Dat is logisch, want je hoeft er niet over na te denken

Tom is docent aan Pabo Arnhem

Bestaan spoken? Ik mocht mijn lievelingsvraag weer eens stellen, zo aan het begin van mijn lessen over filosoferen met kinderen (zie mijn eerdere blog Spoken bestaan). Ik denk dat mijn blogs goed gelezen worden want meteen begon iemand over Casper het spookje. Die bestaat op tv. Iemand anders wilde het wat scherper stellen: “Nee, de spoken die je altijd ziet, juist die bestaan niet.”

Ik houd wel van een exacte formulering. Zeker wanneer die gemaakt wordt door een studente die nog eens helemaal gelijk lijkt te hebben ook. “Juist de spoken die je altijd ziet, weet je wel, die met zo’n laken met twee gaten op de plek van de ogen die je dan over jezelf heentrekt, die zie je wel maar die bestaan natuurlijk niet als spoken maar als verklede kinderen of volwassenen tijdens een spooktocht.” Ik vond haar eerste formulering mooier. De tweede begreep ik beter.

Het verschil
We spraken verder met elkaar over het verschil tussen spoken en geesten, over of iets pas bestaat wanneer je het kunt vastpakken (“Ja daaaag, dat je hem niet vast kunt pakken, dat maakt een spook pas tot spook, toch?”). Uiteindelijk vroeg ik waarom iedereen eigenlijk vond dat ik maar een beetje moeilijk aan het doen was.

“Nou”, zei een studente, “dat is logisch.”
Ik begreep haar niet. “Wat bedoel je met logisch?”
“Nou, dat je er niet over na hoeft te denken.”
“Dus iets is logisch omdat je er niet over na hoeft te denken?”
“Ja.”

Logica
Nu was ik even de weg kwijt. Ik heb altijd geleerd dat logica een heel strikte manier van nadenken is volgens de regels van diezelfde logica. Hierbij houd je, bijvoorbeeld, rekening met de wetten van oorzaak en gevolg en met dat iets niet tegelijkertijd iets en niet-iets kan zijn.

Ik moest zelf meteen denken aan een lezing die ik bijwoonde van Oscar Brenifier, een hotemetoot op het gebied van filosoferen met kinderen. In een zaal met bijna 300 aanwezigen stelde hij een vraag aan één van de deelnemers. Zij begon te antwoorden met “Ik denk dat…”.
“Stop”, zei hij. “Hoor je wat je zegt? Weet je het of denk je het?”
“Nee, ik denk het.”
“Okay, dus als je iets denkt zeg je eigenlijk dat je het eigenlijk niet weet. Dan moet je maar eens goed nadenken over wanneer je wil nadenken en waarover.”

Geen logica
Terug naar de spoken. Een jongen was tijdens het gesprek nogal stil geweest maar wilde wel steeds iets zeggen. Hij had al een paar keer een vage poging gedaan om zijn vinger op te steken. Ik gaf hem een beurt. “Ik kan gewoon spoken zien. Zo heb ik mijn opa gezien die ik nooit gekend heb en ik heb hem beschreven. Mijn moeder zei dat het klopte. Ik heb zelfs een foto van een spook gemaakt. In Auschwitz.” Hij pakte zijn telefoon en liet een foto rondgaan van een pad waarboven een soort paarse wolk zweefde.

Sommige studenten trokken wit weg en wilden eigenlijk de klas uit lopen. Dit vonden ze te eng. Dit waren niet de spoken die je altijd zag, en hier was helemaal niets logisch aan.

Nieuwe indrukken en inzichten
We willen binnen het onderwijs een onderzoeksgemeenschap creëren. We willen stimuleren dat studenten (en, via hen, later ook de kinderen op de basisschool) open staan voor nieuwe indrukken en inzichten. Ik kan de goede vragen stellen, maar ik kan niemand overtuigen of spoken wel of niet bestaan. Die inzichten doen we met elkaar op. Ongelofelijk waardevol. Maar soms wel heel eng.

Tom Schoemaker

Website Pabo Arnhem