Hoe ik gelukkig word van lesgeven aan bavianen

Thijs Verheijden, tweedejaarsstudent Pabo

Het is donderdag, 10:00 uur. De leerlingen van de onderbouw van Basisschool De Kubus spelen al een kwartier buiten met de bal en mogen nog een kwartiertje uitrazen.

‘Het zonnetje lacht,  de lucht is blauw, leerlingen van groep 6, kom maar gauw.’

Als een kudde gnoes stormen de kinderen de trap af, gooien de schooldeur open, verspreiden zich en maken het schoolplein tot hun eigendom: nu zijn zij hier de baas.                                                                                                               De bal waar groep 3 zo fijn mee aan het spelen was wordt weggeschopt en de 7 jarigen weten waar ze aan toe zijn: voor hen zit het voetballen erop. De jongens laten tijdens het partijtje voetbal zien waar zij staan op de sociale ladder van de groep gorilla’s in de schooljungle. Je moet als stoere kerel wel een beetje van je af kunnen bijten. Kun je dat niet door eens een goede beuk uit te delen, dan moet je spreekvaardig zijn en weten met welke woorden je de groep naar je kunt laten luisteren. 

Ik, student van het 2e jaar Pabo en stagiair, neem het in ogenschouw. “Van die groep bavianen was ik tot de voorjaarsvakantie de meester, en wat mis ik ze toch”, denk ik. Huh… bavianen? Net noemde je ze nog gorilla’s… Nou je moest ze eens horen krijsen als je ze even alleen laat ;).

Plotseling voel ik twee armen om mijn middel en al snel volgen er twee snoetjes voor mij die mij ook omhelzen. Drie meiden uit diezelfde groep 6 komen mij nog bijna iedere pauze vertellen hoe jammer ze het vinden dat ik er niet meer ben en dat ze graag zouden willen dat ik weer eens even een lesje kwam geven. “Zo’n leuke, over geschiedenis… of gewoon rekenen, als jij het deed was het altijd leuker”, zeggen ze dan. Nu moet ik ook bekennen dat als ik een pauze geen knuffel krijg, of hen niet zie, ik toch even de leerlingen van mijn oude groep kom opzoek voor een praatje. Het komt dus van twee kanten, ik mis hen ook wel.

‘Werkblad over slavenhandel’

Het leuke aan de bovenbouw is het ‘pimpen’ van een les. De boeken zijn vaak verouderd, of gewoon helemaal niet interessant voor de leerlingen om te lezen. Dat vind ik dan juist helemaal niet zo erg. Het geeft je lekker de gelegenheid om je creativiteit de vrije loop te laten gaan. Zo vind ik de VOC met hun ontdekkingsreizen en de WIC met hun slavenhandel, na het doorlopen van de Havo, nog altijd interessante onderwerpen om meer over te weten te komen. Daarbij herinner je je vast nog wel hoe je zelf geschiedenis kreeg op de basisschool en wat je daar soms van vond. Bij mij zag het er in ieder geval zo uit: Eén klasgenootje werd uitgekozen om een stukje tekst voor te lezen en de juf/meester gaf daarna iemand de beurt die misschien niet aan het opletten was. Na het lezen van de tekst ging je opdrachten maken uit het werkboek… Niet bepaald een boeiende les toch?

Wanneer je zelf voor de klas staat, is het de uitdaging om de lessen interessant te maken. Wat ik bij het voorbeeld over de VOC heb gedaan, is dat ik een PowerPoint heb gemaakt met filmpjes en interactie erin verwerkt. Leerlingen vonden het zelfs zo interessant, dat ze uit zichzelf aantekeningen gingen maken. Mooi vertaald naar het vakjargon zeggen wij dan: ze raakten intrinsiek gemotiveerd.

Vervolgens hoefden ze geen saaie opdrachten uit het werkboek te maken, maar kregen zij de opdracht om in groepjes samen te werken.  De plaatjes van belangrijke gebeurtenissen die ik op mijn PowerPoint had benoemd, moesten op de juiste plek op de wereldkaart geplakt worden.

Dit is slechts een voorbeeld van wat jij als toekomstig docent op de basisschool kunt betekenen. Ik heb een situatie beschreven waaruit ik mijn kracht haal. De waardering die je krijgt als je een betrokken leraar bent, het zien van de schooljungle als een soort grote familie en de bijdrage die je kunt leveren voor een leerling door een leuke les te geven, waardoor zij ontdekken wat hen interesseert.

Lijkt het jou wat, voor de klas staan? Wil jij ook het verschil maken? De Pabo biedt die mogelijkheid, maar de keuze is aan jou of het bij je past.

Voor mij is het nu tijd om dag te zeggen en ik wens je veel succes bij het maken van je keuze.

Als je er maar gelukkig van wordt, dat is het belangrijkste!