Wat mag er nooit verdwijnen bij de pabo en lerarenopleiding?
Stel je voor, je zit in de volgende situatie:
Je bent directeur van een lerarenopleiding of pabo óf je bent directeur van de lerarenopleiding of pabo die je nu volgt of waar je nu werkt.
Je moet een aantal belangrijke beslissingen gaan nemen die voor de toekomst van de opleiding van levensbelang zijn.
_________________________________________
De vraag luidt:
Welke twee onderwerpen of ontwikkelingen vind je zó sterk binnen je opleiding dat je ze persé wilt behouden voor de toekomst? Waarom deze twee?
Houd bij het beantwoorden rekening met de veranderingen in de maatschappij en kijk naar de toekomst.
_________________________________________
Ik zou mij vooralsnog niet beperken tot twee, er is zoveel…
– landelijke afstemming eendracht maakt macht;
– allrounders ipv specialisten (Dalton, SBO, OGO, VMBO);
– meer mannen;
– papierloos studeren;
– functioneel studeren, niet produceren om het produceren;
– automatiseringstoepassingen inh onderwijs (Soc.Media)
– en…
– en..
– en.
– ..
Ik zeg:
– de stages op middelbare scholen, omdat je daar eigenlijk bijna alles leert
– buitenlandstage, omdat dat super leuk én leerzaam is
Mogen we ook zeggen wat er wel weg mag? 😉
Groetjes
Ik ben het met Anrien eens…
– de stages op middelbare scholen benadrukken: praktijkervaring opdoen is belangrijk, vooral als je leraar wilt worden. Het zou dan ook fijn zijn als er genoeg stagescholen beschikbaar zouden zijn want dan kan iedere student gewoon zijn stage doen. Er zijn de laatste tijd steeds veel te weinig stagescholen die stagiaires willen begeleiden, en dit is jammer. Hierdoor beginnen velen veel te laat met hun stage omdat er eerst een flinke zoektocht plaats moet vinden naar stagescholen. Ondanks het beperkt aantal stagescholen, en dit beperkte aantal wordt steeds groter in mijn ogen, vind ik niet dat studenten hierdoor geen praktijkervaring op moeten doen. Het zou erg jammer zijn als veel studenten zouden (moeten) stoppen omdat zij hun stage niet gehaald hebben doordat er geen school beschikbaar is. Als dit aantal groter wordt zou men misschien kunnen denken “laten we die stages er maar helemaal uit gooien”, maar dat moet echt NIET gebeuren want volgens de statistieken is de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs al gedaald… we willen natuurlijk niet dat dit NOG verder daalt.
Ten tweede ben ik het ook eens over de buitenlandstage. Om op deze manier meer van de wereld te kunnen zien en ook echt aan een partner universiteit te kunnen studeren is een mooie kans. Met name voor studenten die een moderne vreemde taal studeren. Voor de rest is het natuurlijk ook een geweldige ervaring, maar wanneer je Duits, Engels of Frans voor de klas zult moeten geven is het toch beter voor je eigen spreekvaardigheid, taalvaardigheden en woordenschat als je een tijdje in het buitenland gewoond hebt.
Groetjes, Cil
Omdat vragena ls bovenstaand altijd gesteld worden uit bezuinigingsoogpunt wil ik eerst een lijstje geven waarop niet bezuinigd zal worden:
– stage, veruit de goedkoopste manier om studenten te trainen
– administratie, veel PABO’s hebben een groot regelorgaan, waardoor ook daar een grote regeldruk wordt ervaren, maar bezuinigen hierop zal niet gebeuren
– plagiaat, ook veel PABO instellingen hebben te maken met veel plagiaat onder studenten, deels ook door de doelgroep die ze aantrekken (helaas zelden de topstudenten)
De zaken die in mijn opinie niet mogen verdwijnen:
– Stage (gebeurd ook niet)
– Onderzoeksvaardigheden (worden deze al overal aangeleerd aan studenten?)
– ICT, of ze willen of niet, voor de huidige generatie PABO studenten zal ICT een sleutelrol moeten gaan spelen in hun onderwijs, scholen zullen gaan selecterenn op deze vaardigheid
Dingen die sowieso onderdeel van de opleiding moeten blijven zijn:
* Stages (hoe meer, hoe beter -> hoe langer, hoe beter!)
* Cijfers! (Vaak krijgen we nu alleen nog maar een O of een V voor een dossier! Als je er super veel tijd in hebt gestoken is het echt vervelend om máár een V te krijgen. Druk het gewoon uit in cijfers, of maak weer gebruik van het G’tje.
* Meer colleges. Ik heb het gevoel dat ik alleen in mijn 1e jaar naar school ben geweest. Zogenaamde ’terugkomdagen’ tel ik niet mee. Zelfstudie wordt gewoon niet of nauwelijks gedaan, dus hebben we die scholing op school nodig!
* Meer gebruik maken van ICT.
Mag de vraagstelling ook anders?
Je vraagt nu om je te richten op het behouden van de twee sterkste kwaliteiten ter voorbereiding van de toekomst.
Input die daar uit komt leidt tot het behouden van kracht, maar geeft geen beeld op de (nog onbenutte) kansen voor Pabo’s.
Welke twee belangrijkste ontwikkelingen (die volgens jou NU nog te weinig of geen aandacht krijgen) zou je je als eerste op richten?
Wat zou je als eerste veranderen?
Meer ICT in het basisonderwijs! Wij krijgen te weinig les over het Smartboard en moeten er wel mee werken. Het heeft meer mogelijkheden dan wij denken!
Stages zijn echt super goed.
Wat ik wil veranderen?
De communicatie tussen leerkrachten op de PABO onderling. Hoewel ze het vaak proberen, ze zijn het niet altijd eens met de manier van toetsen en hoe het gedaan wordt. De een zegt iets en dan ander zegt iets anders.
De reader op pabo groenewoud moeten ook digitaal zijn. Ik vind het goed papierloos studeren (dat zie je hier in Amerika niet, alle papers moeten afgedrukt worden:S). Maar maak de reader ook digitaal. Ze maken hier in Amerika wel gebruik van Eboeken 🙂
Misschien is het wat als docenten van de opleiding ook eens langskomen op stagescholen? Je kunt altijd een minder competente stagebegeleider hebben. En als de docenten dan langs zijn geweest en hebben gezien wat je kunt, valt er vast ook wel wat te doen aan de hoeveelheid reflectieverslagen die we moeten schrijven voor ons stagedossier en portfolio.
Ik ben het met Tim eens over het feit dat we steeds minder les krijgen. Ik heb volgens mij al een half jaar geen Frans meer gesproken, dat is echt best wel slecht 😉
@ Anrien: Ja, gelukkig heb ik in die tijd wel gewoon Nederlands gesproken. Beetje zelfstudie hè! 😉
Ik ben het met Tim eens. Nog enkele aanvullingen:
-cijfers: alleen met cijfers is differentiëring mogelijk. Dit is belangrijk voor studenten én docenten.
-stage: kern van de opleiding! heel belangrijk!
-colleges: meer en uitgebreider + de docent moet als expert (weer) een centrale rol krijgen. Voor zelfstudie heb ik geen hogeschool nodig – dat kan ik ook thuis zonder collegegeld te betalen.