Mijn zwakte: geschiedenis

Alette is vierdejaars student lerarenopleiding geschiedenis

Badhuis in Trier

Vorige week vrijdag kregen we een gastcollege van een van de breinen achter de Niekée school en Roermond. Een school die het hele idee van school, zoals wij het nu kennen, hebben losgelaten en zijn gaan aanbieden waar vraag naar is.

Zijn motto was ‘kinderen zijn van nature slim, maak ze wijzer’. Maar hij zei ook dat wij als docenten allemaal een zwakte hebben, en die zwakte is onze liefde voor ons vak.

Mijn zwakte is dus geschiedenis. Dat klopt… ik wil mijn leerlingen het liefste zo vaak en veel mogelijk lastig vallen met historisch verantwoorde verhalen, spectaculaire gebeurtenissen van drie duizend jaar geleden, en vele stoere personen. Dat is mijn zwakte.

Mijn zwakte is dat ik in het weekend naar het Airborne Museum ‘Hartenstein’ ga, geheel vrijwillig gewoon omdat ik daar zin in heb, omdat ik het leuk vind om in mijn vrije tijd nieuwe geschiedenisfeitjes te leren. Het gevaarlijke van mijn zwakte is dat ik alles wat ik in mijn weekend leer het liefst ook wil inzetten in de lessen van de week erna.

Het is waar, nu ik het besef en hardop kan zeggen, valt er ook een last van me af. Ik ben een geschiedenis freak: Ik ga vrijwillig op vakantie naar Trier om daar rond te rennen in de restanten van een badhuis dat de Romeinen daar bijna twee duizend jaar geleden hebben gebouwd.

Mijn zwakte is dat ik het niet alleen leuk vind om daar in een dolhof van gangen rond te rennen maar me ook helemaal voor kan stellen hoe daar twee eeuwen geleden mensen hebben rondgelopen met zware ketels water. Hoe ze er vuur hebben gestookt, zodat de bezoekers het boven lekker warm te kregen.

Mijn zwakte is dat ik op mijn vrije zondag mijn vriend helemaal naar Limbourg laat rijden, om daar een stadje te bezoeken dat nooit veroverd is geweest, omdat het op een dermate hoge en steile heuvel is gebouwd dat aanvallers het nooit haalden om ongeschonden boven te komen. Dat het beklimmen van de heuvel niet lukte, kan ik me dan helemaal voorstellen als ik boven in het stadje naar beneden tuur. Ik zie de stadsbewoners rondrennen met tonnen heet water en pek.

Het is bijna vakantie en mijn klas is bezig met een praktische opdracht, sommige zouden best meer informatie willen buiten het internet. Ik verwijs ze door naar het archief in Nijmegen. Enkele zijn nog wel bereid om daar heen te gaan. Maar de jongens die ik adviseer om eens een bezoek te brengen aan het Airborne Museum ‘Hartenstein’ kijken me schaapachtig aan en antwoorden sarcastisch ‘ja, want ik heb toch niets te doen dit weekend’. Ik probeer ze nog te overtuigen, ‘Het is echt een heel leuk museum! En het gaat helemaal over Market Garden net als jullie PO’.

Als ik weer niet de juiste reactie krijg besef ik mijn fout. Toen vertelde ik het ze, van mijn zwakte, ik zei ‘Weten jullie, ik heb een zwakte, ik ben zo’n freak die in het weekend voor de lol naar historische musea gaat’. ‘Ik kan er niets aan doen, ik vind het gewoon echt leuk om musea te bezoeken, en ik voel me oprecht gelukkig in kleine stukjes badhuis van twee duizend jaar geleden’.

Alette

Meer informatie over de lerarenopleiding geschiedenis

Reacties

  1. 01 maart 2011 door Maggy

    Hallo Alette,

    En hoe reageerden ze daar dan op?

    Groetjes

  2. 15 maart 2011 door Alette Ouwens

    Nou ik had het er laatst nog eens over, omdat ik vertelde dat ik naar Turkije was om oude dingen te bekijken. Ze kwamen niet meer bij, ze konden zich echt niet voorstellen dat ik voor mijn lol in de vakantie of ik het weekend musea ging bekijken.