Teaching in paradise
Sanne Festen, student lerarenopleiding geschiedenis
Voor de minor ‘Onderwijs in internationaal perspectief’ ben ik afgereisd naar het zonnige Curaçao. Volgens mijn vorige stagebegeleider is dit het paradijs van het koninkrijk. Op de basisschool raakte ik al onder de indruk van Curaçao. Er kwamen destijds drie docenten langs die vertelden over Curaçao. Een van hen gaf een geschiedenisles aan ons. Hij vertelde een prachtig verhaal over de ontdekkingsreizen en hoe de ‘Nieuwe Wereld’ en Curaçao werden ontdekt. Dit verhaal is me altijd bijgebleven. Maar meer dan deze verhalen wist ik eigenlijk niet. Ter voorbereiding op mijn eigen ontdekkingsreis ben ik samen met mijn kleine zus naar de film Bon Bini Holland geweest. Hoewel de typetjes van Jandino in de film enorm worden overdreven, kun je ze wel degelijk terugvinden in de klas.
SGO jacques Ferrandi
Mijn stage heb ik gelopen bij de scholengemeenschap Otrabanda, op de dependance Jacques Ferrandi. In de tweede periode van het schooljaar. Dit is een VSBO-school met 3de en 4de jaars leerlingen. De school biedt vier sectoren aan: hospitality, administratie & commercie, algemene verzorging en algemene techniek. Het is een kleine VSBO-school met ongeveer 250 leerlingen. Zelf verzorg ik enkele lessen Mens & Maatschappij per week. Het vak is onderverdeeld in een 6-tal thema’s die de leerlingen in 2 jaar doorlopen om daar vervolgens een examen in af te leggen. De thema’s zijn: multiculturele samenleving, identiteit, rechten & plichten, staatsinrichting, mens & werk en massamedia.
De Antilliaanse leerling
Op mijn stageschool zitten voornamelijk dames. Dit zijn geen stille of verlegen meiden, integendeel. Curaçaoënaars zijn goed in het uitdrukken van emoties en gedachten. Communicatie vindt plaats met vele, soms wat overdreven, handgebaren en geluiden. Dit geeft een bijzondere sfeer met veel sociale interactie, waarbij veel wordt gelachen. Hier ben ik als docent zijnde erg blij mee. Je wordt je niet snel buitengesloten op lichamelijke kenmerken zoals gewicht. Sterker nog, deze leerlingen doen volop mee en hebben vaak het hoogste woord. Van het acceptatievermogen van deze leerlingen kunnen ze in Nederland nog wel wat leren.
De dames uit mijn klassen weten dat ze er goed uitzien. Nagels, haren en wenkbrauwen, alles is bij de dames ‘on fleek’. Ook de heren zijn veel bezig met hun uiterlijk. Sommigen gaan om de twee weken naar de kapper, zodat hun haar perfect in model blijft. Ik zie tijdens mijn les vaker een jongen die zijn haar in model brengt dan een meisje. Ook dat was even wennen. Waar ik in het begin van opkeek waren de ‘dancemoves’ van de leerlingen. Soms danst een leerling op zijn stoel tijdens de uitleg. Ook zie ik enkele ‘twerkmoves’ voorbij komen terwijl de leerlingen opdrachten maken. Het is niet vreemd dat wanneer men een bepaald liedje of ritme in zijn hoofd heeft, dat dit wordt geuit. Dit doen ze vaak door middel van dansen, trommelen of zelfs zingen.
Taal
Op het eiland wordt voornamelijk Papiaments gesproken. De meeste bewoners spreken ook een aardig woordje Nederlands. Dat komt doordat er op de meeste scholen les wordt gegeven in het Nederlands. Desondanks is er wel degelijk sprake van een taalbarrière, aangezien de leerlingen onderling voortdurend Papiaments spreken. Als je Papiaments niet beheerst is het lastig om de relevantie van gesprekken te beoordelen. Naarmate je langer voor de klas staat, leer je steeds meer woorden herkennen en wordt het makkelijker om op de onderlinge gesprekken van leerlingen te reageren. Mocht je de gesprekken volledig verkeerd hebben begrepen dan leggen de leerlingen het graag nog even uit. In deze cultuur mag je fouten maken! Dit geldt ook voor de docenten. De gesprekken van leerlingen kunnen snel escaleren. Leerlingen zijn gewend luid te communiceren met alle gebaren die daarbij horen. De fluistertoon is hier onbekend. Voor docenten is het soms lastig de geluiden te ‘overrulen’ met hun eigen stem. Het verstaanbaar blijven en de controle houden, wordt in zo’n situatie een echte uitdaging. Belangrijk is dat de gemaakte afspraken regelmatig herhaald en nagekomen worden. Alleen dan kun je orde en rust houden in de klas.
Voor mij persoonlijk geldt dat ik over het algemeen snel Nederlands spreek. Zowel in het dagelijks leven als tijdens de lessen in Nederland. Ook mijn woordkeuze is afgestemd op de Nederlandse VMBO-leerling. Mijn spreektempo en woordkeuze zijn twee bekende valkuilen van mij als docent op een Curaçaose VSBO-school. Om te voorkomen dat de leerlingen mij niet goed kunnen volgen, schrijf ik de kernpunten van de uitleg altijd op het bord. De leerlingen kunnen op die manier de uitleg nogmaals nalezen en overnemen in hun schrift. Verder is het belangrijk om continu oogcontact te houden met de leerlingen. Alleen dan zie je non-verbale reacties op de uitleg. De kleinste frons kan al betekenen dat de leerling bepaalde woorden niet begrijpt. Het vergt extra inspanning, maar daar doe je uiteindelijk wel je voordeel mee. Voor de leerlingen is het van cruciaal belang dat je dit continu doet. Dit kan op een toets al het verschil maken tussen een 4 en een 6.
De afgelopen weken heb ik enorm veel nieuwe indrukken opgedaan van de leerlingen, de cultuur en het land. Het is werkelijk een schitterend eiland met vrolijke mensen en veel kleur. De stagedagen zijn soms zwaar. Wanneer je echter het schoolterrein verlaat en meteen een palmboom ziet staan dan krijg je direct het gevoel dat je op vakantie bent. Als het aan mij lag, ging ik niet meer terug naar Nederland!
Mijn stagebegeleider zei terecht: “Curaçao, dat is een paradijs!”
Hallo Sanne,
Erg leuk verhaal: ik laat het voortaan studenten zien die ook op Curacao les willen geven. Je geeft heel kort maar heel duidelijk aan waar het om gaat: een andere vorm van communicatie. Als je dát doorhebt, heb je het belangrijkste begrepen.
Goede reis naar huis binnenkort, of blijf je echt? 😉
Kees-Jan
Bon dia Kees-Jan,
Over een paar dagen vlieg ik toch echt weer naar huis. Leuk dat je het aan nieuwe studenten wil laten zien! Hopelijk hebben ze volgend jaar net zoveel plezier hier als ik.
Ayo,
Sanne