De Bezoekers
Peter, derdejaarsstudent lerarenopleiding Engels
Waar: Uganda, Nakyenyi.
Lwerudeso Primary School, P4
Het is 7 uur in de ochtend wanneer ik met een goed humeur het schoolterrein bewandel om mijn leerlingen van klas P.4 (leeftijd tussen de 8 en 12 jaar) wederom te vergapen aan een van mijn intensieve en verbazingwekkende lessen. Vandaag wijkt echter af van de normale planning. Ditmaal zullen er niet één maar liefst drie nieuwe docenten in het lokaal aanwezig zijn. Voor deze les heb ik namelijk wat gasten meegenomen (Bo en Job) die ik ken van het vrijwilligersproject.
Eenmaal in de klas worden we verwelkomt met een oerknal aan lawaai en gejuich. Ik sta met mijn gezicht naar mijn zestig leerlingen en kondig aan dat ik vandaag twee nieuwe muzungu’s (blanken) heb meegenomen om de les te verzorgen. Wat staat er precies op de planning? Een interactieve les welteverstaan. De leerlingen moeten aan het eind van de les de volgende uitdrukkingen/woorden kennen: ‘near’, ‘far’, ‘across’, ‘next to’, ‘behind’ en ‘in front of’.
Aangezien ikzelf geen zin heb om constant de jolige Job uit te hangen besluit ik om mijn leerlingen zelf aan het bewegen te zetten. De klas wordt verdeeld in drie groepen (verdeeld over Job, Bo en mijzelf). Zij zullen de woorden op de volgende manier toepassen: De leerlingen staan op een rij en houden hun oren en ogen dicht. Ik begin bij de eerste leerling in de rij, noem één van de eerdergenoemde te leren woorden en vervolgens doet de leerling zijn/haar ogen open en loopt bijv. bij het woord ‘behind’ achter de docent (alles wat ze uitvoeren mag, zolang het woord maar duidelijk in de context wordt toegepast). Zo ga ik de gehele rij af van mijn groepje leerlingen. Vergist u zich niet dat in een klas van zestig leerlingen, een groepje uit twintig leerlingen bestaat.
Bo en Job hadden deze manier van lesgeven snel door en ook zij begonnen woorden aan de leerlingen uit te leggen en vervolgens namen zij dezelfde werkvorm over. Niet alleen had ikzelf wat meer rust (twintig is makkelijker te hanteren dan zestig), ook de leerlingen hadden het overduidelijk naar hun zin. Mijn groepje werkte zoals gebruikelijk goed mee en de overige twee groepen wilden de bezoekers laten zien wat zij allemaal wel niet konden. Toples!
Wat me daarna aansloeg is dat Job me aansprak over het feit dat hij respect heeft voor docenten (zowel hier in Uganda als in Nederland) om alle kinderen zowel in het gareel te houden, iets bij te brengen maar ook met plezier naar de klas te laten gaan. “Je moet het maar kunnen”.