
Bij mijn eigen stageschool heb ik geïnformeerd naar specifieke doelen die de kinderen behaald moesten hebben om de stap te mogen maken naar groep 3. Hieruit kwam vooral naar voren dat er naar het kind in zijn geheel moet worden gekeken. Het kan niet zo zijn dat wanneer een kind één doel niet behaald heeft, het niet kan doorstromen naar groep 3. De sociaal-emotionele en de cognitieve ontwikkeling moeten in balans zijn. Hiernaast zijn er natuurlijk wel nog reken- en taal voorwaarden die op orde moeten zijn.
Nu kan het af en toe zo zijn dat een kind toch nog niet klaar is om deze stap te maken. Kinderen zijn nog niet sociaal-emotioneel rijp of hebben moeite op cognitief gebied, et bijvoorbeeld het maken van mentale representaties of het werken op het platte vlak. Wellicht is de werkhouding van het kind nog niet goed en mist het een groot stuk aan motivatie, waardoor de leerkracht er van overtuigd is dat het kind groep 3 nog niet aan zal kunnen. Wat doe je dan als leerkracht?
Neem je als leerkracht een wat ‘sturende houding’ aan waarbij je alles op alles zal zetten om ervoor te zorgen dat dat kind tóch naar groep 3 kan aan het einde van het jaar? Of neem je een wat meer ‘kindvolgende houding’ aan en stem je je houding af op de leerling, waarbij je vooral kijkt naar wat het kind zelf wil leren? Dit blijft een interessant dilemma. Leerkrachten zijn natuurlijk bereid om er alles aan te doen om ervoor te zorgen dat het kind het beste uit zichzelf kan halen op school. Echter, het kan zo zijn dat het ideale beeld wat een leerkracht voor ogen heeft bij een leerling, niet altijd gelijk is aan het beeld wat het kind zelf heeft. Hoe maak je als leerkracht dan die afweging?
Op mijn stageschool proberen ze ieder kind de kans te geven zich te ontwikkelen op zijn of haar eigen tempo. Hierbij worden tegelijkertijd veel verschillende werkjes aangeboden en worden de kinderen gestimuleerd om af en toe te wisselen van type werkje. Zo komen de kinderen in aanraking met zowel taal- reken als creatieve werkjes. Tot slot krijgen kinderen in groep 2 op mijn stageschool te maken met de weektaak waarbij zij twee taakjes ‘moeten’ maken. Dit zou je in die zin meer sturend kunnen noemen. Je merkt dan al snel of een kind het aan kan of niet.
Er is geen eenduidig antwoord te geven op de vraag wanneer een kind klaar is om naar groep 3 te gaan. Er zijn veel verschillende factoren die hierin meespelen. Er wordt gekeken naar de verschillende ontwikkelingsgebieden, maar ook de motivatie van de leerling zelf. En dat laatste is iets wat in mijn ogen vooral heel belangrijk is. Uiteindelijk is het kind degene die de stap zal moeten gaan en willen maken, niet de leerkracht.