Baguettes, fromage en spijkerpoepen

spijkerpoepen

Eline Jacobse, derdejaars aan de lerarenopleiding Frans

La ville de Lille
Voor mijn minor woon ik sinds januari in Lille. De meest noordelijke stad van Frankrijk die de meeste zullen kennen omdat ze er doorheen rijden wanneer ze afreizen naar het Zuiden voor het zonnetje. Hoewel je hier inderdaad je bikini thuis kunt laten heeft de stad wel een hele hoop mooist te bieden. Dat het een van de grootste studentensteden van Frankrijk is valt niet te missen, in Lille is namelijk altijd wat te beleven. Hierover vind je meer op mijn eigen blog.

Omgekeerde wereld
De meeste van mijn studiegenoten van de HAN volgen voor hun minor vakken op de universiteit en lopen daarnaast soms enkele weken stage. Ik mag echter tijdens mijn gehele verblijf stage lopen, en niet zomaar een stage… ik geef namelijk Nederlands les aan Franse leerlingen.
Natuurlijk is dit een beetje omgekeerde wereld voor mij, want normaal geef ik juist Frans aan Nederlandse middelbare scholieren.

Nederlands les?!
Ja, je leest het goed. Franse kinderen leren Nederlands! Mijn stage school bevindt zich in het stadje Tourcoing, waar België zich letterlijk om de hoek ligt. Omdat de kans groot is dat de leerling later de grens over gaan voor werk krijgen ze Nederlands les. Dit begint op de basisschool in CE2/CM1/CM1 (vergelijkbaar met groep 5/6/7) en gaat door tot le collège (onderbouw VO). De lessen die ik geef zijn op drie scholen in Tourcoing. Aangezien er maar weinig Nederlands docenten beschikbaar zijn en er per klas maar een half uur per week aan het vak wordt besteed is mijn begeleider ook meester van CM2 en help ik ook andere docenten met hun lessen.

Iek prat Niederlans
In de Nederlands lessen wordt zo veel mogelijk in de doeltaal gecommuniceerd, ook door de leerlingen. Dit gebeurt vooral aan de hand van chuncks als ik praat Nederlands (als de les begint en er alleen nog zoveel mogelijk Nederlands gepraat moet worden), ik ben klaar (als we een nieuwe opdracht beginnen), ik ben blij/moe/verdrietig/bang/boos (als de leerlingen mij vertellen hoe het met ze gaat) en worden tijdens veel opdrachten de cijfers en kleuren gebruikt. En dit allemaal inclusief schattige accentjes. Ook leren de leerlingen de taal door liedjes te zingen en te luisteren naar simpele kinderboekjes die bij het thema passen. Daarnaast probeer ik de leerlingen ook wat kennis bij te brengen over de cultuur, zo hebben we het net een aantal weken gehad over Koningsdag. Allereerst maakte de leerlingen kennis met het feest en de koninklijke familie aan de hand van foto’s en een verhaal. Tijdens een tweede les, in de week van Koningsdag, hebben we Koningsdag gevierd door zo veel mogelijk in het oranje naar school te komen en te spijkerpoepen. Dat was een groot succes, de leerlingen hadden bijna allemaal aan iets oranjes gedacht en het gaat nog steeds over het spelletje met de spijker. Vervolgens hebben we in de lessen tulpen geknutseld en de leerlingen tot koning en koningin gekroond zodat ze een klein rollenspel konden spelen aan de hand van alle chuncks die ze het afgelopen jaar geleerd hadden.

De Nederlands lessen zijn voor de leerlingen altijd een leuk moment in de week. Door plezier te hebben wordt de taal geleerd. Iets wat naar mijn mening heel belangrijk is!

klas

Reacties

  1. 12 mei 2016 door Martine Bourgy

    Mooi verhaal, Eline!

  2. 12 mei 2016 door Linda Heijmans

    Enfin tu te rends compte que le néerlandais est beaucoup plus difficile que le français… Ou pas?

  3. 13 mei 2016 door Eline Jacobse

    j’avoue! Le néerlandais est une langue bizarre haha. Surtout les sons ggg ng et rrrr.