Column code rood

januari 2018

Normaliter neem ik de weerberichten erg serieus. Maar vanochtend dacht ik dat het wel mee zou vallen.

In de stad was het goed te doen maar in het open veld werd ik tot twee keer toe bijna van de fiets geblazen.

Toen ik bij de dorpskern kwam haalde ik opgelucht adem. Nu kon me niets meer overkomen.

In de verte zag ik een omgevallen boom. Ik manoeuvreerde om die boom heen zonder van mijn fiets af te stappen.

Vanuit mijn ooghoek had ik gezien dat er iemand bij de boom stond. Ik keek nog eens goed en tot mijn grote schrik zag ik een dubbelgeklapt voorwiel. En daarbij stond een jongen, kijkend op zijn mobiel. Toen pas besefte ik dat hier net een jongen op een haar na geraakt was door een boom. Als aan de grond genageld bleef ik staan.

Ik vroeg hoe het met hem ging. Zijn mobiel strak vasthoudend vertelde hij dat hij zijn ouders al had gebeld en dat het allemaal wel meeviel. Ik keek nog eens naar zijn fiets en weer naar hem. “Je ouders zullen wel schrikken als ze dit zo zien,” bracht ik uit terwijl de ernst van de situatie langzaam tot me doordrong. Hij herhaalde dat het wel meeviel terwijl hij opkeek van zijn mobiel. “Het is alleen balen dat ik mijn toetsen niet kan maken nu. ”Ik bleef stil. Ik stelde me zo voor dat hij tot vanochtend vroeg keihard geknokt had om zich de pittige toetsstof eigen te maken met bijeengeraapte samenvattingen en youtube filmpjes. Gehaast was hij vertrokken en nu miste hij zijn toets.

Later op de dag hoorde ik dat veel kinderen met de auto naar school gebracht waren om hun toetsen te maken.

De woorden code rood, de bedoeling en waartoe draaiden rondjes in mijn hoofd terwijl ik met de wind in mijn rug naar huis zoefde.

Susanne van Lent