Differentiëren met vijftig leerlingen

De les in Zuid-Afrika

Sander van Donselaar, derdejaars lerarenopleiding geschiedenis

Toen ik een jaar geleden mijn tweede studiejaar bijna had afgerond, kreeg ik tijdens een bespreking te horen dat ik tijdens de ‘minor periode’ in het derde jaar naar het buitenland kon gaan. Nadat ik de verschillende opties had overwogen, heb ik ervoor gekozen om in Zuid-Afrika stage te gaan lopen op een middelbare school dicht bij Kaapstad. Na meer dan een maand begin ik een beetje ingeburgerd te raken en ga ik jullie kort iets vertellen over bepaalde zaken die mij opvallen op het Groenberg College te Grabouw. De klassen op het Groenberg College zijn van een andere grootte dan wat wij gewend zijn in Nederland. Het is hier ‘gewoon’ dat er rond de veertig tot vijftig leerlingen in één klas zitten, waar het in Nederland normaal is dat er rond de vijfentwintig leerlingen in één klas zitten. De grootte van de klassen zorgt voor een aantal problemen die moeilijk door de leraren kunnen worden opgelost. Zo hebben sommige leraren moeite met de namen van de leerlingen, het gedrag van de leerlingen en het inzetten van differentiatie bij de leerlingen.Het is in Zuid-Afrika normaal dat alle niveaus in één klas zitten, dit betekent dat de vmbo-leerlingen hier bij de vwo-leerlingen in de klas zitten. Doordat de uren ook korter zijn en niet elke dag hetzelfde, moet de leraar zeer flexibel zijn. Door deze tijdsdruk is het voor de leraar op het Groenberg College moeilijk om te differentiëren in de klas.

Differentiëren kan volgens Kerpel (2014) op de volgende manier worden ingezet: op instructie, naar de leerstof, naar tempo/tijd, naar een doel, naar extra zorg, naar toetsing en naar beoordeling. Al deze vormen van differentiatie worden niet of nauwelijks ingezet omdat de leraar hier de tijd of de kennis niet voor heeft. Zelf heb ik ook ondervonden dat het lastig is om te differentiëren, dit omdat je een grote groep onder controle moet houden tijdens de werkvorm, daarnaast is de les vaak al bijna afgelopen voordat je een werkvorm heb opgestart.

Hoewel het moeilijk is, denk ik dat differentiëren op leerstof en tempo/tijd makkelijk kan worden ingezet. De leraar kan zelf niveaus aanbrengen in de gegeven leerstof als hij deze zelf ontwikkelt, en hij kan de leerlingen ook op hun eigen tempo laten werken. Dit laatste is goed in te zetten als de leerlingen een ‘taak’ of project moeten maken. De leerlingen die eerder met de opdrachten klaar zijn, krijgen extra opdrachten op een hoger niveau. De leerlingen die minder snel klaar zijn hebben dan alsnog de tijd om het product af te maken.

Het is naar mijn mening wel degelijk mogelijk om te differentiëren en dit ga ik dan in de komende maanden ook zeker uitproberen. De leraren zelf zullen het niet snel op grote schaal in gaan zetten omdat ze hier simpelweg de tijd of de kennis niet voor hebben.

Sanderinzuid-afrika.waarbenjijnu.nl 

Reacties

  1. 23 mei 2016 door Kees-Jan

    Hallo Sander,
    Kort maar inhoudelijk goed. Jammer dat je niet iets meer over de achtergrond verteld hebt.
    Groetjes,
    Kees-Jan