Inquiry-based Science Education (IBSE)

Jos Marell, docent HAN Pabo

IBSE is de internationale afkorting voor natuuronderwijs waarin onderzoek centraal staat. Het gaat erom dat leerlingen hun denkbeelden rond natuurwetenschappelijke sleutelconcepten geleidelijk steeds verder uitbouwen terwijl ze leren onderzoeken; door deze benadering leren ze de omringende werkelijkheid steeds beter kennen en doorzien waardoor ze er ook beter mee leren omgaan.

Kinderen verschillen net als studenten van elkaar, in Nederland, in Turkije, overal. Ze hebben verschillende (vaak cultuurgebonden) ervaringen met en denkbeelden over de werkelijkheid. Sommigen zien dat in het onderwijs als een probleem, wij zien dat nadrukkelijk als een voordeel.

Bij een oriënterende gedachtewisseling met leerlingen over hun denkbeelden betreffende een bepaald aspect van de werkelijkheid – bijvoorbeeld met behulp van conceptcartoons – blijkt al snel dat hun ideeën uiteenlopen. Als leerkracht ben je erop uit die denkbeelden te laten verhelderen.

Het gaat er in dit stadium niet om dat de leerlingen elkaar proberen te overtuigen van het eigen gelijk. En zelf laat je ook duidelijk in het midden welke opvattingen correct zijn of onjuist. Je laat de preconcepten vastleggen.

Ter afronding van deze fase van het openen van concepten is de conclusie: “Blijkbaar weten we er het fijne niet van, hoe kunnen we er achter komen hoe het werkelijk zit?” Nu ligt er een goede basis voor onderzoek:

  • de nieuwsgierigheid is gewekt
  • de onderzoeksvragen zijn duidelijk, ze dienen nog eens duidelijk onder woorden te worden gebracht
  • het gaat niet om wie maar om wat
  • afhankelijk van het ontwikkelingsniveau zetten de leerlingen hun eigen onderzoek op of voeren uit wat de leraar hen aanreikt. In beide gevallen geven de leerlingen aan welke resultaten ze verwachten

 

Na het verzamelen en interpreteren van de onderzoekresultaten, kunnen met elkaar conclusies worden getrokken: “Wat dachten we eerst en wat weten we nu?” In deze fase dient de gedachtewisseling om met elkaar tot begripsvorming te komen. Kennis(re)constructie vindt plaats.

De leeropbrengst van de groep en van ieder individu kan worden vastgesteld. Dat wordt helemaal duidelijk als de leerlingen in toepassingsopdrachten binnen andere contexten of in taal (gespreksituaties of in een mindmap) de nieuw verworven kennis adequaat gebruiken.

Belangrijke vaardigheden en attitudes bij IBSE zijn nieuwsgierigheid (willen weten), kritische zin (dus vragen stellen), onderzoek- en denkvaardigheden, oplossings-gerichtheid, zelfredzaamheid, zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen (uitdagingen aangaan). Daarmee past ISBE uitstekend in onderwijs voor de 21e eeuw.

• Harlen, W. (Ed) (2010) Principles and Big Ideas of Science Education. Hatfield (UK): ASE.
• Harlen, W. & Qualter, A. (2014) The teaching of Science in Primary Schools. Oxon (UK): Routledge.
• Naylor, S. & Keogh, B. (2000) Concept Cartoons in Science Education. Cheshire (UK): Millgate House Publ.
• Sharp, J. et al (2011) Primary Science; Teaching theory and practice. Exeter (UK): Learning Matters.
• Turner, J. et al (2011) It’s not fair – or is it? A guide to developing children’s ideas through primary science enquiry. Cheshire (UK): Millgate House Publ. / Hatfield: ASE.