Communiceren? Dat is toch logisch voor een communicatieprofessional?

Kennelijk ligt het zo voor de hand dat een communicatieprofessional over communicatieve kwaliteiten beschikt, dat hiernaar (nog) geen onderzoek is gedaan. Althans, dat is wellicht het meest verrassende resultaat van mijn studie naar de communicatieve competentie van een beginnend communicatieprofessional.

Toen ik als onderzoeker startte bij het lectoraat, liepen er bij drie verschillende FEM-opleidingen (AC, LE en HBO-rechten) veldstudies naar de communicatieve competentie van een beginnend HBO-professional. Ik ben hierbij aangehaakt met een onderzoek naar de communicatieve competentie van een beginnend communicatieprofessional. Inmiddels zit de studie in de afrondende fase en lijken er voldoende aanknopingspunten voor verder onderzoek. Hieronder een verslag van wat ik toe nu toe heb gedaan.

Wat verwacht het werkveld van de communicatieve competentie van een beginnend communicatieprofessional? Dit was de hoofdvraag van mijn onderzoek met als doel de opleiding Communicatie aanbevelingen te kunnen doen over de communicatieve leerlijn oftewel de leerlijn Nederlands. De volgende vragen stonden centraal:

  • Wat is er in de literatuur bekend over de communicatieve competentie van een beginnend communicatieprofessional?
  • Wat houdt het communicatieve gedeelte van de werkzaamheden van een beginnend communicatiemedewerker in?
  • Welke genres komen daarbij voor?
  • Welke kwaliteitseisen stellen de leidinggevenden daaraan?
  • Hoe belangrijk vinden leidinggevenden de communicatieve competentie?

Over het begrip communicatief competent is veel literatuur te vinden. In aansluiting bij de andere veldstudies heb ik de definitie van Brinkman en Van der Geest (2003) gehanteerd. Bij het opleiden van studenten tot communicatief competente professionals zijn vier onderdelen relevant:

  • (tekst)vakmanschap: de gereedschapskist met daarin het basismateriaal voor goed gebruik van de mondelinge en schriftelijke taal zoals spelling, grammatica en basisargumentatie;
  • genrecompetentie: de conventies van diverse genres beheersen;
  • strategische competentie: kunnen afstemmen op de context en daarbij keuzes kunnen maken ten aanzien van vakmanschap en genre;
  • feedback geven en ontvangen.

Een antwoord op de eerste onderzoeksvraag heb ik gezocht in de literatuur. Verrassend genoeg heb ik in deze studie geen wetenschappelijk onderzoek gevonden over de communicatieve competentie van een (beginnend) communicatieprofessional. Terwijl er bijvoorbeeld wel veel literatuur te vinden is over de communicatieve competentie van een zorgprofessional.

Om antwoord te krijgen op de 2e tot en met de 5e onderzoeksvraag heb ik interviews afgenomen bij leidinggevenden van alumni die de voltijd opleiding Communicatie aan de HAN hebben gevolgd. Op basis van een vooronderzoek (zie mijn eerdere blog) naar waar – in welke sector en in welke functie – de alumni terecht komen, is een keuze gemaakt voor de organisaties die hiervoor zijn benaderd.

Het blijkt dat bijna alle alumni bezig zijn met alle kerntaken van het BNP-model van Logeion (de beroepsvereniging voor communicatieprofessionals): analyseren, adviseren, creëren, organiseren, begeleiden, managen (zie ook www.logeion.nl). Bijzonder vond ik dat Logeion bij de meeste leidinggevenden niet bekend was.

Vervolgens laat het onderzoek zien dat de communicatieprofessionals veel en diverse communicatieve producten opleveren. In het onderzoek is onderscheid gemaakt tussen communicatieve eind- of beroepsproducten, zoals social media, webteksten, nieuws- en persberichten, en zgn. communicatieve tussenproducten, die nodig zijn om tot een eindproduct te komen. De tussenproducten die bij alle organisaties voorkomen, zijn face-to-face gesprekken, werkoverleggen en e-mail. Dus: om het eindresultaat zoals een tekst voor de website te kunnen opleveren, heeft de communicatieprofessional face-to-face gesprekken, een werkoverleg en verstuurt hij e-mails.

De communicatieve tussenproducten zijn zowel schriftelijk als mondeling; de communicatieve eind- of beroepsproducten zijn met name schriftelijk, en zowel online als off line. De tussen- en de eindproducten worden zowel intern als extern ingezet.

Verder heb ik gevraagd naar de kwaliteitseisen die de leidinggevenden stellen aan de communicatieve producten. De tussenproducten moeten helder, duidelijk, kort en krachtig (= tekstvakmanschap) zijn. Daarnaast vinden bijna alle leidinggevenden terugkoppeling en afstemming erg belangrijk gedurende het proces. De handelingen moeten op tijd gebeuren en een alerte, proactieve houding is vereist (= strategische competentie).

Aan de communicatieve beroepsproducten die de communicatieprofessional oplevert, stellen de leidinggevenden andere eisen. Van groot belang is dat de professional foutloos Nederlands schrijft en dat hij met zijn product aansluit bij de doelgroep en briefing (= strategische competentie). Daarnaast moeten ook de eindproducten helder, duidelijk, kort en bondig zijn.

Leidinggevenden vinden de communicatieve competentie van een beginnend communicatieprofessional erg belangrijk. Als hij op dit gebied niet voldoet, dan volgt ontslag of geen contract verlenging.

Op dit moment ben ik bezig om de aanbevelingen voor de opleiding verder uit te werken en zijn twee collega’s bezig met de uitbreiding van de leerlijn Communicatieve vaardigheden. Daarnaast hoop ik het onderzoek op korte termijn vervolg te kunnen geven met behulp van tweedejaars CO-studenten die de module Kwalitatief onderzoek volgen. Wordt vervolgd dus!