Esra, derde jaars ALPO student.

“Ik ben Jamilla en wie ben jij?” 

Deze week praten we met Esra, derde jaars ALPO student die het erg fijn vindt dat de ALPO zo breed is. Ze vertelt: “Je hoeft nog geen volledige keuze te maken en kunt zoveel mogelijk leren over kinderen, hun gedrag en hun ontwikkeling.”

Ook benoemt Esra dat je na het behalen van je bachelors nog alle kanten op kan. Dit is fijn, maar maakt de keuze voor een master/toekomst ook erg lastig, er is namelijk zo veel keuze…

1.Waarom heb je voor de Academische Pabo gekozen?

Esra wist eigenlijk altijd al dat ze het leuk vond om met jongere kinderen te werken. Toch vond ze een studiekeuze maken niet zo makkelijk en besloot ze een tussenjaar te nemen. Esra verteld dat ze al wel eens van de ALPO gehoord had, de studie sprak haar erg aan. “Je hoeft nog geen volledige keuze te maken en kunt zoveel mogelijk leren over kinderen, hun gedrag en hun ontwikkeling. Ook heb je stagedagen waarbij je de mogelijkheid hebt om je te ontwikkelen als leerkracht.”

Hierna heeft Esra nog een aantal studies bekeken maar ze bleef terugkomen op de ALPO. Esra zit nu in haar derde jaar en is nog steeds blij met haar keuze. “De opleiding is erg breed en ik weet dat ik nu nog veel kanten op kan. De stagedagen zie ik als een mogelijkheid om veel te leren in de praktijk, iets wat ik met alleen Pedagogische Wetenschappen niet zou hebben gehad.”

2. Waarom de HAN?

Esra heeft met name gekozen op basis van de studie. Ze vertelt “De ALPO is in Nijmegen net weer wat anders ten opzichte van andere academische lerarenopleidingen door het land. Hier op de HAN en RU kun je twee diploma’s halen in vier jaar, waarbij je alle masters nog kan kiezen. Dit vond ik een erg prettig idee, omdat ik op deze manier mijzelf nog op een zo breed mogelijk vlak kan ontwikkelen. Verder was ik na de open dag gelijk heel enthousiast en had ik een erg goed gevoel bij zowel de opleiding als bij de stad. Gelijk na mijn aanmelding ben ik op zoek gegaan naar een kamer in Nijmegen en gelukkig heb ik die snel gevonden!”

3. Wat is het leukste/gekste wat je tijdens je stage hebt meegemaakt?

Esra vertelt dat je op stage ontzettend veel leuke dingen meemaakt. Vaak zit dit ook in de kleine dingen, zoals een grappige opmerking, een leuk uitje of ontroerende momenten.

“Naar de Efteling met groep 7 en in de achtbaan met 3 gillende pre-pubers was erg leuk, maar ook een ochtendje zwemmen bij de Berendonck met 17 graden en regen was (naast koud) erg tof.

Samen met groep 4 de viering voorbereiden en het resultaat zien was mooi.

Op dit moment ben ik met mijn mentor en duopartner een echte ‘casino-night’ aan het organiseren voor het slaapfeest van groep 8 wat eraan zit te komen. Ook hier kijk ik erg naar uit!”

4. Hoe wil je later herinnerd worden als docent?

“Als leerkracht hoop ik kinderen een fijne tijd te kunnen geven in mijn klas. Natuurlijk hoop ik dat ze mij een paar jaar later kunnen herinneren, maar ik vind het eigenlijk veel belangrijker dat ze elkaar herinneren. Ik hoop dat de kinderen niet alleen een goede band hebben met mij, maar ook met elkaar. Dat ze mijn jaar en klas herinneren als een fijne tijd, waar er gelachen kon worden, maar ook kon worden gehuild, waar iedereen zichzelf kon zijn en er respect was voor elkaar.

Ik vind het eigenlijk niet zo belangrijk dat kinderen leren van mij, ik vind het belangrijk dat ze leren van elkaar en weten dat ze er samen uit kunnen komen en er niet alleen voor staan. Met mijn steun en hulp hoop ik dit elk jaar te bereiken.”

5. Welk specialisme vind je het meest interessant? Welke kant wil je op (wat wil je met de ALPO gaan doen)?

Lastige vraag, vind Esra. Ze vindt het aan de ene kant heel fijn dat ze nog alle kanten op kan (voor de klas, orthopedagogiek, onderwijskunde, pedagogiek, etc.), maar dit maakt het haar ook erg moeilijk. Er is namelijk zo veel keuze… Esra vind veel dingen interessant en leuk en heeft eigenlijk geen idee waar ze terecht wil komen.

“Voor de klas voel ik me goed en ik vind dat op dit moment erg leuk om te doen. Ik denk alleen niet dat dit het enigste is wat ik wil gaan doen. Wat ik wel zeker weet, is dat ik na het behalen van mijn Bachelors een Master wil gaan doen op de universiteit. Hierna kijk ik verder. Tegen die tijd heb ik misschien wel mijn eigen klas, maar ik kan ook maar zo ergens anders aan de slag zijn gegaan.”