De lerarenopleiding Biologie en alles wat erbij komt kijken, praktijklessen – Emira Klumpenaar
Mijn naam is Emira Klumpenaar. Ik ben een derdejaars student aan de tweedegraads lerarenopleiding Biologie. In deze 5 blogs zal ik beschrijven hoe stagedagen in Nederland eruitzien, hoe het is om praktijklessen te volgen, hoe de theorielessen op de opleiding zijn, hoe veldwerk is en als laatste hoe lesgeven in Curaçao eruitziet. Veel leesplezier, en hopelijk krijgen jullie hierdoor een beter beeld van de opleiding!
In deze blog zal ik het hebben over de praktijklessen op de opleiding. Je krijgt namelijk best veel praktijk! Dingen die te maken hebben met planten, dieren, cellen, geologie, processen of in het lab met DNA. Iedere periode op school heb je wel iets van praktijklessen, bij sommige vakken is het iedere week en bij andere vakken heb je een paar keer in de periode een practicum.
Voor sommige praktijklessen moet je wel een redelijk stevige maag hebben, als je niet tegen bloederige of vieze dingen kan is het soms een beetje lastig. Je komt er dan wel doorheen als je met iemand samen werkt die het geen probleem vindt, maar het is leuker als je het zelf ook met gemak kan doen. Je gaat tijdens de opleiding een aantal organismen/organen ontleden. Namelijk; een vis, biggetje, mossel, zeester, inktvis, kippenvleugel, hart en een oog. Het is wel allemaal super interessant, want je leert heel veel van de anatomie van deze organismen/organen. Hierdoor is het makkelijker om dit deel in je lessen uit te leggen en het ontleden van een hart, kippenvleugel, oog of inktvis wordt op een school ook wel eens gedaan.
Bij processen moet je denken aan practica zoals osmose van een aardappel. Waarbij je dus bij verschillende zoutconcentraties gaat kijken hoeveel water er wordt opgenomen of afgegeven door de aardappel. Ook ga je bierbrouwen, want dat heeft te maken met fermentatie. In een groepje ga je dan je eigen biertje maken, en deze ga je natuurlijk ook proeven! Verder heb je nog dingen zoals de werking van amylase en fermentatie van fruit.
Bij planten en geologie gaat het vooral om het determineren van planten en het bekijken van soorten plantencellen, wortels, huidmondjes, soorten plastiden en kijken naar verschillende samenstellingen van de grond. Je bent bij deze vakken dus met van alles en nog wat bezig, maar het heeft wel met planten of de bodem te maken.
Bij cellen ga je kijken naar dingen zoals chromosomen, plantencellen, bloed, cellen van een takje, gram positieve en negatieve bacteriën, huidmondjes, etc. Heel veel dingen die interessant zijn om te zien!
Zo kan ik nog een stuk door praten over de praktijk die je krijgt, want dit is nog niet alles. Je leert er allemaal wel super veel van en het is ook heel fijn voor je eigen biologische kennis. Bijna altijd moet je na een practicum een verslag schrijven, meestal werk je in een tweetal dus schrijf je het verslag ook met zijn tweeën. Tijdens het practicum leer je van het gene wat je hebt uitgevoerd, maar bij het verwerken in het verslag leer je nog meer en begrijp je het soms ook beter.
Dankzij al deze praktijk lessen is de stof makkelijker te begrijpen en zo kun je zelf later ook makkelijker dit soort practica geven in je lessen, want je hebt het al een keer gedaan.